Alweer een hele tijd geleden was er op de Belg een docu over Fred De Bruyne. Begenadigd coureur en reporter. In allebei de hoedanigheden inmiddels lang betreurd. De grote Rik van Looy, de man die het wielrennen mede gestalte gaf, werd ondervraagd. Fred en Rik waren als renners – en daarna – gezworen vijanden. Op een manier zoals dat alleen in Vlaanderen kan voorkomen. Maar over Freds kwaliteiten als verslaggever voor het gewone volk was de Keizer van Herentals oprecht: “Ik versta ze niet meer, die reporters van vandaag. Al die moeilijke woorden. Het gaat toch nog wel over de koers, zekers.”
Maar beste Rik, wil je vandaag de dag nog echt volgen, dan moet je zeker nog twee tandjes bijsteken. Want de intelligentsia hebben na een eerste tedere omarming van het fietsen, nu een beklemmende houdgreep ingezet. Schrijvers en filosofen, ze buitelen over elkaar heen. En schrijven over Hemingway en Holleeder.
Hemingway was een wielrenner. Met direct in zijn wiel Willem Holleeder. Holleeder was een wielrenner, kopte eens een kwaliteitskrant. Of het dan over Willem junior of senior – de profrenner en chauffeur van Freddy – gaat, doet er niet meer toe. Het product-Holleeder scoort altijd. En Hemingway fietste alleen naar het Parijse Vel d’Hiv omdat er ambiance was. Sex & drugs and rock ‘n roll, zogezegd. Alleen heette dat toen nog niet zo.
Ene Marc van den Bossche, een Belgische professor in de filosofie, mengt zich ook in het debat. Hij heeft zich absoluut het schompes gelopen en gefietst. Als eenzaat, zo heet dat in Vlaanderen, bereikte hij een hogere geestestoestand. “Een intense roeservaring waarin lichaam en geest één geheel vormen”. In vroeger dagen bereikte Bart Huges dat door eigenhandig een gaatje in zijn kop te boren. Het gemak dient de mens, nietwaar. Misschien binnenkort in Andere Tijden.
Een heus boek was het resultaat voor Marc, met als titel Wielrennen. Terwijl hij nooit gekoerst heeft. Het gaat dus over hard fietsen en dat is heel wat anders dan wielrennen.
Halverwege heb ik het weggelegd. Te hoog gegrepen voor een simpele ziel als ik.
Ergens heb ik nog een fotootje van een jonge Harry Mulisch. Gezeten achter een typemachine in een heuse wielertrui. Met van die mooie gehaakte valhandschoentjes aan. Voila, Mulisch was dus ook een wielrenner. Dat fotootje, zelfs als het een trucage is, heeft hem nog lelijk opgebroken. Ergens in Oslo lag dat in een dossiermap. Een Nobelprijs voor een wielrenner. Nou neuh, daar kunnen we niet aan beginnen, zei het comité.
Vlaams filosoof Wim van Rooy pakt ook flink uit in zijn lovende recensie bij het boek van collega Marc van den Bossche. Met daarin kreten als: ”Materialistische satori. De hermeneutiek van de eigen lichamelijkheid. Socratische aandacht voor somatische zorgzaamheid”. Grote molen, Rik!
Of deze: “Coureurs die als gereïncarneerde Nietzsches tekeergaan”. Ben benieuwd wat de beide Pedro’s, Winnen en Horillo, die de wijsheid ook zo begeren, daar tegenin weten te brengen.
Op de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht belegden ze – ook al weer even terug – een symposium rond het boek van Van den Bossche. Hijzelf brak er een lans voor “een lijfelijke esthetiek, tegen de horizon van een humanistisch geïnspireerde filosofische levenskunst”. Vakbroeder Jan Vorstenbosch sprak over de hermeneutiek (alweer) van het wielrennen. En ik, ik was met stomheid geslagen.
Het is nog wachten op de eerste verslaggever die na Parijs-Roubaix de winnaar vraagt naar zijn epicurisch genot. Boonen zou zeggen: “Ge kunt mijn kloten kussen met uw gezever”.
Maar laten we nog even bij het symposium in Utrecht blijven. Het programma loopt van drie tot vijf. En sluit af met “borrel na”. Kijk, dat dan weer wel! Daar is niks hermeneutieks aan. “Borrel na”, zo’n quasi-agendapunt snap ik zelfs. Heerlijk, met een Heineken pilsje (met Holleeder in de buurt is Heineken nooit ver weg) of een jonge klare van Bokma.
Nu we het er toch over hebben: Heineken was géén wielrenner, maar Bokma wel!
Rennersbio uit: Een halve eeuw Wielersport van George Hogenkamp editie 1917.
Pieter Bokma, geboren 2 juni 1871 te Leeuwarden. Actief amateur 1889-1892, die o.a. op 14 juli 1889 Kampioen van Friesland werd. Behaalde op 12/13 september 1891 met S. Veenstra de door den ANWB uitgeloofde zilveren Bondsmedaille voor het binnen 24 uur afleggen van een afstand van minstens 300 km. Zij reden 320 km op een Cushion. Thans distillateur te Leeuwarden.
- Peter en de treurktukker - 07/03/2023
- Een koffietje doen - 26/01/2021
- Gianni Savio: amore & vita - 03/11/2020
Geef een reactie