Foto Adam Baker
Toen de vandaag (10 september) Filippo Pozzato zichzelf een Ferrari cadeau deed
Een diep ronkend geluid weerkaatst tegen de flanken van de Poggio. De op volle toeren draaiende V8-motor in de Ferrari 458, die op hoge snelheid de laatste en daarmee voornaamste scherprechter van Milaan-Sanremo op raast, doet het glas van de tientallen bloemenkassen langs de weg hoorbaar rinkelen. De bestuurder van de sportauto heeft hier al menigmaal gereden, maar zelden met de snelheid die hij nu bereikt. Meestal gaat Filippo Pozzato de Poggio namelijk op per fiets. In de eerste van de monumentale klassiekers op de jaarlijkse wielerkalender heeft hij dat al een tiental keer gedaan en in voorbereiding op de koers die als La Primavera – ‘de lente’ – bekend staat, doet hij dat traditiegetrouw vele malen vaker.
In de dagen voor Milaan-Sanremo verkent Pozzato, net als vele andere renners, de finale minutieus. De beklimming van de nog geen vier kilometer lange Poggio, met een gemiddeld stijgingspercentage van 3,7%, de direct erop volgende afdaling en de twee vlakke slotkilometers naar de aankomstlijn op de Via Roma in hartje Sanremo zijn niet de plekken om ook maar iets aan het toeval over te laten. Pozzato weet er alles van. Terwijl hij zijn donkerkleurige Ferrari 458 nog maar eens door een haarspeldbocht jaagt, gaan zijn gedachten terug in de tijd. Naar zaterdag 18 maart 2006. De dag dat alles op z’n plek viel.
Een brede grijns welt als vanzelf op het gelaat van de Italiaan op. De cameraman naast hem op de bijrijdersstoel legt het haarscherp vast. Voordat Pozzato zo meteen de interviewer, die de Nederlandse filmploeg aanvoert, te woord zal staan om herinneringen op te halen aan zijn overwinning in Milaan-Sanremo, zeven jaar eerder, wil de cameraman eerst nog een paar extra shots draaien. Of de Italiaan nog twee keer in zijn Ferrari de Poggio op wil razen, luidt diens verzoek. Natuurlijk wil Pozzato dat. Opnieuw toont zijn gelaat een brede glimlach.
Sommige televisieprogramma’s zijn met zo veel liefde en zorg gemaakt dat je ze eindeloos kunt blijven terugkijken, zonder dat ze ook maar een seconde vervelen. De special die Wilfried de Jong in 2013 maakt, als onderdeel van zijn toenmalige wekelijkse VPRO-reeks Holland Sport, is er een van. In aanloop naar Milaan-Sanremo reizen De Jong en zijn team af naar Noord-Italië. Ze bezoeken Loretto Petrucci, de dan nog in leven zijnde oud-winnaar die zegevierde in zowel 1952 als 1953. Met Mark Cavendish wordt diens sprintzege in 2009 gereconstrueerd en als De Jong een kijkje neemt op de flanken van de Poggio, doet hij dat in gezelschap van Pozzato, die vol bravoure in zijn Ferrari komt aan gescheurd. Zijn derde auto van het befaamde Italiaanse merk is het inmiddels al.
‘Steeds een nieuw model!’, verklaart de Italiaan glunderend wanneer De Jong, nadat hij middels een voice-over de kijker heeft geïnformeerd dat Pozzato zichzelf een Ferrari had beloofd als hij Milaan-Sanremo zou winnen, vraagt of dit de auto is waarmee de oud-winnaar zichzelf destijds beloonde. Niet dus. Na een 430 en een 430 Scuderia bestuurt ‘Pippo’, zoals Pozzato door de ’tifosi’ liefkozend genoemd wordt, nu een 458. Vervolgens duiken de presentator en zijn gast samen een van de bloemenkassen in, die op de flanken van de Poggio staan en waar sinds jaar en dag de typisch Noord-Italiaanse lenteflora gekweekt wordt. De kassen staan deels leeg. De eigenaar, ene Bruno, vertelt dat de bloemenindustrie in Sanremo al enkele jaren in een crisis verkeert. De fors gestegen huur van de kassen is niet of nauwelijks te compenseren met de opbrengst van de rozen en anjers die Bruno kweekt, waardoor de Italiaan van plan is zijn business voorgoed te staken.
Het verhaal van de bloemenkweker staat bijna haaks op de enkele minuten eerder in beeld gebrachte scène, waarin Pozzato met zijn peperdure Ferrari door de haarspeldbochten op de Poggio racete. Het is de vertelwijze van De Jong ten voeten uit. Elk verhaal heeft een keerzijde. Tussendoor schiet heel kort de ontknoping van Milaan-Sanremo van 2006 door het beeld. De koers verloopt dat jaar op de wijze die voor de voorjaarsklassieker karakteristiek is. Een grote groep favorieten smelt na de Poggio samen. Ondanks enkele verwoede pogingen heeft niemand tijdens de klim of de afzink een beslissing kunnen forceren en dus maken de renners zich in de slotkilometer op voor een sprint. Die weet Pozzato echter nog net handig te ontlopen.
De Italiaan heeft, in dienst van QuickStep, met de dan regerend wereldkampioen Tom Boonen een van de grootste kanshebbers voor de zege in zijn ploeg en van die situatie weten de twee coryfeeën optimaal te profiteren. Pozzato zet vroeg aan om verwarring te stichten bij Boonens concurrenten en hen tot achtervolgen te dwingen. Mocht de Italiaan zijn uitvalspoging niet weten vol te houden tot aan de meet, dan zit zijn Belgische ploegmaat klaar om de sprinters te verschalken. Dat laatste blijkt niet nodig. Pozzato brengt zijn ultieme demarrage, ingezet met nog driehonderd meter te rijden, tot een goed einde. Geen van de spurters weet hem nog te passeren. Alessandro Petacchi en Luca Paolini moeten genoegen nemen met ereplaatsen. Boonen glijdt achter hen juichend als vierde over de finish.
Terwijl een horde Italiaanse journalisten de kersverse winnaar, pal na de streep, bespringt, dwalen de gedachten van Pozzato alvast voorzichtig af naar de Ferrari die hij zichzelf een jaar later cadeau zal doen. Het wordt een 430. Bloemenkweker Bruno denkt er het zijne van als Pozzato trots over zijn auto’s vertelt. Voor hem is Milaan-Sanremo door de crisis al lang niet meer het feest dat het in vroeger tijden was. ‘En als Pozzato hier weer voorbij koerst?’, wil De Jong tenslotte nog weten. ‘Viva Pozzato! Laten we hopen dat hij wint’, luidt het geruststellende antwoord.