Martijn Sargentini schreef vorige week over zijn bezoek aan het laatste rondje van Boogerd. Ook wij waren dat van plan. Boogerd voor zijn laatste koers aanmoedigen. Zijn geplande laatste koers dan, de Ronde van Lombardije.

Dat liep anders.

“Zelden zoveel warmte gezien, zelden zulke echte liefhebbers.”
M. Smeets, 20 oktober 2007

De eerste keer dat we Boogerd hadden zien winnen was in 1996. Het weekend van de Kraai, van de val van Indurain.

Het begon ergens in het voorjaar. Toen Michael Boogerd op 19 april zijn afscheid aankondigde. Bij de Twent, cyclotourist in Vlaanderen, Drieländer, Dolomieten, Limburg en Wallonië, begon iets te broeien. Hij was al in La Plagne geweest, bij Boogerds grootste overwinning. Op 11 juli deed hij een voorstel waarom we alleen maar van hem kunnen houden. Of we Boogerd gingen uitzwaaien. Bij zijn laatste wedstrijd. In Lombardije.

En hij stelde het niet alleen voor, hij regelde het ook. Voordat iemand ja of nee kon zeggen.
En dus gingen we naar Lombardije. Hij zou opvolger worden van Hennie Kuiper en Jo de Roo, door deze laatste klassieker te winnen. La classica delle foglie morte. Maar laten we niet op de zaken vooruitlopen.

Mart SmeetsVrijdag 12 okober bereikte ons een een verschrikkelijk bericht. In het onherbergzame Tholen, in het verre Zeeland, daar was onze held gevallen. Maar wij zijn echte supporters, dus wij gingen toch. We vertrokken de zaterdag tevoren. Iets later dan verwacht, maar ach. Een kleine acht files en Jupilers later waren we in Karelskoning, op de luchthaven Brussel-Zuid. RyanAir vloog ons snel naar Orio & Serio bij Bergamo, hun ‘Milaan’. Daar troffen wij de Keizer van Studio Sport. Verveeld zittend op twee stoelen. Hij had zijn hulpje, de koning van Biafra, al vooruit gestuurd, naar de Hertz. Samen vertrokken wij naar onze huurauto’s Sprekend over Boogie, en over 15 bier. Hij waardeerde onze komst.

’s Avonds gingen we het nachtleven verkennen. Maar wat te doen in die onbekende provinciestad, waar het lokale Atalanta die week 100 jaar bestond? De bars sloten vroeg, en wij bezongen onze wielerliefde over de lege Borgo Santa Catarina.

De volgende ochtend stonden we op met een fijne cappuccino alvorens met onze Meriva te vertrekken. Zouden we de Madonna nog op tijd kunnen bereiken?

Gelukkig bleek de koers nauwelijks afgezet en reden we op het parcours tot aan Madonna del Ghisallo. Dit is niet alleen de Redoute, de Muur, de Poggio van de Ronde van Lombardije. Nee, een slimme pater zorgde er ook voor dat Pius XII haar uitriep tot beschermheilige van de wielrenners.

En zo stonden we daar in het Heiligdom. We hoefden nauwelijks te wachten. In de zon, met een mooie fles Spügler. Want al snel kwamen daar de helden. Tossato werd voor onze neus ingelopen. Thomas Dekker stond er goed bij. Bettini reed wat achteraan, maar voor de wereldkampioen klonk het hardste gejuich. Of misschien was dat voor dat meisje, dat even later galant van haar fiets zou vallen.

Even later zou Ricco wegspringen. Cunego kwam bij hem. Die ging lopen linkeballen. Tot groot verdriet van de aanwezige Riccò Fanclub, getooid met gele petjes, zou de man uit Verona zegevieren.

En zo zat het er op voor ons. Na nog een foto met vrienden van de Piraat. We hadden onze passie getoond. Ook als er niets te winnen valt. Nee, juist als er niets te winnen valt,
toont de ware held zijn hart.

En zo vertelde ook Mart aan Maarten bij zijn verslag op Nederland 2: “Er zit een aantal Nederlandse wielerliefhebbers op de Madonna. Gisterenavond zijn wij geconfronteerd met een warmte die wij zelden hadden meegemaakt. Ze besloten vanochtend naar het kapelletje te gaan om iets moois te doen voor Boogie. Ik heb het zelden meegemaakt, die warmte, die tederheid.”

Meer Lombardije-foto’s : http://www.flickr.com/photos/romanista/tags/lombardia/

Rick Lindeman