Wielercultuur

Toen de vandaag (16 augustus) jarige Jelle Nijdam schoorvoetend Parijs-Tours won

In Ierland regent het gemiddeld tussen de 155 en 225 dagen per jaar. Je hoeft geen groot rekenaar te zijn om met een gerust hart te kunnen stellen dat het hemelwater er haast vaker wel dan niet uit de lucht komt vallen, en dat de kans dat het peloton gedurende een vijfdaagse rittenkoers door het land van de pubs en ‘shamrocks’ zo goed als zeker een of meerdere dagen een nat pak zal halen. Voor menig renner, die er al een aantal zware en vermoeiende koersmaanden op heeft zitten en kampt met een verminderde weerstand, is de Ronde van Ierland de spreekwoordelijke druppel die de emmer kan doen overlopen. Niet zelden zijn een rauwe keel en een loopneus de tol die betaald wordt voor een klein weekje fietsen op Iers grondgebied. Jelle Nijdam kan er over mee praten.

De Nederlander is snotverkouden als hij in het najaar van 1989 vanuit Dublin terugvliegt naar het Europese vaste land. Niet dat het hem heel veel kan schelen als hij merkt dat een lamlendig gevoel zijn lijf en lendenen steeds meer in haar greep begint te nemen. De renner uit de Superconfex van Jan Raas heeft een ijzersterk seizoen achter de rug en is toe aan een welverdiende periode van rust. Parijs-Tours, de laatste koers op zijn programma, kan hij missen als kiespijn. Al tijdens de Ronde van Ierland had Nijdam zijn ploegleider te kennen gegeven liever forfait te geven voor de Noord-Franse najaarsklassieker. Raas had ingestemd, onder één voorwaarde. Alleen als hij tijdig een invaller voor Nijdam kan vinden binnen de Superconfex-gelederen, is hij bereid zijn akkoord te geven.

Het in een laat stadium optrommelen van een vervanger is, in een tijdperk waarin de mobiele telefoon nog geen deel uitmaakt van het dagelijks leven, bepaald geen sinecure. Raas heeft voor Parijs-Tours alleen Noël Segers achter de hand om Nijdams plaats in de ploeg in te nemen, maar hoe vaak hij ook telefonisch contact probeert te leggen met de Belgische routinier, het lukt niet om hem op tijd te pakken te krijgen. Er rest de Zeeuwse ploegleider geen andere optie dan Nijdam toch nog eens te polsen of die niet alsnog in staat is om naar de Franse hoofdstad af te reizen en een koers van iets meer dan 280 kilometer uit zijn niet fitte lichaam te persen.

Loyaal als de tempobeul is, stemt hij toe. Met een hoofd vol snot en ver verwijderd van de beste conditie uit zijn leven, reist Nijdam te elfder ure dan toch maar af naar Parijs, om nog eenmaal het groene tricot van Superconfex aan te trekken. Enkele maanden eerder, uitgerekend op de dag dat Nijdam zelf in Wasquehal de vierde Touretappe van 1989 op zijn naam schreef, had Raas trots aangekondigd in Buckler een nieuwe geldschieter te hebben gevonden voor het volgende jaar. Voor de goede verstaander, de befaamde oudejaarsconference van Youp van ‘t Hek, waarin de cabaretier het alcoholvrije biertje genadeloos fileert, zoals een slager met zijn mes een stuk kip te lijf gaat, waardoor Buckler al snel weer uit de winkelschappen zou verdwijnen, moet dan nog plaatsvinden.

Tussen Parijs en Tours is weinig te merken van de ziekteverschijnselen, waar Nijdam de dagen voordien mee kampte. Ze hebben in elk geval geen invloed op zijn rijden. Bij het ingaan van de slotkilometer roept ‘Snelle Jelle’ hoogstpersoonlijk een vijftal koplopers, onder wie Etienne De Wilde, Rolf Sørensen en Andreas Kappes, tot de orde. Nog voordat kenners en volgers hun brein kunnen kraken over de vraag voor wie hij dat nou eigenlijk precies doet – Superconfex beschikt door de overstap van Jean-Paul van Poppel naar Panasonic aan het begin van het jaar niet meer over een topsprinter – geeft Nijdam het antwoord. Voor zichzelf.

Drie maanden eerder had de Nederlander in de voorlaatste Touretappe al aangetoond niet alleen door een onnavolgbare demarrage in de slotkilometer een gooi te kunnen doen naar de overwinning, maar ook in een massaspurt met de besten mee te kunnen. De verschroeiende snelheid die Nijdam in L’Isle-d’Abeau had ontwikkeld in de laatste hectometers, wist uiteindelijk alleen Giovanni Fidanza te overtreffen, waardoor de Italiaan hem ‘in extremis’ van een derde Tourritzege had gehouden. Het fraaie resultaat had Nijdam er toe verleid vaker zijn kans te wagen in massale aankomsten.

Het bracht hem in zowel de Ronde van Nederland als in de klassieker Parijs-Brussel succes en dus besluit Nijdam in de straten van Tours opnieuw mee te sprinten. Na eerst zelf de laatste vluchters te hebben teruggepakt laat Nijdam zich in de resterende hectometers nimmer uit de frontlinie van het peloton wegdrukken. In het zicht van de aankomstlijn zet hij vanuit het wiel van Phil Anderson zijn eindschot in. Het is een krachtsexplosie waarop geen van de rasspurters een antwoord paraat heeft. Eric Vanderaerden komt nog wel uit het wiel van Nijdam en tracht hem te passeren, maar ontbeert de kracht en de snelheid om daadwerkelijk voorbij te steken.

Of het nou echt sprinten is, of dat Nijdam simpelweg zo’n verschroeiend hoog tempo ontwikkelt dat niemand kan passeren, is een veel gestelde vraag in het peloton. In een interview met Wieler Revue laat Carlo Bomans optekenen het geen spurten te willen noemen. ‘Hij komt niet eens uit het zadel…’, aldus de Belg, die in Parijs-Brussel door Nijdam naar de tweede plek was verwezen. Sprinter of niet, ‘Snelle Jelle’ is voor de tiende maal in 1989 de beste van allemaal. Ondanks een fikse verkoudheid. En dankzij ploeggenoot Noël Segers, die zijn telefoon niet opnam.

Bekijk ook van Vincent de Lijser

Toen de vandaag (16 augustus) jarige Jelle Nijdam schoorvoetend Parijs-Tours won

Wielercultuur

Een unieke top 10 dankzij Dumoulin? Het overkam Sam Oomen die vandaag, 15/8 jarig, is

15 augustus is Sam Oomen's verjaardag. Hij is inmiddels 30 jaar oud, maar zal nog vaak terugdenken aan die ene Giro d'Italia van 2018.

Wielercultuur