Taart met zure room voor de vandaag, 7 november, jarige Oier Lazkano (1999)
Op deze plaats had een verhaal moeten staan over een jonge, talentvolle Spanjaard. Een waarvan de algemene verwachting luidde dat de wereld nog veel van hem zou gaan horen de komende jaren. En veel plezier van zou gaan beleven. Een allrounder bovendien, die niet alleen in menig rittenkoers met zijn ongebreidelde aanvalslust een saaie overgangsetappe zou weten te transformeren in een boeiend schouwspel, maar ook een die over een uitstekende tijdrit beschikt en zelfs in de Noord-Europese voorjaarsklassiekers een niet te onderschatten rol van betekenis kan spelen. Dat laatste etaleerde de Spanjaard in Dwars door Vlaanderen in 2023. Op de bonkige kasseien trok de renner van Movistar al in een vroeg stadium ten aanval om vervolgens schijnbaar moeiteloos verraderlijke scherprechters als de Hotond en de Nokereberg te verteren. Toen de finale van het aperitief voor de Vlaamse Hoogmis, die vier dagen later op de kalender staat, haar aanvang nam, kon slechts een vroege vluchter de ontketende Spanjaard bijhouden. Dat was dan ook niet zomaar de eerste, de beste, maar Alexander Kristoff. De Noor, een klein decennium eerder nota bene winnaar van de Ronde van Vlaanderen en een specialist in het Vlaamse voorjaarswerk, had echter duidelijk zichtbaar de grootst mogelijke moeite zijn jonge metgezel bij te benen. Ook toen op minder dan zes kilometer van de aankomst in Waregem een favorietengroep op het tweetal neer was gestreken en Christophe Laporte zijn duivels ontbond om naar de zoveelste overwinning van Team Jumbo-Visma te snellen, toonde de Spanjaard zich nog immer meer dan weerbaar. Terwijl het groepje achter de Franse koploper zich opmaakte voor een sprint om de tweede plaats, piepte de renner van Movistar, in gezelschap van Neilson Powless, er toch nog weer van tussen om gezamenlijk de resterende podiumplekken weg te kapen voor de neus van spurters als Jasper Philipsen en Mads Pedersen. Menig Vlaming was onder de indruk van de kwaliteiten en de strijdlust van het onvermoeibaar ogende en dan pas 23 jaar jonge talent.
Drie maanden later laat de Movistar-renner opnieuw van zich horen en demonstreert dat ook in races tegen de klok serieus rekening met hem dient te worden gehouden. In het Spaans kampioenschap tijdrijden is alleen specialist Jonathan Castroviejo sneller. Drie tellen scheelt het slechts, op een afstand van 32 kilometer. Even kort je adem inhouden en weer uitblazen. Meer is het niet. Achtenveertig uur later toont de nipt geklopte renner aan wel degelijk ook te kunnen winnen. San Lorenzo de El Escorial, een buitenwijk van Madrid, is het decor van de strijd om wie een heel jaar lang een wit tricot mag dragen met een rood-geel-rode baan. Gesteund door zijn bij de start sterk vertegenwoordigde Movistar-team rondt het jonge talent het ploegenspel perfect af. Als een tiental renners zich op het geaccidenteerde terrein rond de Spaanse hoofdstad afscheidt van de rest, draagt veertig procent van hen het blauwe shirt van de telecomaanbieder. Het maakt het succesvol eindigen van de Spaanse nationale titelstrijd geen heel lastige opgave meer voor de pupillen van teammanager Eusebio Unzué. Op dertig kilometer van de aankomst plaatst de man in vorm een uitvalspoging. Ploeggenoten Carlos Verona en Gorka Izagirre transformeren onmiddellijk van knecht in waakhond en ondanks dat Juan Ayuso op de steile kasseiklim in de slotfase nog akelig dichtbij komt, wordt de titel veilig gesteld. Op het Tourdebuut moet de wereld nog een jaartje wachten, maar in de Vuelta is de trui van de Spaans kampioen een paar maanden later veelvuldig prominent te zien.
De opgaande lijn wordt in 2024 onafgebroken doorgetrokken en opnieuw laat de Spanjaard zijn veelzijdigheid als coureur zien. Een derde plek in Kuurne-Brussel-Kuurne, pal achter Wout van Aert en Tim Wellens, wordt afgewisseld met een top 10-klassering in de eindrangschikking van het Critérium du Dauphiné, een vierde stek tijdens het Spaanse tijdritkampioenschap en twee dagen later verdedigt de renner van Movistar zijn nationale titel op de weg met hand en tand. Ploeggenoot Alex Aranburu is ditmaal weliswaar de beste in San Lorenzo de El Escorial, zijn jonge collega beschermt kilometerslang zijn ontsnapping en eist vervolgens zelf de tweede plaats op. Zijn Tourdebuut luistert hij op met aanvalslustig en attractief rijden, hetgeen hem niet alleen tot een van de smaakmakers van de ronde maakt, maar waarmee hij ook de interesse wekt van Red Bull-BORA-Hansgrohe. In dienst van de Duitse superploeg stokt de opgaande lijn echter. Alsof iemand in een trein op volle snelheid plotseling aan de noodrem trekt.
In het Vlaamse voorjaar weet de Spanjaard aan het begin van dit jaar amper een deuk in een pakje boter te rijden en na een 117de – en laatste – plaats in Parijs-Roubaix verschijnt hij nergens meer aan het vertrek. De merkwaardige maandenlange afwezigheid roept vele vraagtekens op, maar renner en ploeg hullen zich in stilzwijgen. Tot iets meer dan een week geleden. ‘Oi Oi Oier’, plaatst een Het is Koers!-collega in een appgroepje. Bij het openen van het linkje naar een sportnieuws-website, onder het bericht, welt onmiddellijk het gevoel op dat de jaren ’90 of ’00 weer terug zijn; de tijd dat dopingschandalen als paddenstoelen de grond uit rezen en er bijna dagelijks nieuwe beschuldigingen of bekentenissen opdoken. De UCI maakt wereldkundig dat Oier Lazkano per direct is geschorst na meerdere afwijkende waarden in zijn biologisch paspoort. Uitgerekend in aanloop naar Halloween slaat het dopingspook weer toe. De Spanjaard zelf ontkent elke betrokkenheid bij verboden middelen en het gebruik ervan. De leiding van Red Bull-BORA-Hansgrohe kan niet anders dan de renner op staande voet ontslaan. Ondertussen raakt de geruchtenmolen op toeren. Zo beweerde de Spaanse krant El País deze week bewijs te hebben voor de aantijgingen tegen Lazkano. Het laatste woord over de zaak is ongetwijfeld nog lang niet gesproken, maar het verhaal over die zo beloftevol lijkende renner, dat eigenlijk op deze plaats had moeten staan, eindigt al in mineur voordat het goed en wel begonnen was.
