Echt meespelen in het voorjaar van de Lage Landen doen de Fransen al een tijdje niet meer. Dat heeft deels te maken met kwaliteit, deels met mentaliteit. Onze klassiekers zijn voor de Fransen minder interessant dan de Franse voorjaarskoersen. De sponsors komen te weinig in beeld, in de eerste plaats omdat de renners zich te weinig in de kijker koersen. Een Fransman maak je ook weinig wijs: wat Frans is, is beter. Dat geldt overigens ook voor hun renners.
Arnaud Démare (°1991, FdJ) is een broekventje om u tegen te zeggen. Vice-wereldkampioen bij de Junioren in 2009, twee jaar later Wereldkampioen op de weg bij de Beloften. Het is weinig renners gegeven de verwachtingen die een palmares bij de jeugd scheppen in te lossen. Bij Démare lijkt het echter de andere richting op te gaan.
In zijn eerste profseizoen werd hij vierde in Kuurne-Brussel-Kuurne, die vreemde koers uit het openingsweekend die al eens in een sprint durft te eindigen. In de Franse rittenkoers Route du Sud won hij een etappe en passeerde bij schrijver dezes voor de deur in de leiderstrui. Van de zes overwinningen die zijn opgetekend, is de Vattenfall Cyclassics de meest spraakmakende. Démare klopte er Greipel en Boonen in de sprint na 245 km. Wij verwachten hem in Kuurne, Gent-Wevelgem en, waarom niet, Milaan – San Remo.
In de klimklassiekers hopen wij Romain Bardet (°1990, AG2R) in beeld te krijgen. Opnieuw in beeld, bedoelen we. De neoprof die vorig jaar tot diep in de finale van de Amstel Gold Race voorop reed en na een solo van 220 kilometer 25e werd, is Romain Bardet. In de jeugdreeksen in Frankrijk moest hij bergop weliswaar het hoofd buigen voor leeftijdsgenoot Thibaut Pinot, u allen bekend als ritwinnaar in de Tour, maar die lijkt voorlopig geen interesse te hebben in het klassieke werk.
Verder kan Bardet weinig adelbrieven voorleggen. Enkele ritten in de Ronde van de Toekomst en een tweede plaats in Luik-Bastenaken-Luik voor Beloften in 2011, na Tosh Van der Sande. Een afwerker lijkt Bardet niet te zijn, wel een overlever met lef en klasse die in elke klimklassieker kan meespelen. Als het niet dit jaar is, dan een van de volgende.
Hij zou dit voorjaar zomer een semi-klassieker kunnen winnen, die Tony Gallopin (°1988). De Fransman van Radioshack-Nissan is een raspaard met bescheiden stamboom. Zijn vader en twee nonkels waren profrenners zonder veel faam, nonkel Alain is sportdirecteur in de Radioshack-stal. Gallopin is een ongepolijste alleskunner: een tijdrijder die over kasseien kan vliegen maar ook een heuveltje op kan.
In 2012 werd Gallopin geplaagd door valpartijen en andere fysieke euvels. Indien hij deze winter echter de verwachte stap vooruit zet, zulllen we hem een volledig voorjaar op de voorposten zien. Tony Gallopin moet in staat geacht worden om Cancellara of – een mens weet nooit – Stijn Devolder door Vlaanderen te gidsen alsook om Schleck kundig af te zetten in het draaien-en-keren van de Amstel Gold Race. Daartussen zijn voldoende voorjaarskoersen beschikbaar om zelf een keer wat troeven op tafel te gooien.
En wie weet, over een jaar of dertig, schrijven we hier wel over het ultieme raspaard uit de stal-Gallopin. Daarvoor moet zijn relatie met de piepjonge Frans kampioene en toptalent Marion Rousse (°1991, Lotto-Belisol) de hoge vlucht nemen die hopelijk ook voor zijn eigen wielercarrière in het verschiet ligt.
- De grootste niet-winnaar uit het peloton - 13/09/2016
- Duizenden kilometers op kop - 29/06/2016
- Een biljartvlakke rit - 28/06/2016
Ik kan geen woorden vinden die voldoende uiting geven aan het gevoel van dank en gelukzaligheid die door deze bijdrage als een klaroenstoot door mijn hoofd gieren. Het ochtendgloren! Ze leeft nog. Hier gaat het toch om? Ze komt weer: de Koers!