Foto Maartje Dijkgraaf

Fietsinspiratie

Solo

Scheiden is lijden. Of toch rijden.
Wattages, ftp, gewicht, schema’s in Trainingpeaks, nieuwe kit, fiets geüpgraded naar DI2, carbon wielset erin. Alles op orde en het lijkt wel of ik m’n leven als een prof leef (zonder de gewenste resultaten). Niks is minder waar. Een story van mijn rit of hardlooptraining op Instagram, bijna elke dag. Zonder context, tenzij je een aantal posts van het afgelopen jaar echt zou lezen. Dwars door de selfie heen zou kijken. Want aan de buitenkant ziet het er allemaal best prima uit. Net als bij velen, totdat je echt goed kijkt.

Bijna 10 maanden geleden strandde mijn huwelijk. Twee kinderen, een prachtig gerenoveerd huis, een baan en een sportief leven. Van dat plaatje is weinig meer over. En dat is rauw, rouw en een trauma. Voor iedereen die erbij betrokken is.

De één zet het op een zuipen, de volgende rent in de armen van de eerste de beste Tinderdate en weer een ander gaat fietsen. Dom lang fietsen, totdat de rijwind de tranen heeft laten opdrogen. Stampen op de pedalen en intussen alle woede eruit werken die anders misschien op mensen in mijn omgeving zou worden afgereageerd. Boos op de fiets stappen en enigszins gekalmeerd terugkeren, of murw opstappen en jezelf midden op de Lekdijk tussen Wijk bij Duurstede en Amerongen horen janken als een kind. Je weet wel, met van die gierende uithalen die niet te stoppen zijn.

Ik reed gemiddeld tussen de 500 en 700 kilometer per week deze zomer. Pure therapie. Omdat ik van gekkigheid niet wist waar ik het zoeken moest, ging ik er vrijwel elke dag op uit. Mijn kinderen waren voor het eerst op vakantie met hun vader en wat overbleef was een groot gapend zwart gat. Ik wilde geen mensen zien, alleen maar vluchten. Weg de natuur in, wind door m’n haren en hopen dat ik daarmee weer een stuk van de dag kon doden. Lekker fit werd ik er wel van.

Ik besloot later die vakantie mijn fiets mee te nemen in de trein naar Avignon, waar ik mijn dochter naartoe zou brengen zodat ze met een vriendinnetje en haar ouders kon kamperen. Een paar dagen weg in mijn eentje, kijken of ik de Ventoux zou kunnen bedwingen van meerdere kanten. De eerste dag ter plaatse brak aan en ik startte mijn eerste route van de week. Na 40 kilometer zag ik daar dan in de zinderende hitte de Ventoux opdoemen. 23 kilometer klimmen, dat was een pittige voor een poldervrouwtje. Maar ik begon eraan met een vreemd soort zenuwen. De eerste vijf kilometer was het zoeken naar het juiste ritme. Niet opblazen, niet opblazen, blijven drinken, oh ja eten. Tot ik op een bepaald moment een goede cadans vond. Daar, in de bloedhitte mezelf omhoog fietsend, keerde ik naar binnen. Alle pijn, gebeurtenissen, oud verdriet van vroeger, ik kon het recht aankijken. Met een hartslag van 175, dat ook. Toch kostte het me fysiek geen enkele moeite om die 23 kilometer tot de top af te leggen. Elke waarschuwing die ik van tevoren kreeg, leek niet te kloppen. Het deed geen pijn, de hitte was lekker en de wind op het laatste stuk verkoelend. Achteraf bezien was de mentale pijn gewoon zo overweldigend, dat de rest licht als een veertje voelde.

In mijn eentje bovenkomen was blijkbaar nog een applaus van wat andere toeristen waard, maar het deed me vrij weinig. Janken, dat moest ik. En eten en drinken. De foto is gemaakt en ziet er ook nog vrolijk uit, maar ik kan me er weinig van herinneren. Op de automatische piloot at ik wat, want 90 op de teller en nog 40 te gaan. Op het terras, in de zon en de wind, wit uitgeslagen van al het zoute zweet.

Om uiteindelijk weer op te stappen voor de afdaling en de terugrit. Hier had ik naar uitgekeken, want een maand eerder had ik met mijn beste vriend in Italië gefietst en het afdalen had ik wat beter onder de knie. Dacht ik. De eerste tien minuten gingen prima, weinig verkeer en een vrij brede weg, dus ik durfde in de drops en dacht goed na over de techniek. Totdat daar die taxi in een bocht een klimmende fietser inhaalde en recht op me af kwam. Ik week uit en heb waarschijnlijk te bruusk geremd. Ik voel nog steeds de paniek en de controle die ik verloor. Om vervolgens met een rotklap het asfalt te raken. Ik herinner me een enorm lawaai, achteraf was dat het geluid van mijn fiets die in tweeën brak en ik sprong uit paniek direct op. Ik sloeg direct achterover terug tegen de grond en voelde een scherpe pijn in m’n hoofd en borstbeen. Dit is foute boel, dat voelde ik direct. De bestuurder van de taxi riep nog iets en trok vervolgens doodleuk op. De fietser die omhoog reed heeft blijkbaar eerst vijf minuten op de grond gezeten van schrik. Een Nederlands stel raapte me op. De vrouw ging met me mee naar het ziekenhuis, de man nam mijn fietswrak mee naar de camping. Later bleek dat ze de vrouw ook nog hadden opgesloten in de wachtkamer, totdat ik zei dat er iemand zat die vast ook graag weer terug naar haar gezin wilde. Eenmaal in het ziekenhuis werd ik niet geholpen, maar in een grote hal gelegd met nog zo’n vijftien anderen. Een oude dame lag er letterlijk naast me dood te gaan. De uren verstreken en ik belde mijn beste vriend. Ik dacht echt dat ik gek werd, maar hij wist me te kalmeren. Hij liet me inzien dat ik dit moest uitzitten en dat het ooit voorbij zou gaan, hoe diep dit dieptepunt ook mocht zijn. Uiteindelijk werd ik na middernacht onderzocht met als uitslag een gebroken sleutelbeen, gekneusde ribben en een hoop schaafwonden.

De host van de B&B waar ik verbleef, heeft me in het holst van de nacht opgehaald. Van mijn fietsmaatjes kreeg ik videoboodschappen. Tientallen beterschapsberichtjes, van bekenden en minder bekenden. Het Nederlandse gezin bracht me mijn fiets zodat ik de bruikbare onderdelen er nog af kon halen en een vriendin haalde me op in Parijs, omdat ik met de trein niet verder kon komen dan tot daar. Te zot voor woorden, want ze was net bevallen en heeft onderweg uren zitten kolven. En daarmee werd het ook een mooie ervaring met een belangrijke conclusie: ik hoef het niet allemaal alleen te dragen.

Foto Maartje Dijkgraaf

Bekijk ook van HetisKoers!

Elke renner zijn eigen Roubaix geschiedenis

Over de vele verhalen van Roubaix die koers kleuren van de kop van de koers tot achterin het peloton

Koersverhalen

Zien we de geboorte van de wielerhooligan?

Koersverhalen Wielercultuur