De Sluitingsprijs in Putte-Kapellen. Voorbij, het is gedaan. Weemoed, herfst, JC Bloem. Daarbovenop in de krant nog twee necro’s. Van de tieneridolen Bobby Vee en Lydia Tuinenburg. Lydia wie? Tijd voor een sentimental journey.
Een alternatieve Sint Willebrord Sessie
Radio Manders
Radio Manders (spotify playlist) uit Asten had ze allemaal in huis. De nieuwste plaatjes. Op alle Zuid-Oost Brabantse criteriums schalden ze over het parcours. Voor ons was het allemaal rock ’n’ roll, want Amerikaans en nieuw. Met veel love & emotion in een strak jasje.
Kon Piet Buuts, naast me opgesteld aan de start, al ooit vermoeden dat hij nog eens een naamloos graf zou krijgen in Accra? Toch had ‘Manders’ de volumeknop een extra slinger gegeven toen Dell Shannon zong over zijn Little Town Flirt: “Here she comes, that little town flirt. You’re falling for her and you’re gonna get hurt”. Ja, toe maar Delleke, peper het ons nog maar eens lekker in. Vicky heette de zwarte voodoo prinses die Piet, de latere Cabellero-prof, mee troggelde naar Ghana. Maar dat droeve verhaal moet je nog maar even tegoed houden.
En hoorde ik daar onderweg Fats Domino niet galmen. Een simpel viaduct transformeert zomaar tot een onneembare Blueberry Hil. De meet blijkt ineens in de de Valley of Tears te liggen. Rugnummers straks inleveren in het Heartbreak Hotel aan de Boulevard of Broken Dreams. De klapzoenen van rondemiss Peggy Sue zal ík helaas nooit mogen smaken. Wat moet ik nog uitleggen. Sinds die dagen zijn voor mij wielrennen en rock ‘n’ roll synoniem. Sterker nog, wielrennen ís rock ‘n‘ roll.
Elke zondag kwamen ze weer allemaal aan een snoertje voorbij. Als renners op het kantje. Vol op kop Jerry Lee the Killer en Chuck, dan Emile Ford en zijn Checkmates, Johnny Tillotson en Lloyd Price. Fats moest alle zeilen bijzetten om te kunnen volgen. Last van een paar kilootjes teveel. Laatste man, compleet in het zwart, Roy Orbison. Elke week dezelfde riedel op die spinnende bandrecorder, maar wij kregen er nooit genoeg van.
Voor mij is “Heartbeat”, in de coverversie van Lydia & The Melody Strings, nog altijd de absolute kraker van die dagen. Apeldoornse Lydia en haar indorock-bandje op de luidsprekers van de Koers van Oers: “Heartbeat why do you skip when my baby kisses me. Heartbeat why do you miss when my baby’s lips meet mine”. Nog altijd lopen de rillingen over mijn rug als ik dat nummer terughoor. Lydia, de Nederlandse Connie Francis, emigreerde alras met haar vriend naar Los Angeles. Negentien was ze en zwanger bovendien. Ze vluchtte weg van een bedilzuchtige vader, die niet toestemde in een huwelijk. Een carrière werd in de knop gebroken.
The Queen of Dutch Southern Soul
En toen kwam er een blonde fee Lydia naar de kroon steken. Ze staat meestal strak ingeklemd in mijn platenkast, tussen Dolly Parton en Tammy Wynette. Heel soms mag ze losjes aanschurken tegen Patsy Cline. Tante Pats, altijd goed voor een gebroken hart, een teiltje vol met tranen of een vechtscheidinkje. Wie dan wel? Niemand minder dan Corry Konings natuurlijk. The Queen of Dutch Southern Soul. Wie anders. Uit Sint Willebrord. Waar anders.
Wanneer zag ik ze nog in levende lijve. Alweer heel lang geleden. Het moet in het begin van de zeventiger jaren zijn geweest. Bij de Sluitings Prijs in Putte-Kapellen. Na afloop zetten de renners het daar toentertijd nog onbedaarlijk op een zuipen. Maar dat even terzijde.
Eerlijk is eerlijk, sinds die dag is ze nooit meer echt helemaal van mijn netvlies weggeweest. Maar het was niet genoeg. Ondanks haar platinablonde opgetoupeerde kapsel, minirok, Rekels en verleidelijke Willebrordse tongval. Ja, Corry Konings had bijna alles mee daar op dat plankier vóór café-dancing ‘de Vriendenkring’. Ze zong met een echte snik in haar stem: “Huilen is voor jou te laat” en het hele peloton huiverde snotterend voorbij. Behalve Zwarte Wout. Nogmaals, een warme plaats in mijn hart had ze veroverd. Maar niet genoeg voor het verdrijven van mijn rockhelden van het eerste uur, die het afzien in de koers draaglijk maakten.
Zwarte Wout
Ook per definitie van de R&R is Wout van den Berg uit Wateringen. Achttien jaar beroepsrenner, van 1967 tot 1985, en eigenlijk nooit een platte prijs gereden. Behalve dan die ene keer in de Sluitings Prijs van ’72. De achttiende plek voor Zwarte Wout op zijn achtendertigste. Dankzij of misschien wel ondanks Corry en haar Rekels. Wout koerste altijd in een compleet zwarte outfit. Naar eigen zeggen omdat Elvis ook altijd in het zwart optrad. Denkelijk zijn de weelderige Las Vegas’ glitterpakken van The King even aan Wout’s aandacht ontsnapt en bedoelde hij toch meer The Big ‘O’ of Johnny Cash. Ja, Zwarte Wout, steevast de laatste man van het peloton, kreeg op zijn vijftigste geen proflicentie meer van de bond. En hij was om te verrekken! All shook up om maar eens met Elvis te spreken. Van alles hadden zijn “collega’s” al in elkaar gezet om hem uit het peloton weg te pesten. In scene gezette afscheidshuldigingen, geweigerde inschrijvingen, het verstoppen van zijn fiets; van die dingen. Het was allemaal langs zijn kouwe kleren afgegleden. Maar zonder licentie geen koers meer natuurlijk. Het enige wat voorzitter Hein Verbruggen op zijn vraag naar het waarom had gezegd, was: “Een probleem is een probleem”. Hogere -bijna Wittgensteinse- filosofie. Exit dus voor Wout.
Ook daarna bleef hij terug komen naar de voor hem gewijde grond van Putte-Kapellen. Ooit stond hij daar nog, met een far-away look in his eyes, leunend op een dranghek. Ogend als een doodvermoeide Sioux krijger. Pikzwarte haren in een paardenstaart. Zijn markante kop een beetje schuin, zoals hij ook op de fiets zat, omdat hij het licht in één oog moet missen. In zijn hand een grote pils, waarvan je dacht dat hij die zo met glas en al naar binnen zou kiepen. The one and only Wout van den Berg, the last man standing.
Ries de Rockende Renner
Het magische woord is al gevallen: Sint Willebrord. Niet alleen de thuishaven van ons Corry, maar ook van Woutje, Wimme en Rinie. En Ries.
Nog maar een keertje dan: wielrennen ís R&R. Daaraan valt niks uit te leggen. Het meest vleesgeworden voorbeeld van die kreet is voor mij toch wel Ries Brouwers. Ook uit Willebrord en ter plekke wereldberoemd. Zoon van Nilleke’s. Ontdekker van Corry Konings. Muziekhandelaar. Volgens kenners, de eerste Nederlandse rock ‘n’ roll pionier. Uitvinder/producer van de “witte” verzamel-LP op zijn eigen Request label. En renner! Alsof je een emmer leeggooit.
Ries moest wel coureur worden. Vader Cees, Nil zeggen ze daar, was in Willebrord de spin in het web. Zag en hoorde alles. Runde er een makelaars- en assurantiekantoor. Was vele jarenlang wethouder en vertrouwenspersoon, zeg maar gerust de schaduwburgemeester. Drager van de Willebrordse cultuur. Daarbij ook nog eens 23 jaar Consul der KNWU in West-Brabant.
Nilleke Brouwers: “Ja, onze Ries barstte van het talent. Tot en met de nieuwelingencategorie kwam hij 21 keer met de bloemen thuis. Plus nog eens meer dan zat ereplaatsen. Maar toen hij amateur ging rijden werd ie op een bepaald moment afgekeurd. Bij de sportkeuring constateerden ze een lekske op het hartklepke. Bij elke achttiende slag was er een afwijking. Hij kreeg geen amateurlicentie meer van d’n bond. Maar onze Ries wilde zo graag blijven koersen. Toen heeft ie nog een licentie als beroepsrenner genomen. Onafhankelijken en beroeps hoefden toentertijd geen sportkeuringsbewijs in te leveren. In de Omloop van Het Volk kwam ie nog samen met Tom Simpson over de meet. Ik heb toen nog een cardioloog geraadpleegd en die zei: ‘hij mag alles, behalve wielrennen en houthakken’. Echt waar, ja dat zeej dieje mèèns. Toen is onze Ries maar gestopt. Doodzonde eigenlijk want hij was zeker zo goed als Rinie Wagtmans. Karstens had ook zo’n afwijkingske aan het hart maar die is toch jaren prof gebleven”
Bij elke achttiende slag dus een tikske. Wat zong Lydia ook weer: Heartbeat why do you miss. Heartbeat why do you skip….
Ries opende in ‘67 een platenzaak op Willebrord. In de veertig jaar dat hij die winkel dreef werd hij een absolute autoriteit op R&R gebied. Met zijn bootleg verzamel-LP’s van bekende rockers onder eigen label, trotseerde hij begin zeventiger jaren de grote platenmaatschappijen. Met als albumtitels The Sound of Yesterday of I’ll Always Remember. In vier volumes. Tussen de bedrijven door wist hij, met zijn fijne neus voor talent, ook Corry Konings bij Pierre Kartner binnen te schuiven. Wat hij niet wist te trotseren was de kanker die hem, die oude eik, in 2009 velde. Rocker Ries en zijn gelijknamige website stampvol met dampende fifties-rockabilly gingen tegelijkertijd ter ziele. Alles was gratis te downloaden, zo verdeelde Ries de Rockende Renner zijn muzikale erfenis.
De Willebrord Sessies
Ries zal zich wel een beetje ongemakkelijk omgedraaid hebben in zijn graf. Hij, de producer, was voorbijgestoken door een handvol, in zijn ogen, neofieten. Die een wielerplaatje kwamen opnemen in zijn dorp, home of Request Records. Nota bene in de fietsenwerkplaats van Hubert van Hoijdonk. Klinkende namen waren er zeker bij en zelfs een paar renners. Maar rockers? Freek de Jonge, Gerard van Maasakkers, Joost Prinsen, Guus Meeuwis. Aardige jongens, maar hadden die wel ooit het bloed, zweet en de tranen van de koers afgespoeld met een wasbakske koud water in een tochtig kippenhok. En hadden ze wel eens gehoord van Jimmy Gilmer & The Fireballs, Jerry Burne & The Loafers of Sonny Deckelman (wie kent hem niet). Allemaal helden van zijn Sound of Yesterday albums. Nou ja, ze deeje mar, het zou zijnen tijd immers wel duren. En een Volume IV zal nog wel efkes op zich laten wachten.
De vergetelheid
Lydia Tuinenburg is in Californië ingetreden bij de Zevende Dags Adventisten. Ze wilde absoluut niks meer te maken hebben met profane muziek. Na echt heel lang soebatten door haar broer zou ze nog voor één keer terugkomen naar Apeldoorn voor een reünieconcert met die ouwe knakkers van de Melody Strings, nu in november. Helaas, het mocht niet zo zijn. Ze overleed plotseling op 23 september in Fountain Valley (CA), 76 jaar. No more heartbeats; poor Lydia.
“Een tienersterretje dat in de vergetelheid raakte” was de kop van een uitgebreide necrologie in de zaterdagse Volkskrant van 15 oktober.
- Peter en de treurktukker - 07/03/2023
- Een koffietje doen - 26/01/2021
- Gianni Savio: amore & vita - 03/11/2020
Ah, Zwarte Wout… De man die in mijn jeugd de criteriums van Wateringen (zwart) kleurde. Was steevast de eerste die uit moest stappen. Moest vervolgens de meeste handtekeningen zetten, maar kon wel als eerste aan het bier..
Ere wie ere toekomt. Eindelijk. Zwarte Wout.
Goeie titel, goed verhaal, goeie foto’s, goeie muziek, alles goed eigenlijk en ook nog hard zitten lachen. Goed hoor.
Mooi stuk over mijn vader en opa !
Ook al is het al even geleden geschreven blij dat ik dit verhaal gevonden heb.