Als Raleigh’s paradepaardje Didi Thurau eind 1977 verkast naar IJsboerke, ziet de sponsor graag dat er – voor de Duitse markt – weer een Duitser wordt aangetrokken. Het oog van ploegleider Peter Post valt op Klaus-Peter Thaler. De veld- en wegrenner rijdt voor het Spaanse Teka en weet in 1977 onder andere een rit in de Tour op z’n naam te schrijven. Dat moet een goeie zijn, denkt Post.
Thaler mag mee naar de Tour en herhaalt zijn kunstje van het jaar ervoor: hij wint een rit. Toch wordt er door Post en door Thalers teamgenoten gemopperd. Waarom heeft Klaus-Peter onderweg niet wat bonificatieseconden opgeraapt, zodat hij naast de ritzege ook de gele trui had mogen aantrekken?
Dat geel voor Raleigh komt er toch wel maar of de Duitser ‘m mag aantrekken of Gerrie Knetemann, iets lager geklasseerd, is nog de vraag. Er staat een ploegentijdrit op het programma van maar liefst 153 kilometer en dat Raleigh die gaat winnen, is voor de Post-mannen die jaren zo goed als zeker.
Maar Thaler verzaakt, rijdt op reserve. ‘Ik besefte natuurlijk heel goed dat ik de gele trui zou dragen, als ik mij er niet af zou laten rijden’, geeft hij toe in Het Geheim van Raleigh van Joop Holthausen. Dat Thaler te vaak een beurt overslaat, is vooral tegen het zere been van De Kneet. ‘Straks kom ik als een dood vogeltje over de finish en kan meneer Thaler de gele trui aantrekken.’
Er ontstaat, tijdens de tijdrit, een klein binnenbrandje. ‘Ik reed steeds achteraan. Als Knetemann aansloot, liet hij zich terugzakken met mij achter zich. Hij dwong mij op kop’, vertelt Thaler. ‘Maar als ik voorop reed, demarreerde hij weer snoeihard over mij heen, maar ik kon steeds weer terugkomen.’ Het resultaat is de gele trui, voor Thaler.
Kneets wraak komt een paar dagen later. Een groepje rijdt weg, mét Knetemann maar zonder Thaler. ‘Net voor mij lieten ze een gat vallen’, weet de Duitser nog. ‘Ik had er begrip voor dat Knetemann de gele trui wilde, hij was tenslotte de kopman en ik niet. Maar ik had wel moeite met de manier waarop ik de trui verloor. Toch kijk ik niet met wrok om, ik heb de Raleightijd als hoogtepunt in mijn carrière beschouwd.’
Aldus Klaus-Peter Thaler die jaren later, nadat hij al een keer met wielrennen stopte maar daar dus ook weer op terug kwam, nog tweemaal wereldkampioen wordt. Als veldrijder. Thaler crosst al verdienstelijk in zijn periode bij Raleigh, hij was in zijn amateurtjd al tweemaal ’s werelds beste, maar zijn grootste cross-successen komen in 1985 en 1987. In München verovert hij de titel in de sneeuw vóór Adrie van der Poel, twee jaar later is hij Danny de Bie en Christophe Lavainne de baas.
- UCI-man springt en juicht voor Jopie - 25/09/2020
- Raad het plaatje - 25/09/2020
- De spreekwoordelijke rode lantaarn - 18/09/2020
Geef een reactie