Wielrennen in wedstrijdverband is op dit moment een no-go. Om maar te zwijgen over het fietsen op één fiets, met twee personen… Baanwielrennen op de tandem was jarenlang een wedstrijdvorm die werd beoefend op NK’s, WK’s en Olympische Spelen.
Voorop de fiets zat de piloot, captain of stuurman, de achterrijder noemde je een stoker. Bernard Leene en Daan van Dijk werden er, als enige Nederlanders, in 1928 Olympisch kampioen mee.
Op de foto rijden Lau Veldt (voor) en Sjaak Pieters in 1977 in Utrecht naar de Nederlandse titel. Dat deden ze vaker, met elkaar maar ook met andere tandemgenoten. Beiden werden ook derde bij het WK, Veldt en Pieters in 1978, Pieters vier jaar later – toen met Ton Vrolijk – nog een keer.
Maar de discipline tandem stierf langzaam uit. In 1972 was ’t voor het laatst Olympisch, in 1994 waren de Fransen Fabrice Colas en Frédéric Magné de laatste wereldkampioenen. Dameskampioenschappen waren er niet.
De laatste decennia is de discipline teruggekeerd, als wedstrijdvorm voor met name visueel beperkten. Met een slechtziende stoker achterop en een ziende stuurman ‘aan kop’.
Ben benieuwd wanneer (topsportende) tandemrijders in een anderhalvemetersamenleving weer mogen sporten. Laat staan wedstrijden rijden…
- UCI-man springt en juicht voor Jopie - 25/09/2020
- Raad het plaatje - 25/09/2020
- De spreekwoordelijke rode lantaarn - 18/09/2020