Etappe 3 – Duveltje, Doosje

Nice – Sisteron – 198km – Vlakke rit

 

“Als wielrennen mij iets geleerd heeft, is het dat als je iets bereikt zonder moeite dat het niets waard is.” – Greg Lemond

In andere omstandigheden had hij op zaterdag misschien wel in het geel mogen slapen. Zoveel kansen krijg je als spurter niet om überhaupt mee te strijden voor de eerste plaats in de eerste etappe. Parcoursgoeroe Thierry Gouvenou houdt het uiteraard meticuleus bij en dus doet er zich enkel om de paar jaar een eerste etappe voor waar de echte rappe mannen zich mogen verdringen om het geel. Het was mooi geweest als hij zijn zegereeks van 2019 had kunnen voortzetten nadat hij op de Champs-Elysées Dylan Groenewegen wist te verschalken en zo de meest felbegeerde sprintetappe die er bestaat winnend mocht afsluiten. Dylan is er dit jaar niet bij. Hij had de beelden van die gewraakte spurt tussen hem en Jakobsen maar één keer half gezien en gelijk weggedrukt toen hij Fabio de borders in zag vliegen. Dat soort dingen moeten niet in je kop gaan zitten als je voor de winst koerst.

Maar die eerste rit van gisteren was op papier al best een zware en bleek in de praktijk slecht uit te pakken voor hem. Het was sowieso een dramatische dag voor het hele team. Al vroeg in die rit waren hijzelf en John Degenkolb betrokken geweest bij één van de vele valpartijen en daardoor achterop gekomen bij het peloton wat ondanks alles toch strak bleef doorkoersen. Met veel moeite kon hij in het wiel van zijn ploeterende ploegmaat Degenkolb weer aansluiting krijgen met het peloton net voordat ze aan de volgende klim begonnen. Hij bedankte John en zocht gauw naar wat beschutting in de hoop nog wat energie te sparen en voldoende te kunnen herstellen voor wat nog komen ging. Maar richting het einde bleek dat de valpartij en de inspanning om weer aan te sluiten in combinatie met het heuvelachtige parcours de energie uit zijn compacte lichaam had gezogen. Uiteindelijk finishte hij in die eerste verregende etappe op een 19e plek. Op geen enkel moment nog in kansrijke positie om mee te doen voor de overwinning. Maar de malaise stopte daar niet. Elf minuten en vier seconden later kwam Phillipe Gilbert met een pijnlijke grimas over de meet gerold. Hij werd naar de bus geduwd en door de verzorgers en uiteindelijk door de mechaniekers van de fiets geholpen. Hij kon zijn been niet goed buigen en hij hoorde hem zeggen dat het voorbij was. Het kwetsuur voelde voor Gilbert weer precies aan als in 2018 toen hij in de afdaling van de Portet d’Aspet op volle snelheid de bocht niet wist te houden, een voetje uitklikte en met slippend wiel zijlings tegen het stenen muurtje knalde om vervolgens vier meter een ravijn in te duikelen waarbij zijn knie de val moest breken. Ook die etappe fietste hij uit, nog ruim 60 km, maar ook na die etappe was de diagnose onverbiddelijk: gebroken knieschijf. Streep door de Tour.

Bij de teambus hoorde hij de ploegleiding druk praten en er vielen enkele onvertogen woorden. Een volgende uitbarsting deed hem vermoeden dat er meer aan de hand was dan het euvel met Gilbert en dat bleek al snel toen hij hoorde dat Degenkolb slechts twee minuten buiten de tijdslimiet over de streep was komen bollen. Ruim 65 kilometer reed hij moederziel alleen met bebloede knieën in loodzware omstandigheden. Waar het merendeel van het peloton respijt had gekregen door de koers met nog drie km te gaan te neutraliseren waren ze voor John onverbiddelijk. Exit. Zijn ploegbaas LeLangue kon hij horen schelden dat een groot kampioen en doorzetter als Degenkolb wel wat meer respect van de organisatie zou mogen krijgen en natuurlijk vielen ook de woorden ‘als hij Fransman was geweest…’ Het team was in één etappe onthoofd. Hij was met John een hele belangrijke medespurter kwijt en met Gilbert de ideale man om de boel in de slotkilometers te ontregelen.

Dus komt de druk van de koers en de druk voor het team om een overwinning te behalen nog meer op zijn schouders te liggen. Met Groenewegen ontbreekt er een geduchte concurrent, maar er blijven er nog genoeg over. Sagan, Viviani, Nizzolo en natuurlijk Bennett. Dé pion dit jaar van die andere Belgische ploeg waar ze tot vervelens toe mee vergeleken worden en met aan het hoofd de grootste brulaap die het wielercircus momenteel rijk is.

Op basis van het routeboek moest een ploeg het wel heel bont maken om vandaag de sprinters uit de wielen te rijden. Hoewel er flink wat hoogtemeters te verdelen waren en er drie keer een klim van de derde categorie en eenmaal eentje van de vierde bedwongen moest worden zat die laatste van de klimmetjes op bijna 50 kilometer van de meet.

Zoals te verwachten zou vandaag het eerste deel van de etappe voor een groepje vluchters zijn en wellicht wat mannen die om de bollen zouden strijden. Dat blijkt inderdaad waar en de rust keert al gauw terug in het peloton als blijkt dat drie Franse vogels gevlogen zijn: Cousin, Perez en Cosnefroy. Die laatste twee staan schouder aan schouder met 18 bergpunten en willen vandaag gaan uitvechten wie de alleenheerser op de rots der bollen mag worden.

Leuk voor hen, rust voor hem.

Het lijkt een strijd die in het voordeel van Perez beslecht wordt nadat hij de eerste twee beklimmingen voor Cosnefroy weet te eindigen. Het noodlot slaat echter onverwacht toe in de afdaling van de derde klim. Nadat beiden zich weer in het peloton hebben laten afzakken en de eenzame eer aan Cousin hebben gelaten vooruit te blijven komen ze toch uit hun hok geslopen om voor het laatste overgebleven puntje bergop te strijden. Perez moet echter afhaken door een lekke band en in de afdaling botst de virtuele drager van de bolletjestrui uiterst ongelukkig op zijn eigen ploegwagen. Abandon Perez schalt het door de oortjes. Ewan zit te denken hoe lang het zou gaan duren voordat de eenzame Cousin zich zal laten afzakken. Maar deze ervaren renner met haardracht waar een anti-roosshampoomerk goud geld voor zou neerleggen blijft stug doortrappen. Op 39 kilometer van de finish ligt de tussensprint en natuurlijk de vraag of hij zich er wel of niet in zal gaan mengen. Er waren honderden vragen over gesteld in de interviews voorafgaand aan de Tour: ga je voor de groene trui? Word je de opvolger van McEwen? Natuurlijk voelt hij die druk wel, wie zou dat niet hebben wanneer je landgenoot de groene trui maar liefst drie keer wist te winnen. Maar met de huidige hegemonie van Sagan is er naar zijn mening weinig eer te behalen, behalve belangrijke energie verspillen in tussensprints waarbij onbelangrijke punten te verdienen zijn. Dagzeges zijn zijn doel.

Met nog een kilometer of 15 haalt het peloton de vooruitgeschoven pion Cousin in. Hij had vandaag de druk van de sponsoren, televisie en organisatie weggenomen voor het peloton en men zou deze gunst niet vergeten. Er zijn jongens die nooit een trap teveel zouden zetten voor een ander, maar Cousin was er daar geen van.

Oké. Het ging een sprint worden. De eerste echte lange rechte sprint en alle mannen die zich willen bewijzen zitten goed van voren. Met nog een kilometer te koersen is de snelheid maximaal en is het al geruime tijd onmogelijk geworden voor een renner om alleen weg te springen en de meute te verschalken. De vlaggen staan strak de andere richting op te blazen en wat de ploegleiding al had doorgeven klopt ook precies: wind op de kop. Wachten dus. Zolang mogelijk. Niet de trein van DQS die hij verwachtte, maar die van Sunweb zet zich op kop van het peloton en geeft er een ferme ruk aan. Duwen, hangen, positie zoeken. Het is een complete chaos en hij geniet met volle teugen. Sprinten zit er al van jongs af aan in bij hem. Opgroeiend in New South Wales in Australië, zoon van een Koreaanse moeder en Australische vader begint hij op zijn achtste te fietsen om zo in de voetsporen van zijn vader te treden die ook professioneel wielrenner is geweest. Als kleine jongen kijkt hij op tegen andere mannen als McEwen en Cavendish. Fearless, en met de juiste leadout gooien ze zich in de strijd en weten ze zich keer op keer weer in gaatjes te wurmen waar de grotere jongens niet aan durven.

Hij zit best ver van achter, eigenlijk te ver, maar met de wind op de snuit weet hij dat alles beter is dan te vroeg op kop komen.

Hij heeft in deze laatste kilometers al vele wielen gezien, maar met nog 500 meter te gaan kiest hij voor het wiel van zijn Ierse opponent Bennett. Bennett wordt in de sprint steevast bijgestaan door Mørkøv en als je het aan iemand over kan laten om een man op de juiste plek op het juiste moment af te zetten is hij het wel. Met nog 400 meter te gaan ligt de topsnelheid al gigantisch hoog en met nog 300 meter te gaan zijn er al wat jongens die noodgedwongen uit hun hok moeten komen omdat de leadouts het massaal begeven doordat ze zich met wind tegen net te vroeg de vernieling in hebben gefietst. Als je leadout verdwijnt en je enkel nog de meet voor je hebt rest er niets anders dan de sprint aan te gaan. Tegen beter weten in. Aan de rechterkant van de weg stuift Sunweb vooruit, op de hielen gezeten door de Europese kampioenstrui van Nizzolo. Precies op dit moment zet ook een brutaal mannetje van NTT zich tussen hem en Bennett en moet hij even een gaatje laten vallen. Bennett duikt vol naar de rechterkant van de weg waar de wind het minste zou moeten zijn en ligt nu ineens al een paar fietslengtes voor. Dit gat is te groot en voor hem in het midden van de weg begint het ook steeds rommeliger te worden. In een flits ziet hij een miniem gaatje langs de border waar alleen mannen van zijn statuur in passen. Klein maken, urgghhhh. Millimeters langs de boarding, maar hij zit weer in het spoor van Bennett die nu op kop ligt en op koers om de etappe te grijpen. Maar zoals de wind wel vaker doet begint deze toch vat te krijgen op de persoon die hem poogt te trotseren en hij voelt de tempoversnelling van Bennett wat afnemen, terwijl hij in het oog van de orkaan zijn snelheid begint op te bouwen en het gat met elke omwenteling weet te verkleinen. Hij hoeft niet eens de houding aan te nemen die hem zo uniek maakt in sprintersland, waarbij hij met zijn gezicht bijna zijn voorband kan aaien. Nu nog eromheen! Met elke pedaalslag begint hij langs Bennett te komen, aan de linkerzijde naar het midden van de weg toe. Wat doet Bennett nu? Die begint mee te bewegen? Harder, dieper! Nog iets eromheen, maak je klein, ontwijk die elleboog en JUMP! Wiel naar voren, afgetekende overwinning. GHRAAAAAAAAAA! Zo. Blij. Opluchting alom.

Deze is voor John.

Klik hier voor de 4de etappe – Le Grand Débutant

Piet Driessen