Het is nog geen zeven uur in de ochtend als op 14 mei 2019 bij de alarmcentrale afdeling-Unterfranken de telefoon gaat.

Aan de andere kant van de lijn een opgewonden stem, de telefoniste kan niet uitmaken of het een man of een vrouw is. Wel verstaat ze duidelijk wat de beller steeds opnieuw herhaalt.

Die man. Die man. Die man.
‘Wat is het adres?’
Die man. Zijn vrouw.
‘Waar bent u nu?’
Die man. Zijn vrouw. Brand.

Als amateur wint Remig Stumpf bijna iedere belangrijke koers die er aan zijn kant van het IJzeren Gordijn te vinden is. Op de Olympische Spelen van 1988 eindigt hij als veertiende in de wegrit en zesde in de ploegentijdrit. Later, als prof, blinkt hij vooral uit in dienst.

Hij wint wel, soms, maar het houdt niet over: ritje hier, etappetje daar. Stumpf is op zijn best in wedstrijden die net niet op televisie komen: de Ronde van Zwitserland, de Ronde van Valencia, Vierdaagse van Duinkerken; die categorie.

Vaker rijdt hij in dienst van anderen. Van zijn vriend Andreas Kappes bijvoorbeeld. Het levert hem complimenten op. Maar ja: wat moet een mens met complimenten?

Twee keer wint hij de Zesdaagse van Keulen. Twee keer ook staat hij aan de start van de Tour de France. Daar slaagt hij er niet in een etappe te winnen. Wel één keer bijna.

Op 11 juni 1991 wint hij de sprint van het peloton, vóór Abduzhaparov en Kelly. Enige probleem: die dag is er nou net niemand te vinden die iets geeft om de sprint van het peloton.

Een minuut vóór Stumpf is Thierry Marie over de streep gekomen. Solo, na een eenzame aanval van 234 kilometer. Het is een van de meest vermetele en indrukwekkende solo-offensieven uit het moderne wielrennen die tot een goed einde zijn gebracht.

Niemand spreekt die dag over Remig Stumpf uit Schweinfurt.

Stumpf stopt als hij pas 28 is. Zijn belangrijkste zege bij de profs blijft het Duits kampioenschap tijdrijden. De foto van de huldiging van die dag toont een jongen met een beker in zijn hand, een Duitse kampioenstrui om zijn schouders, een soort goudkleurige hoepel om zijn nek en de uitdrukking van diepe ellende op zijn gezicht.

Na 1993 duikt de naam Remig Stumpf nog maar zelden op. Er is dat bericht dat hij het probeert als American Footballer, in een tijd dat die sport overal in Europa vergeefs tracht voet aan de grond te krijgen. En er is sprake van een Gaststätte in Schweinfurt die hij een tijdje zou hebben uitgebaat.

Af en toe noemt een collega van vroeger zijn naam nog eens in een interview.

Uiteindelijk verdwijnt hij, zoals dat heet, volledig uit de openbaarheid.

In een ruim huis in Bergrheinfeld, een nederzetting in de buurt van Schweinfurt, wordt die ochtend in een brandende kelder het lichaam van een vrouw aangetroffen. Daarna vindt de politie op de begane grond het lichaam van een man. Al gauw wordt duidelijk dat de man de vrouw met ‘massive Gewalteinwirkung gegen den Oberkörper’ om het leven heeft gebracht, daarna de kelder in brand heeft gezet en tenslotte zichzelf heeft vermoord.

Later die ochtend maakt de politie bekend dat de man en de vrouw nog wel getrouwd waren, maar al enige tijd niet meer samenleefden. Kort daarna volgt het bericht dat de man een bekende oud-wielrenner is.

Frank Heinen