De leukste Vuelta’s zijn de Vuelta’s waarin de Spanjaarden met zes of zeven man bij de eerste tien eindigen. En de Vuelta moet natuurlijk worden gewonnen door een Spanjaard. Nou ja, ik vind gewoon dat dat zo hoort. Sterker nog, in mijn beleving wordt de Vuelta bijna altijd door een Spanjaard gewonnen. De feiten liegen gewoon. Renners van andere nationaliteiten hebben in de Vuelta niets te zoeken. En Duitsers al helemaal niet.
Toch staat in mijn geheugen gegrift dat Reimund Dietzen in de jaren tachtig twee keer tweede werd in de Vuelta. “Puur op dope”, zeiden wij er altijd lachend bij.
In de jaren tachtig had je een paar goede Duitse wielrenners, Olaf Ludwig bijvoorbeeld, en Uwe Raab. Maar zij kwamen uit de DDR (wat was dat ook alweer?). Reimund Dietzen niet. Die kwam uit West-Duitsland en reed bijna heel zijn carrière in Spaanse dienst, bij Teka. Dietzen reed dus de Vuelta. En niet onverdienstelijk: van 1984 tot en met 1988 werd hij respectievelijk 3e, 7e, 4e en dus twee keer 2e, achter respectievelijk Lucho Herrera en Sean Kelly (ook al geen Spanjaarden). Om het geheel nog verder in perspectief te zetten: in 1987 werd Laurent Fignon 3e en Pedro Delgado 4e. Kortom, die Dietzen kon er wat van, ondanks ons geschamper.
Om recht te praten wat krom is, beschouw ik Dietzen gewoon als een halve Spanjaard. Hij reed jarenlang voor een Spaanse ploeg, en is altijd in Spanje blijven wonen.
Ook het einde van zijn carrière werd in de Vuelta bepaald. In 1989 – hij had al een etappe gewonnen – was hij betrokken bij een valpartij in een slecht verlichte tunnel. Daar is hij nooit meer van hersteld. Hij was toen pas 30 jaar oud. Pas 17 jaar later werd Reimund Dietzen door de organisatie van de Vuelta financieel gecompenseerd.
- Getest: Sigma ROX 12.1 EVO fietscomputer - 24/10/2023
- Boekrecensie: Opgeladen! - 10/09/2023
- Koerslandschappen 8: Tussen Ieper en Wevelgem - 25/03/2023