Toen de vandaag (3 augustus) jarige Henk Baars tot ieders verbazing wereldkampioen werd
Voordat Arno Vermeulen de auto instapt en de parkeerplaats achter het AVRO-pand aan de ’s-Gravelandseweg in Hilversum af rijdt, controleert hij voor de zekerheid nog even of Het 100.000 Stratenboek wel in het dashboardkastje van de in de blauwwitte omroepkleuren bestickerde auto van Sportpanorama ligt. In het pre-TomTom-tijdperk is de uitgave van Shell onmisbaar voor iedereen die op een voor hem of haar onbekende bestemming moet zijn.
Vermeulen is als verslaggever voor het wekelijkse sportprogramma van de AVRO en ook in zijn rol als voetbalcommentator voor NOS Langs de Lijn menigmaal van Hilversum naar Tilburg gereden om wedstrijden van Willem II te verslaan of reportages te maken, maar nu moet hij nog een kilometer of vijftien verder rijden.
Diessen is de plaats van bestemming. Het Brabantse dorp kent nog geen 4000 inwoners, maar één van hen zal die avond het stralend middelpunt van de belangstelling zijn. In aanloop naar de festiviteiten komen Vermeulen en zijn cameraman alvast de sfeer peilen. Praatje met de burgemeester, langs de plaatselijke basisschool voor wat ludieke quotes van leerlingen en ook de familie van het feestvarken wordt niet overgeslagen.
Terwijl Vermeulen naar Brabant rijdt, bevindt het onderwerp van zijn reportage zich nog 1400 kilometer verderop. Op de luchthaven van Bilbao stapt Henk Baars in het vliegtuig dat hem naar Zaventem zal brengen. Van daaruit zal hij naar zijn huis in Diessen gaan. Op de handbagage van de Brabander ligt een kleinood dat hij op de heenweg niet bij zich had. Een witte koerstrui met de vijf herkenbare banen van de regenboog. Tot de stomme verbazing van alles en iedereen heeft hij de vorige dag het WK veldrijden gewonnen.
‘Unus pro omnibus, omnes pro uno’, luidt een Latijnse spreuk, die vooral bekend is geworden dankzij Alexandre Dumas. De geestelijk vader van De Drie Musketiers, zijn beroemde roman uit 1844, gebruikte de zin als motto van zijn hoofdrolspelers. Honderddertig jaar later zou regisseur Richard Lester het boek verfilmen en er meteen maar een vervolg aan vast plakken, waarin een vierde musketier zijn opwachting maakt.
De KNWU zal zich niet door die film hebben laten inspireren, maar heeft voor aanvang van het WK veldrijden van 1990 wel het plan opgevat om de Nederlanders meer als eenheid te laten opereren. Samenwerken, in plaats van het aloude ieder-voor-zich. Om die belofte te verzekeren spreekt de bond met het viertal dat Nederland in het Spaanse Getxo vertegenwoordigt, Adrie van der Poel, Frank van Bakel, Henk Baars en Huub Kools, af dat bij een eventuele wereldtitel de nieuwbakken laureaat uit eigen zak tienduizend gulden betaalt aan de landgenoot die de voornaamste knechtenrol heeft vervuld. De twee overgebleven renners zouden, evenals reserve Martin Hendriks, elk een vijfde van dat bedrag opstrijken. Dat geld wordt dan uit een sponsorpotje opgediept.
Iedereen is met het voorstel akkoord gegaan. Immers, Van der Poel is de onbetwiste kopman en op voorhand groot favoriet. Als wegprof kan hij de tien ruggen probleemloos ophoesten. Voor de anderen is dat bedrag juist een welkome aanvulling op een niet bepaald riant inkomen. Zo rijdt Baars zijn veldritten normaal in het tenue van ongediertebestrijder Protekta uit Breda. In de zomermaanden helpt hij zijn sponsor zelf mee met het verdelgen van ratten en muizen.
Op de snelle, goed berijdbare Baskische ondergrond wordt al snel duidelijk dat het afschudden van concurrenten schier onmogelijk is. Dankzij beulswerk van Baars en Van Bakel lijkt een omvangrijke kopgroep uit te gaan maken wie als eerste zijn voorwiel over de witte krijtlijn op de wielerbaan van Getxo drukt. Bij het klinken van de bel voor de laatste ronde heeft Baars zich aan kop van de groep genesteld. Met Van der Poel en Van Bakel heeft hij twee landgenoten bij zich en verder zitten Paul De Brauwer, Pascal Richard, Radomir Šimůnek en Bruno Lebras in het wiel van de Brabander.
In een sprint op de wielerbaan is Van der Poel op papier veruit de snelste. Het is een droomscenario voor de rattenvanger uit Diessen; zijn landgenoot in de regenboogtrui en hij als meesterknecht tienduizend gulden op zijn bankrekening. Of zou hij zelf…? Hij mag dan het tegenovergestelde van een veel-winnaar zijn, maar een kans als deze…
Bij het ingaan van de slotronde schiet de gedachte even door zijn hoofd, bekent Baars na afloop. Een aanval noopt de concurrentie tot achtervolgen en dan kan Van der Poel zich in een zetel laten meevoeren naar de finish om alsnog toe te slaan, als Baars het niet redt. Een poging dient dus ook het ploegbelang. Eén voor allen, allen voor één.
Hij besluit het er op te wagen en slaat een minimaal gaatje. Dankzij een haakse rechterbocht en een fout van Šimůnek wordt zijn marge onverwacht veel groter. De Tsjech stuurt te scherp in, waardoor de tube van zijn voorwiel floept. Als een voetganger die een stoeprandje over het hoofd ziet, komt Šimůnek de bocht uit gestruikeld en belemmert de anderen de doorgang.
Ineens bedraagt Baars’ voorsprong niet enkele meters, maar een veelvoud. Het is nu niet ver meer tot de finish. ‘Wat gebeurt hier? Henk Baars wordt wereldkampioen! Hoe kan het in godsnaam?!’, klinkt een steeds luider wordend stemmetje in het hoofd van de rattenvanger uit Diessen.
Als de kersverse wereldkampioen ruim een etmaal later in zijn woonplaats arriveert, lijkt het alsof het vroegtijdig carnaval is. Een slordige tienduizend mensen, twee en een half keer zo veel als het Brabantse dorp inwoners heeft, zijn op de in allerijl georganiseerde huldiging afgekomen.
Tienduizend. Het getal doet Baars onmiddellijk herinneren aan de afspraak die Van der Poel, Van Bakel, Kools, Hendriks en hijzelf aan de vooravond van de wereldtitelstrijd maakten. De winnaar zal met precies dat bedrag in keiharde Hollandsche florijnen over de brug moeten komen. Natuurlijk komt Baars die afspraak na, al weet hij op het moment zelf nog even niet hoe. ‘Het zal hard fietsen worden om die centjes bij elkaar te verdienen’, zal hij zeggen in AVRO’s Sportpanorama, doelend op het feit dat hij met de regenboogtrui om de schouders aanzienlijk hogere startgelden kan vragen dan voorheen.