Raul Alcala (16 februari 1964)
Zondagochtend in het Monterrey van begin jaren zeventig. Het is nog stil op straat.
In de tuin van de familie Alcala speelt Raul wat met een honkbal. Hij werpt hem hoog in de lucht en vangt hem op met de enorme linkerhandschoen.
Dan hoort hij het geluid van een bel. Een geluid dat hij niet kent.
Het lawaai komt uit de richting van het Madero-park. Wanneer Raul gaat kijken wat er aan de hand is, ziet hij allemaal jongens van zijn leeftijd. Ze rijden om het hardst op een soort fietsen dat hij nooit eerder heeft gezien.
Raul loopt naar het park en vraagt of hij misschien mee mag doen. Het mag.
En zoals dat gaat in jongensboeken: hij wint.
Die zondag in Monterrey ontbrandt er in Raul Alcala een levenslange liefde voor de fiets. Wanneer hij op zijn fiets de bergen rond Nuevo Leon verkent, blijkt zijn gestel dat van de klimmer.
Raul Alcala werd een klimmer, en een goeie ook. In 1986 hoorde de wereld voor het eerst van hem, toen hij tweede werd in het loodzware Kampioenschap van Zurich. In de jaren die volgden zou hij daar nog twee Touretappes, drie top-10-eindklasseringen in de Tour en een overwinning in de Classica San Sebastian aan toevoegen.
In 1991 was hij lid van de PDM-ploeg van Jan Gisbers toen die in z’n geheel naar huis moest omdat de ploegarts de renners bedorven Intralipid had geserveerd. Het leek de enige keer dat Raul Alcala echt wereldnieuws zou zijn.
Zijn loopbaan eindigde in 1994.
Of toch niet?
In het voorjaar van 2008 verschijnt de naam Alcala plotseling weer op een startlijst, die van de Vuelta a Chihuahua. Het is echt Raul, 44 jaar intussen.
In zijn eerste etappe wordt hij 52e. In de tweede etappe stapt hij af na een val.
In interviews vertelt hij dat hij zich nog veel te fit voelt om niet te fietsen. Ook wil hij graag een Mexicaans Continental Team van de grond tillen. De laatste reden voor zijn comeback is de beste: zijn zoon van achttien doet niets aan sport. Raul wil hem op deze manier warm maken voor de mooiste sport die er is. Hij kan hem geen medailles van de Tour meer laten zien: die zijn jaren eerder al gestolen.
In de zomer van 2010 wordt Raul Alcala Mexicaans kampioen tijdrijden. Je ziet het voor je, hoe hij naar de organisatie is gelopen: als het jongetje uit Monterrey met die veel te grote honkbalhandschoen nog aan zijn hand.
Of hij misschien mee mag doen.
Update 04/07/2013: Onze mascotte Jetse Bol blijkt een groot fan te zijn van Raul Alcala. En andersom!
- Voorpublicatie ‘Fietsen om niet aan te komen’ van Frank Heinen - 30/04/2021
- Vergeten wielrenner: José Beyaert - 20/04/2021
- Vergeten wielrenner: Rebecca Twigg - 01/04/2021
Alcala was ook de PDM-renner die na zekere winter met veel dikkere bovenbenen aan het nieuwe seizoen begon dat hij het voorgaande had beëindigd. ‘Doping’, klonk het alom.
Terwijl de hele wereld de oren laat hangen naar de grote mond van Lance Armstrong maakte de oude Raoul Alcalá vorige maand stilletjes zijn comeback in de Vuelta a Chihuahua. “Het is kwestie van mentaliteit,” zo verklaarde hij. In het shirt van de Mexicaanse ploeg Rica Berger fietste hij moeiteloos mee in het wiel van de latere winnaar Francisco Mancebo. “Ik ben zeer dankbaar voor de staat regering, voor de gelegenheid die zij heeft gegeven me terug en het is een eer voor het uitvoeren van een team Chihuahua, zal een sterke race en zeer moeilijk, maar kaste trekken door Mexico,” aldus de 44-jarige Mexicaan op Google Translate. Alcalá, die nog vóór het tijdperk van ‘het oude wielrennen’ als enige bestand bleek tegen een infuus bedorven Intralipid, nomineerde zichzelf met deze rentré alvast voor de eerstvolgende sportvekiezing: “Ik weet heb de ronde uitgereden niet helemaal heb ik toch wel verdienen ik denk wieleraar van het jaar.”
Mancebo betekent apothekersassistent in het Spaans…