Oké, de vroegste WK’s (gehouden vanaf 1950) heb ik niet meegemaakt. Aan drama geen gebrek, waarschijnlijk. Genoeg klasbakken ook. André Dufraisse bijvoorbeeld en natuurlijk Eric de Vlaeminck. Dan is er nog zo iemand als Roland Liboton, in mijn geheugen altijd strijdend tegen Hennie Stamsnijder. Maar dé vijf WK’s komen uit een recenter crossverleden.

Vijf.
Knechten zou hij, voor Adrie van der Poel. En dat deed Henk Baars dan ook, in 1990 in het Baskische Gexto. Hennie Stamsnijder is net gestopt en dus is Van der Poel – op het WK al driemaal tweede –kopman op een parcours dat hem moet liggen. Henkie Baars beult vooral in de laatste ronden op kop zodat Van der Poel het in de eindsprint af kan maken. Maar Baars beult te hard. Een  demarrage? Nee, dat is het niet echt. Baars rijdt gewoon weg, naar de wereldtitel. Iedereen is verrast, Baars zelf nog het meest.  En ‘boer met kiespijn’ Van der Poel wordt maar weer eens tweede.

Vier.
Koksijde is het decor van het aankomende WK, maar ook dat van een van de meest memorabele edities. Het is 1994 en een dan nog jonge Richard Groenendaal is ontsnapt. Maar dan komt Paul Herijgers aangespurt, gaat naast Groenendaal rijden en geeft ‘m een klap op de schouder. Zo van: goed gedaan jochie, nu ben ik aan de beurt. Dodelijk.

Of hij Groenendaal wilde vernederen?  ‘Ech nie hè’, reageert Herijgers in de Canvas-documentaire ‘Flandriens van het veld’.
Als Herijgers de laatste honderd meter weet dat hij gaat winnen, heeft hij voor het publiek en Groenendaal nog wat entertainment in petto. Achteromkijkend maakt hij met z’n armen een ‘fuck you’-gebaar en vlak voor de finish stapt hij nog even van de fiets om er direct weer op te springen.

Drie.
Marianne Vos. Merckxiaans. Moet ik meer zeggen?

 

Twee.
Een nederlaag voor Adrie van der Poel, of een zege voor Danny de Bie? Doe toch maar dat laatste. In  1989 is de kleine Vlaming in het Franse Pontchâteau een van de sterksten, maar zijn overwinning dankt hij toch vooral aan Het Wipje. Op het parcours zijn enkele planken neergezet die ervoor moeten zorgen dat de crossers van de fiets moeten. Niet dus, denkt De Bie. Waar anderen inderdaad afstappen, jumpt hij met zijn fiets over de planken. Een kunst, maar ook een kwestie van lef. Het levert hem steeds enkele tientallen meters voorsprong op. En uiteindelijk de wereldtitel.

Eén.
Het is 2000 als het WK in Richard Groenendaals eigen Sint-Michielsgestel wordt verreden. Groenendaal moet dus winnen en kiest al vroeg de aanval. Dat niemand hem weet te achterhalen, komt door het sterke optreden van de Brabander maar ook door de verdeeldheid bij de Belgen. Kopman Mario de Clercq (uiteindelijk tweede) krijgt in de koers die een landenwedstrijd heet te zijn geen steun van zijn jonge landgenoot Sven Nijs. Op kop rijden om Groenendaal terug te halen? Nijs vertikt het omdat hij voor dezelfde merkenploeg rijdt: Rabobank. Zichtbaar voor de camera gaat Nijs ook nog eens in overleg met Adrie van der Poel (Nederland èn Rabobank).
Na afloop is De Clercq boos en kan Nijs geen kant op, hij realiseert zich dat Vlaanderen hem dit niet in dank af zal nemen. Gevolg: twee jankende Belgen op het podium.

Jos van Nierop
Laatste berichten van Jos van Nierop (alles zien)