Een déjà vu lijkt het. Wie op de laatste zaterdagmiddag van februari 2011 de televisie aanzet en precies op tijd is om te zien hoe twee koplopers aan de apotheose van de Omloop Het Nieuwsblad beginnen, zal wellicht een kort moment twijfelen aan de eigen waarneming. Betreft dit een rechtstreeks verslag van de opening van het Noord-Europese wielerseizoen of worden er, al dan niet abusievelijk, beelden van twee jaar eerder vertoond? Twee koplopers, de voorste in een zwart getint shirt, de renner achter hem in het kenmerkende oranje-blauw-wit van de Rabobank-ploeg, passeren de blauwwitte banier van de laatste kilometer in een tempo dat meer past bij een zondags tochtje naar de bakker voor een paar verse croissants en een zak krentenbollen, dan bij een tweestrijd wie de 66ste editie van de Omloop aan zijn palmares mag toevoegen. Het vertoonde schouwspel lijkt sprekend op dat uit 2009. Argeloze televisiekijkers, die met iedere seconde die verstrijkt meer beginnen te twijfelen of ze niet naar oude beelden zitten te kijken, worden in hun onzekerheid gesterkt als ze in de renner in het Raboshirt Sebastian Langeveld herkennen. Precies! Die reed daar twee jaar geleden ook in het gezelschap van een medevluchter in een donker tricot. Dat moet oude koek zijn. Foutje van de Vlaamse televisie? Belgenmopje van een olijke regisseur? Omloop afgelast misschien?

Het zou niet de eerste keer zijn. In zowel 1986 als 2004 gooiden de weergoden – figuurlijk – roet en – letterlijk – sneeuw in het hors-d’oeuvre van het wielerjaar en belemmerden zo het peloton de ruim 200 kilometer door het Vlaamse land af te leggen. Zou dat in 2011 opnieuw het geval zijn? En wordt er nu als goedmakertje een eerdere editie op televisie vertoond? Wie een kleine minuut naar het televisiescherm blijft kijken, ziet echter gaandeweg steeds meer verschillen met de beelden van twee jaar eerder. Het is wel degelijk Sebastian Langeveld die, net als in 2009, in kansrijke positie aan de laatste duizend meter van de Omloop Het Nieuwsblad begint, maar ditmaal is de ‘man in black’ in wiens gezelschap hij verkeert, niet Heinrich Haussler, maar Juan Antonio Flecha. En er zijn meer aanwijzingen die ervoor zorgen dat het idee een déjà vu waar te nemen smelt als sneeuw voor de zon. De voorsprong van de twee op de favorietengroep bijvoorbeeld. Maar ook de weg naar de aankomstlijn in Gent. En het belangrijkste: de afloop. Eindigde de Omloop Het Nieuwsblad in 2009 voor Sebastian Langeveld nog in een deceptie van jewelste, twee jaar later zijn de kaarten anders geschud.

Handslag

Als het peloton zich op de laatste februaridag van de ‘zeroes’ opmaakt voor de allereerste Omloop Het Nieuwsblad – de 63 voorgaande edities werden verreden onder de naam Omloop Het Volk, maar door een fusie tussen beide kranten gaat de eendagskoers vanaf 2009 onder haar huidige naam door het leven – wordt Sebastian Langeveld als niet veel meer dan een outsider beschouwd. De Zuid-Hollander staat in de pikorde binnen de Rabo-ploeg achter renners als Nick Nuyens en Juan Antonio Flecha en wordt op voorhand geacht zich in aanloop naar de finale weg te cijferen voor zijn sterkere en meer ervaren teamgenoten. Bij het ingaan van zijn derde profjaar in dienst van Rabobank is Langeveld vooral bekend van een paar keer ‘net niet’. Precies 52 weken eerder had hij in Kuurne-Brussel-Kuurne zijn meerdere moeten erkennen in landgenoot Steven de Jongh en ook tijdens de Nederlandse kampioenschappen van 2007 en 2006 was er in de persoon van Koos Moerenhout en, het jaar voordien, Michael Boogerd telkens precies één andere renner sterker. Met zijn tweede plek achter Boogerd op de nationale titelstrijd in Maastricht had Langeveld in 2006 opzien gebaard. Niet alleen door zijn aanvallende rijden, maar ook omdat hij er, ten overstaan van televisiekijkend Nederland, een transfer van de Skil-Shimano-ploeg naar Rabobank rondmaakte door toekomstig ploeggenoot Boogerd opzichtig het rood-wit-blauw te gunnen. ‘Breuk vraagt of het in orde is’, registreerden de NOS-camera en -microfoon ondubbelzinnig uit de mond van Boogerd. ‘Wie?’, was de naïeve reactie van een enigszins stoïcijns kijkende Langeveld. ‘Breukink’, anticipeerde Boogerd kortaf, zichtbaar geïrriteerd dat zijn medevluchter de bijnaam van zijn aanstaande ploegleider niet leek te kennen. Of dat veinsde. Met een vluchtig knikje had Langeveld kenbaar gemaakt dat het inderdaad goed zat. Boogerd de nationale titel, hij een dik contract bij Rabobank. Het NK werd die dag niet beslist op de Pietersberg, maar bij handslag.

Strijdplan

Ondanks dat een aansprekende overwinning op zich laat wachten, bewijst Langeveld met enkele ereplaatsen geknipt te zijn voor het eendaagse werk. Een topfavoriet om de eerste Omloop Het Nieuwsblad – onder die naam, welteverstaan – te winnen heeft Rabobank niet in haar gelederen. Met Flecha, Nuyens, Langeveld en helpers als Joost Posthuma en Bram Tankink wordt de ploeg echter geacht als collectief een stevige vuist te kunnen maken tegen renners als Tom Boonen, Thor Hushovd, Philippe Gilbert en Filippo Pozzato. Op de Taaienberg, 55 kilometer voor de finish, besluit de oranje-blauw-witte brigade er eens een ferme klap op te geven. Langeveld en zijn ploeggenoten schudden zo hard aan de boom dat zelfs de vier grootste kanshebbers moeten loslaten als ware ze een stel overrijpe appels. De versnelling van het Rabocollectief is niet eens zozeer tactiek, maar komt vooral voort uit frustratie. Enkele kilometers eerder is een kwartet, dat achter vijf vroege vluchters reed en enkele minuten voor het peloton, met namens de bankiersploeg Maarten Tjallingii, door de wedstrijdleiding bruusk uit koers gehaald. De vier hadden een gesloten spoorwegovergang genegeerd en werden geboden de remmen dicht te knijpen. Het vooraf opgestelde strijdplan om met Tjallingii een vooruitgeschoven pion te hebben bij het ingaan van de finale, kan dus regelrecht de prullenbak in. Rabobank moet iets anders verzinnen. Vandaar dat Flecha, Nuyens, Langeveld en Posthuma besluiten het peloton op de Taaienberg stevig uit te dunnen.

Als een raket met meerdere trappen, die na de lancering een voor een wegvallen, vuurt de Raboploeg kort na de Eikenberg Langeveld af. In gezelschap van Heinrich Haussler gaat de Nederlander op zoek naar vijf koplopers. Op de kasseien van achtereenvolgens de Paddenstraat, de Lippenhovestraat en de Lange Munte is het kwintet totaal geen partij voor de tandem Langeveld-Haussler. Die dendert, op de hielen gezeten door de favorietengroep, richting de aankomst in Gent. Niet alleen Boonen, Gilbert, Pozzato en hun helpers laten zich bepaald niet onbetuigd in het achtervolgingswerk, ook Langevelds ploeggenoten Nuyens en Flecha voeren met regelmaat het tempo op, in een poging de twee vluchters bij te halen. Later zal Langeveld aangeven begrip te hebben voor die toch merkwaardige ploegentactiek. Rabo wilde de druk op de sneller geachte Haussler opvoeren en de Australische Duitser (of Duitse Australiër; kiest u zelf – Haussler werd namelijk geboren als zoon van een Duitse vader en een Australische moeder) dwingen kopwerk te blijven verrichten. Dat Hausslers Cervélo-ploeggenoot Thor Hushovd misschien wel de snelste sprinter in koers is en zo in een koninklijke zetel naar Gent wordt gevoerd, wordt gemakshalve maar even vergeten. Of erger, genegeerd. Ploegleider Erik Dekker maakte na afloop tegenover terecht kritische journalisten in elk geval geen sterke indruk als hij de vreemde Rabo-strategie probeert recht te kletsen.

Stofwolk

Bij het ingaan van de slotkilometer naar de aankomstlijn op de Charles de Kerchovelaan heeft het leidersduo niet meer dan acht seconden voorsprong. Terwijl Hushovd het zekere voor het onzekere neemt en lead-out Andreas Klier sommeert een sprint voor te bereiden, slingeren zijn ploeggenoot Haussler en Sebastian Langeveld door de straten van Gent alsof ze een sprintfinale op de baan rijden. Geen van beiden wil op kop de laatste hectometers in. De twee koplopers kijken niet de kat uit de boom, maar een compleet dierenasiel. Even elkaars kettingblad monsteren, korte blik in de richting van de achtervolgers, naar de kant van de weg sturen, benen nog maar eens stil houden, voorzichtige schijnbeweging, wéééér over de linkerschouder loeren. Tot een echte surplace komt het niet, maar het scheelt weinig. Ondertussen hebben de achtervolgers hun snelheid steeds verder opgeschroefd. De voorsprong van Langeveld en Haussler en daarmee de tijd die hen rest om een eindsprint in te zetten, smelt als een ijsje in een sauna. In de slotminuut van de Omloop Het Nieuwsblad volgen de schermutselingen elkaar in sneltreinvaart op. Er gebeurt die zaterdagmiddag op de Charles de Kerchovelaan meer dan dat er zich normaal gesproken in een hele maand afspeelt op de brede avenue in hartje Gent. Om te beginnen belemmeren de auto’s en motoren van de wedstrijdleiding en enkele journalisten de vaste camera’s het koersverloop duidelijk in beeld te brengen. Wie thuis voor de televisie zit zal meermaals een hartgrondige vloek richting het vierhoekige stuk elektronica hebben geworpen, om zo een hoop frustratie kwijt te raken. De karavaan, die de renners voorgaat, is als een hinderlijke stofwolk en tussendoor moet een ieder maar zien hoe een glimp van de ontknoping van de Omloop op te vangen. Degenen die daar in slagen zien allereerst dat Langeveld en Haussler sneuvelen in het zicht van de haven. Voor hen is de openingsklassieker van het Vlaamse wielerseizoen een paar hectometer te lang. Onder impuls van Andreas Klier strijkt een twintigtal renners precies op tijd op het duo neer.

Net op dat moment vliegen er achter de jurywagens, die door de opzichtige logo’s van hoofdsponsor Het Nieuwsblad op het dak nog net iets meer zicht ontnemen dan een normale auto, enkele fietsen door de lucht. Martin Velits en Tomas Vaitkus zijn de onfortuinlijke berijders, die in de laatste rechte, maar licht hellende, lijn naar de aankomst ten val zijn gekomen, nadat Niki Terpstra een onverwachte manoeuvre naar de rechterkant van de weg heeft gemaakt. Terwijl Thor Hushovd links achter de rug van Andreas Klier vandaan stormt en zijn eindschot lanceert, doet Langeveld nog een verwoede poging mee te spurten voor een ereplaats. Op de televisiebeelden vanuit de lucht, die pas worden vertoond als de uitslag al bekend is, is goed te zien wat er precies gebeurt. De Nederlander zet vanuit het wiel van Haussler aan, stuurt enkele meters naar links en komt zo klem te zitten tussen zijn voormalige vluchtmakker en de eersten van de sprintende groep. Filippo Pozzato is de ongelukkige tegen wie Langeveld aanbotst. De Italiaan raakt uit balans, toucheert het achterwiel van Klier en valt. Pechvogel Langeveld kan de fiets van Pozzato niet meer ontwijken en klapt eveneens tegen het asfalt. Zijn kansen op de overwinning waren al weg, maar nu is ook een ereplaats buiten bereik.

De enige die geen milliseconde hinder ondervindt van alle consternatie is Thor Hushovd. Terwijl lead-out Klier verbaasd achterom kijkt wie tegen zijn achterwiel tikte en vervolgens de zege van zijn kopman alvast begint te vieren, moeten de naaste belagers van de Noorse spurtbom stuk voor stuk uitwijken voor de vallende Pozzato en Langeveld. Nummers 2 en 3, Kevyn Ista en Juan Antonio Flecha, Langevelds ploeggenoot bij Rabobank, staan dan ook ‘niet op de foto’, zoals dat zo mooi heet. Na een kleine minuut verbouwereerd op het Gentse asfalt te hebben gelegen, krabbelt Langeveld weer overeind om op een troosteloze 94ste plek over de finish te sukkelen. Ondertussen staat Hushovd breed lachend de felicitaties in ontvangst te nemen. Twee honden vochten om een been, Hushovd gaat er mee heen. Haussler heeft de valpartij weten te ontwijken, maar sprint nauwelijks mee. Hoeft ook niet. Hushovd rijdt immers in hetzelfde Cervélo-tricot. Voor die ploeg heeft de gekozen tactiek wél gewerkt.

Oortjes

Een déjà vu. Sebastian Langeveld zal het twee jaar later ongetwijfeld een paar keer hebben. Na een ‘sukkeljaar’ door onder meer een onwelwillende knie, had de Zuid-Hollander zichzelf in de winter aan een stevig trainingsregime onderworpen. Revanche wilde hij. Op zichzelf. Op de teleurstellende afloop van de Omloop Het Nieuwsblad van 2009. En ook een beetje op Adrie van der Poel. De voormalige winnaar van de Ronde van Vlaanderen en Luik-Bastenaken-Luik in de jaren ’80 had in een column in weekblad Aktueel venijnig uitgehaald naar Langeveld en diens teleurstellende optredens in 2010. De woorden van Van der Poel flitsen meermaals door het hoofd van de Raborenner als het peloton in een kletsnat Gent aan de start staat van de 66ste Omloop. Het had maar weinig gescheeld of de ouverture van het Noord-Europese wielerseizoen was niet doorgegaan. Ditmaal niet vanwege winterse weersomstandigheden, zoals in 1986 en 2004, maar door geruzie over oortjes. De UCI had het gebruik van de communicatiemiddelen uitdrukkelijk verboden, maar renners en ploegleiders wilden ze toch inzetten. Daarop had voorzitter Pat McQuaid gedreigd zijn juryleden terug te trekken. Dat zou automatisch betekenen dat de koers geen doorgang zou kunnen vinden, aangezien de verzekeringsgarantie van de hele karavaan automatisch vervalt zodra de UCI de handen van de koers trekt. Lange tijd leek het peloton, ondanks het dreigement van McQuaid, voet bij stuk te houden, maar ter elfde uren kozen renners en ploegen toch eieren voor hun geld. Met name de Belgische teams wilden niet dat wedstrijdorganisatoren de dupe zouden worden van het geruzie met de UCI en besloten in te binden. Geen oortjes dus in de Omloop Het Nieuwsblad. De stukjes elektronica zouden in 2011 alleen in enkele meerdaagse rondes worden toegestaan, vervolgens geheel in de ban worden gedaan, om uiteindelijk vanaf september 2015 dan toch in nagenoeg alle belangrijke wedstrijden te mogen worden gebruikt.

Het verbod op communicatie betekent dat er tijdens de koers geen stemgeluid vanuit de ploegleidersauto van Erik Dekker in het oor van Sebastian Langeveld klinkt. In plaats daarvan nestelt de eigen stem van de renner, als ware het een hardnekkige oorwurm, in zijn hoofd bij het ingaan van de slotkilometers. Daar rijdt hij weer in voorste positie. Opnieuw in gezelschap van een medevluchter, net als twee jaar eerder. En wederom een ‘man in black’, een renner in een zwart tricot. En, net als Heinrich Haussler toen, een renner die ooit van nationaliteit is gewisseld. Een goede bekende ditmaal. Nadat Langeveld op de Eikenberg, liefst 53 kilometer voor de finish, aan een solo was begonnen – naar eigen zeggen achteraf niet zozeer met het idee in zijn eentje naar Gent te rijden, maar om een ontsnapping met een selecte groep op gang te brengen en de koers open te breken – is slechts één concurrent in staat geweest hem bij te halen. Niet zomaar een renner. De winnaar van de vorige editie en tevens de man die in 2009 in zekere zin Langevelds kopman was bij Rabobank. De man ook die, na de valpartij van Langeveld op de Charles de Kerchovelaan, de eer van de ploeg nog enigszins redde door naar de derde plek te sprinten. Inderdaad, Juan Antonio Flecha. De Argentijnse Spanjaard (of Spaanse Argentijn; u mag nogmaals zelf kiezen – Flecha verhuisde als kind van zijn vaderland Argentinië naar Spanje en liet zich daar naturaliseren) was in de winter van 2009 verkast van Rabobank naar het nieuwe Team Sky. Manager Dave Brailsford had Flecha aangetrokken om naast Edvald Boasson Hagen als kopman te fungeren in het klassieke werk. De Spanjaard had de verwachtingen direct waar gemaakt door in de finale van de Omloop Het Nieuwsblad uit een vijf man sterke kopgroep weg te springen en na een knappe solo Team Sky de eerste aansprekende zege in de geschiedenis van de ploeg te bezorgen. Het zou het begin zijn van een lange reeks van grote overwinningen, die Team Sky zou weten te boeken.

Ballast

Een jaar later wil Flecha niets liever dan zijn zege prolongeren, maar dan moet hij wel zijn ontketende ex-Raboploeggenoot Langeveld zien te bij te halen en zijn prooi vervolgens verschalken. Ontevreden over het tempo waarin een elf man sterke groep net na de Leberg de Nederlander achtervolgt, maakt Flecha zich, met nog 28 kilometer te rijden, los van zijn metgezellen. In de beleving van de Spanjaard voelt het tiental eerder als overbodige ballast dan als de broodnodige versterking om de voorsprong van vijfkwart minuut, die Langeveld in de achterliggende driekwartier heeft opgebouwd, te doen slinken. Flecha heeft zich de laatste minuten zichtbaar opgewonden over het gebrek aan samenwerking. Zelf verricht hij veruit het meeste kopwerk. Getergd besluit hij zijn tien kompanen op de Paddestraat achter zich te laten en alleen op zoek te gaan naar de koploper. Dat precies op het moment dat Flecha versnelt het merendeel van de groep kortstondig de benen stil moet houden omdat Martijn Maaskant op de natte en aalgladde kasseien onderuit glijdt, vergemakkelijkt het de Spanjaard om weg te rijden. Ondertussen hebben in het peloton, iets verderop, favorieten als Tom Boonen en Philippe Gilbert amper benul van hun achterstand op Langeveld. De afwezigheid van de beruchte oortjes speelt hen duidelijk parten en levert televisiebeelden op van zichtbaar gefrustreerde en teleurgestelde kampioenen. De meerdere minuten tijdverschil zullen zij niet meer goedmaken. Weg kans om aan het begin van het seizoen een fraaie slag te slaan. Gilbert heeft al twee keer gewonnen, voor Boonen zal de Omloop een hiaat op zijn palmares blijven.

Zoals een droog stuk krantenpapier met een simpel vlammetje in een mum van tijd compleet wegbrandt, zo verdwijnt ook de voorsprong van Sebastian Langeveld. Een slordige twaalf kilometer heeft Flecha nodig om zijn voormalige ploeggenoot te beroven van diens 77 tellen bonus en op het achterwiel van de verbouwereerde Nederlander te duiken. Het is een mentale tik waar Langeveld zichtbaar even van moet bekomen. Flecha op zijn beurt ruikt ondertussen bloed. De déjà vu naar twee jaar geleden begint zich langzaam te openbaren. Langeveld versus een sterker geachte opponent in een zwart getint tricot. Wederom. Het zal toch niet?!

Verschillen met het scenario uit 2009 zijn er echter ook voldoende. Om te beginnen is de voorsprong van de leiders ditmaal een stuk groter. Dankzij afstopwerk van Lars Boom namens Rabo en Matthew Hayman van Team Sky gaan Langeveld en Flecha met bijna twee minuten marge de laatste tien kilometer in. Bovendien is de aankomstlijn nu niet getrokken op de verraderlijk oplopende Charles de Kerchovelaan, maar op het Sint-Pietersplein – hemelsbreed nog geen tweehonderd meter verderop. Ondanks dat Langeveld in rap tempo is bijgehaald door Flecha, voelt hij zich in een sprint-à-deux niet bij voorbaat kansloos tegen zijn oud-ploeggenoot. Ook die is allerminst zeker van zijn zaak en dus besluit de Spanjaard een poging te wagen zijn laatst overgebleven opponent af te schudden. Met een korte en, voor zover je daarvan kunt spreken na bijna 200 kilometer koers, venijnige versnelling tracht hij de Nederlander het laatste restje krachten uit de benen te doen sijpelen. Langeveld laat Flecha echter niet ontglippen. Als een politiehond die een drugsdealer bij de kladden grijpt en niet loslaat voordat er een strikt commando is gegeven, duikt de Nederlander op het achterwiel van zijn medevluchter en laat er geen misverstand over bestaan dat ontsnappen kansloos is.

Stervende zwanen

Flecha kijkt na zijn mislukte aanvalspoging een paar keer om, recht in het vermoeide gelaat van zijn Nederlandse metgezel, maar die geeft geen krimp. De twee praten wat – zou Flecha proberen een dealtje te sluiten? – en doen om de beurt voorzichtig wat kopwerk. Duidelijk met de handrem erop, om niet overbodig krachten te verspillen die in de laatste hectometers nog wel eens broodnodig zouden kunnen zijn. Een sprint gaat uitmaken wie zich de winnaar van de 66ste Omloop Het Nieuwsblad mag noemen, zoveel is duidelijk. Nou ja, sprint. Twee stervende zwanen die een slow-motion van een sprint lijken uit te voeren, is wellicht een treffendere beschrijving. Het voorspel is opnieuw een déjà vu naar 2009. Kijken, uitsturen naar de kant van de weg, nog wat loeren, benen stilhouden, elkaar de kop opdringen. Het zijn de vaste inleidende beschietingen voordat een spurt met twee wordt ingezet. In tegenstelling tot twee jaar eerder is de marge van de koplopers nu voldoende om met het getreuzel weg te komen. Met nog vierhonderd meter te gaan kan Langeveld zijn geduld niet langer bedwingen. Brutaal passeert hij Flecha aan diens linkerkant en schroeft het tempo op. De versnelling die de Nederlander heeft staan is te groot om meteen genoeg snelheid te ontwikkelen en zijn tegenstander een paar meter achterstand te bezorgen. Flecha haakt gemakkelijk aan in het wiel van Langeveld, waardoor hetgeen zich in het doorregende centrum van Gent afspeelt meer lijkt op een lead-out die de sprint voor zijn kopman aantrekt dan op een tweestrijd.

Enkele tientallen meters verderop komt Flecha, op een kleiner verzet dan dat van Langeveld, uit het wiel van zijn opponent en kruipt steeds dichter naast de Nederlander. Die krijgt nu eindelijk rendement van zijn grotere versnelling. Ondanks dat hij in zijn linkerooghoek ziet dat Flecha langszij dreigt te komen, wringt hij het laatste beetje kracht uit zijn vermoeide lijf. Honderd meter is het nu nog maar tot de verlossende aankomstlijn. Beide renners voelen het melkzuur uit hun oren spuiten en zitten op het maximale van hun vermogen. Zij-aan-zij komen ze op de finish af. Schokschouderend. Als een jury punten zou moeten toekennen voor de schoonheid van sprinten, zouden beiden vermoedelijk geen voldoende krijgen. Voor enkele seconden blijft het verschil tussen beiden onveranderd. Degene met de beste ultieme ‘jump’ zal zich over een handvol seconden de winnaar mogen noemen. Nagenoeg gelijktijdig spannen beide renners hun armspieren aan om hun voorwiel zo ver mogelijk naar voren te drukken. Op het oog doet Flecha dat een fractie eerder dan Langeveld, waardoor hij meer profijt van zijn ‘jump’ lijkt te hebben. De Spanjaard lag op twintig meter van de finish echter nog altijd een kwart wiel achter. Langeveld zet een halve seconde later ook zijn ‘jump’ in.

Oude olifant

Menig televisiekijker zal niet durven zeggen wie er wint. Met het blote oog is nauwelijks waar te nemen welk voorwiel als eerste over de finish glijdt. Sebastian Langeveld laat er echter geen misverstand over bestaan wie de winnaar is. Direct na aankomstlijn gaat hij overeind zitten en heft trots beide armen in de lucht. Een wielrenner in een millimeterspurt weet over het algemeen meteen of het goed zit of niet. Die heeft geen finishfoto nodig. En Langeveld in Gent al helemaal niet. Hij weet zeker dat hij de snelste was. Honderd procent. Flecha buigt letterlijk en figuurlijk het hoofd. Terwijl de Nederlander de grootste overwinning uit zijn carrière al uitgebreid aan het vieren is, toont de Vlaamse televisieregie, nog geen tweeëntwintig seconden nadat de twee over de finishlijn zijn gekomen, de camerabeelden pal op de meet. Die laten er eveneens geen misverstand over bestaan. Sebastian Langeveld is de snelste en niemand anders. Amper twaalf centimeter is het verschil tussen hem en Flecha en dus tussen winst en verlies, na ruim tweehonderd kilometer fietsen in de stromende regen.

Even verderop, op de commentaarpositie van de NOS-televisie, dwarrelt een hersenspinsel door de bovenkamer van Neerlands bekendste sportverslaggever. Een déjà vu is het niet te noemen. Het is eerder een herinnering. Aan een gesprek dat hij ooit eens voerde met een bioloog, die hem, ongevraagd, tal van triviale feitjes voerde over de fauna die Moeder Aarde bevolkt. Spontaan slingert de commentator een vergelijking, die hem dankzij dat gesprek invalt, zijn microfoon in en zo honderdduizenden Nederlandse huiskamers. ‘Twaalf centimeter!’, roept Mart Smeets op de hem bekende toon. ‘Een truthaar van een oude olifant!’

Vincent de Lijser