Mauro GianettiMauro Gianetti (16 maart 1964)

Zondag 13 oktober 1996. Lugano, Zwitserland. De finale van het Wereldkampioenschap op de Weg. Twee mannen voorop. Een Belg, een Zwitser. Het wordt een sprint a deux, misschien wel het mooiste onderdeel van de sport.

Koude Oorlog.

Museeuw, de Belg, moet dit kunnen afmaken. Ooit won hij massasprints. En dan het commentaar van Michel Wuyts. ‘Gianetti zet aan! Maar Museeuw reageert gepast! Komaan Johan!’ Nog honderd meter en dan is Mauro Gianetti net geen wereldkampioen.

Gianetti is dan al bijna elf jaar professioneel wielrenner. Hij is een bekend gezicht geworden, al rijgt hij de successen niet aaneen als een groot kampioen. Eigenlijk is zijn leven gecomprimeerd in zeven dagen in het voorjaar van 1995, wanneer hij zowel Luik-Bastenaken-Luik als de Amstel Gold Race op zijn naam schrijft.

Midden jaren negentig, de hoogtijdagen van het Italiaanse wielrennen zijn achterhaald door de medische kennis in de omringende landen. En qua medische kennis kent Mauro Gianetti in het peloton zijn gelijke niet.

Een natuurkracht, wordt hij door vrienden genoemd. Maar het is niet allemaal puur natuur, die kracht van Mauro Gianetti. Hij staat bekend als iemand met liberale gedachten over doping. Je kunt ook zeggen: immorele gedachten.

Of: geen gedachten.

In de wereld van Mauro Gianetti zit het zo: hard fietsen is zijn taak en producten die hem harder doen fietsen, helpen hem bij het uitvoeren van die taak. Zo zit dat. Dus wanneer er met epo wordt geëxperimenteerd, experimenteert Mauro Gianetti vrolijk mee.

En wanneer de hematocrietcontroles beginnen, gaat hij gewoon op zoek naar iets nieuws. Verboden of niet.

In het voorjaar van 1998 denkt hij het gevonden te hebben, die nieuwe epo die hem zal doen laten vliegen. In de Ronde van Romandie gaat het mis. Gianetti, de lokale favoriet, verliest het bewustzijn en wordt met de grootste spoed naar het hospitaaltje van Montigny vervoerd.

De dokters daar onderzoeken hem, maar weten niet wat ze met Gianetti aan moeten en sturen het bewegingloze lichaam zo snel als mogelijk naar de universiteitsdoktoren van Lausanne. Daar komt men erachter dat er kunstbloed door Gianetti’s aderen stroomt. PFC.

PFC is een legende in het peloton, een product dat vijf keer zo goed zou werken als hemoglobine. Wat wil een mens nog meer?

Mauro Gianetti overleeft zijn experimentje op het nippertje. Wel moet hij tien dagen op de IC blijven.

Nooit zal hij in zijn carrière nog werkelijk succesvol zijn. Wie weet heeft de schade en de schande hem wijs gemaakt. Wie weet, wie weet…

Na zijn wielerloopbaan wordt Mauro Gianetti manager van wielerploegen. Hij heeft talloze wielerploegen en nog veel meer renners onder zijn hoede en al die ploegen en al die renners hebben eigenlijk maar een ding gemeen: een reputatie van lik-me-vestje  en verhalen waarmee je aan de poort van de wielerhemel een behoorlijk probleem hebt.

Of ze nu Geox, Saunier Duval of Fuji-Servetto heten; de positieve plasjes vallen er als rijpe appels en altijd staat Mauro Gianetti er met zijn neus bovenop van niks te weten.

Na het verdwijnen van Geox reist hij letterlijk de hele wereld af om mensen in zijn gedrogeerde boedel geïnteresseerd te krijgen. Hij spreekt zelfs met Hugo Chavez over het plan om zijn renners met ‘Venezuela’ op hun rug te laten rondrijden.

Het wordt nooit meer wat en geruisloos verdwijnt Mauro Gianetti uit het peloton. Nu heeft hij alle tijd om zich te richten op zijn stichting ‘Fietsen in de wereld’. Een van de belangrijkste prestaties van die stichting is het planten van een miljoen bomen in Mali.

Een miljoen… Dat is een hoop bomen.

Maar laten we voorlopig maar aannemen dat het allemaal clean gebeurd is.

Frank Heinen