De bedoeling was dat ik een recensie zou schrijven van Tussen geven en nemen van Hein Lodewijkx. En geen nood, opdrachtgever, auteur en uitgever, dat doe ik ook. Min of meer. Maar het toeval wil dat ik het boek uitlas op de dag dat de schorsing van Alberto Contador naar buiten kwam. En na een dag lang nadenken, discussiëren, me opwinden en proberen de zaak te snappen kwam ik tot de conclusie dat het boek van Lodewijkx me het perfecte handvat had gegeven voor een stuk over doping, dopingstraffen en hoe er mee om te gaan. En dat leek me een groter compliment voor een auteur dan droog vertellen wat ik van zijn boek vond.
Hein Lodewijkx is sociaal psycholoog. En wielerliefhebber – goed volk dus. Lodewijkx probeert in zijn boek het wielrennen te benaderen vanuit allerlei sociaal-psychologische begrippen. De allesoverheersende groepsdwang van het peloton komt aan de orde, maar ook het beroemde Prisoner’s Dilemma (wiki), dat buitengewoon goed en helder toepasbaar blijkt op allerlei klassieke wielersituaties, van linkeballen tot flikken, van combines tot dopingmisbruik. Maar vooral die groepsdwang, die groepscultuur – Omerta anyone? – is fascinerend en lijkt erg bruikbaar om de dopingkwestie op te lossen. Of in ieder geval eens helemaal anders te bekijken, want zo als het nu gaat, daar wordt helemaal niemand beter van.
Wielrennen kent valsspelers en spelbrekers. Die valsspelers, zij die de van buitenaf opgelegde regels van bijvoorbeeld fair play en doping overtreden, worden binnen het peloton vaak gewoon geaccepteerd. Ze passen zich immers aan de cultuur die in het peloton heerst aan en zolang ze maar niet teveel opvallen en geen misbaar maken, en vooral niet met de buitenwereld praten, kan de groep prima met ze leven. Spelbrekers daarentegen, daar heeft men een broertje dood aan in het peloton. Zo hard rijden dat het overduidelijk is dat je geprepareerd bent, zelfs vooraf aankondigen waar je je tegenstanders gaat vernederen, dat is not done. Vraag maar aan Riccardo Riccò. Of uit de school klappen over doping, je niet neerleggen bij de code van het peloton. Dat maakt je een spelbreker. Peter Winnen ervoer het nadat hij – jaren later nota bene- op televisie openlijk vertelde over zijn dopinggebruik. Hij verloor er goede vrienden door. Hij was een van een acceptabele valsspeler opeens een onacceptabele spelbreker geworden.
En daar, in dat mechanisme, ligt misschien wel de oplossing van het dopingprobleem. Als we er voor kunnen zorgen dat de cultuur binnen het peloton zo verandert dat valsspelers – zij die doping nemen- worden gezien als spelbrekers. Als we de groepsdwang juist inzetten als anti-doping instantie. Alle slechte dingen van het wielrennen zijn gebaseerd op groepsdwang – de angst om eruit te liggen- en op angst om te verliezen. Waarom niet iets positiefs beginnen gebaseerd op die mechanismen?
Lodewijkx stelt voor dat alle renners een dopingdagboek bijhouden. Alles wat ze op een dag binnenkrijgen, van supplement en vitamine tot wat dan ook. Dat dagboek houden ze niet bij voor de UCI of het WADA, nee, dat dagboek houden ze bij voor het peloton, voor de groep. En die groep overlegt ook, in samenwerking met artsen uiteraard, over wat toelaatbaar is. Laat ze er maar eens eerlijk over zijn, dat je de Tour niet op een boterham met pindakaas rijdt. Dat weet iedereen al lang. De UCI blijft gewoon tests uitvoeren, maar het verschil is nu dat als je betrapt wordt op iets dat je niet had overlegd en niet in je dagboek had geschreven, je er nu uitligt in de groep, in het peloton. Je bent van valsspeler nu een spelbreker geworden. En daar houdt het peloton niet van hadden we geconstateerd, van spelbrekers.
Naïef? Wellicht. Alhoewel de tendens al wel die kant op lijkt te gaan. Een aantal ploegen maakt bloedwaarden en testuitslagen al openbaar op de eigen websites. En het peloton zal eens moeten beseffen dat het zo niet door kan gaan. Het kan niet elke keer schande roepen van regels en dopingcodes als ze niet zelf het heft in handen nemen. Het kan niet steeds naar de UCI, de ASO, de WADA en het CAS wijzen als de renners zich niet eindelijk eens verenigen, écht solidair met elkaar zijn en niet steeds in de slachtofferrol kruipen of collega-renners die verzuipen in het systeem laten vallen als een baksteen. Zij zíjn het peloton, zij zíjn de sport. Zonder hen geen wielrennen, geen televisie-uitzendingen. Laten ze de Formule 1 eens als voorbeeld nemen. Daar streden de coureurs jarenlang tegen onveilige circuits, tegen onwillige circuiteigenaren die te beroerd waren geld uit te geven aan verbeteringen ten behoeve van de veiligheid. Het was een lange strijd, maar de coureurs verenigden zich, dreigden volkomen terecht met stakingen en kregen uiteindelijk hun zin.
Neem je verantwoordelijkheid renners, en stop met zeuren. Het heeft lang genoeg geduurd. Hoe lang blijkt wel uit dit citaat van Peter Winnen, over de beruchte Festina-Tour: ‘De Tour van 98 deed voor mij de deur dicht. Ik voelde mij als oud-coureur genaaid. Niet door de publicaties, maar door het milieu zelf. Ik voelde mij vies: daar heb ik verdomme ook bij gehoord. Die coureurs en ploegleiders hebben toen een geweldige kans laten liggen. Ze hadden moeten zeggen: “En nou zijn we het zat. Iedereen kan toch op zijn vingers natellen dat er in het hele peloton geen hond alleen maar op een vitaminepil rijdt. Die lijst slaat nergens op. Wij gaan nu eens openlijk discussiëren over wat wel en niet doping is.” Maar nee, ze lieten zich als een kudde makke schapen weer de weg op drijven. Echt niemand durfde. De renners niet, uit angst voor de ploegleiders; de ploegleiders niet, uit angst voor de sponsors.’
Het is nu bijna 24 jaar later. Renners, eis je sport terug. Maak van de valsspelers nu eens spelbrekers en zet alle talenten tot samenwerking die jullie altijd zo perfect laten zien in kopgroep en waaier nu eens in voor het grotere goed. Linkeballen is prima, maar graag alleen op de weg.
Tot slot, het boek. Hein Lodewijkx heeft een buitengewoon boeiende verhandeling geschreven. De theoretische delen en de wiskundige schema’s zijn soms even doorbijten, maar uiteindelijk zeer de moeite waard. Het is een boek vol met verhalen en anekdotes uit de rijke wielergeschiedenis, geschreven door iemand die het wielrennen duidelijk aan het hart gaat.
- Stipjes - 23/06/2015
- Lente - 28/02/2014
- Doping vrijgeven? Quatsch! - 31/07/2013
Mooi pleidooi!
Om de een of andere reden zoek ik naar vergelijkingen met ‘Het echte leven’ . De graaicultuur door bestuurders in de semi-publieke sector, belastingontduiking in het groot, maar ook in het klein… Zit daar wat in?
Haha Jos, ik was ergens gisteren van plan het stuk te eindigen met “wielrenners, het zijn net echte mensen.” Beantwoordt dat je vraag?
Tja, zo is het toch… Niet iedereen doet ’t maar sjoemelen is gemeengoed. Veel mensen doen het een beetje, een enkeling gaat heel erg over de schreef. Vandaar ook dat wielerliefhebbers de ‘gewone’ dopingzondaars vergeven. Figuren die het echt te bont maken (Ricco…) daargelaten.
Hóe, op wat voor manier, stelt de schrijver zich voor dat hij de renners weet te motiveren om zo’n dagboek te gaan maken en er over te gaan communiceren met de anderen?
Daar zit vlgs mij de crux.
Ik haal uit het stuk dat het incentive het feit dat de renners op deze manier de macht over hun sport terug kunnen krijgen is.
(De schrijver is overigens een ‘zij’)
Ik doel op Hein Lodewijkx, is dat een zij?
Overigens bedoel ik met ‘hij’ ook ‘zij’, hij/zij vind ik altijd zo lelijk lezen.