Niels Scheuneman

Niels Scheuneman

Niels Scheuneman (21 december 1983)

Sommige renners zijn al vergeten nog voor hun carrière ten einde is. De loopbaan gaat langzaam bergafwaarts, de resultaten blijven uit en de coureur vervaagt langzaam in het veelkleurige fresco van het peloton der niet-winnaars.

Een berichtje op een wielersite: die en die krijgt geen nieuw contract. Had die en die dan nog een contract? Te lang doorgegaan.

Het gebeurt echter maar zelden dat een Vergeten Wielrenner een nieuwe ploeg vindt. Daar zijn Vergeten Wielrenners over het algemeen te vergeten voor. Dit berichtje verscheen ruim een maand geleden op de website van het “Fuji MTB Masters Team”:

Vandaag een introductie waar we echt wel een beetje extra trots op zijn. Het betreft namelijk de derde nieuwe “Limburgse” nieuwkomer in het team. De persoon in kwestie is Niels Scheuneman uit Nuth. Niels was tot vorig jaar full time professional op de weg en hij maakt bij ons de switch naar het Mountainbiken.

Ik had al een tijdje niet meer aan Niels Scheuneman gedacht, maar vergeten was ik hem niet. Op hem had ik mijn wielerhoop gevestigd. Mijn vertrouwen in Niels kende geen grenzen. Hij ging de Tour winnen, en Luik-Bastenaken-Luik. Ik wist het gewoon. Nu lees ik dat hij zijn schoonvader helpt met de paarden. Dan weet je dat die Tourzege er niet meer in zit.

Als Niels Scheuneman in Lissabon één bochtje wat scherper had aangesneden, reed hij nu misschien nog wel in het profpeloton, als luitenant van Robert Gesink bijvoorbeeld. Of was hij nu kopman van Vacansoleil. Of desnoods een onopvallende knecht, maar toch: prof.

Eén bochtje…

Wereldkampioenen zijn schaars in Nederland. Wie ooit de regenboogtrui om z’n schouders heeft gehad, is voor altijd de beste van de wereld, al gebruik je je fiets alleen nog om naar de bejaardensoos te kachelen.

Op het wereldkampioenschap tijdrijden voor junioren in Lissabon in 2001 eindigden drie jonge jongens binnen één seconde van elkaar op de tijdrit. Jurgen Van Den Broeck wordt wereldkampioen, Oleg Kvachuk uit Oekraïne wordt tweede en Niels Scheuneman uit Veendam wordt derde.

Drie melkmuilen op een podium. Ze lachen, Niels lacht ook. Terwijl iedereen weet: de nummer drie is de tweede van de verliezers. Da’s erg.

Eén bochtje…

Twee jaar later staat Niels weer op een podium. Dit keer in Hamilton, Canada. Het is weer het WK tijdrijden, voor beloften dit keer. Niels Scheuneman is negentien jaar, nog piepjong voor een belofte. De kleur van de medaille is dit keer zilver. Alleen de Duitser Markus Fothen is sneller, een stuk sneller. Maar belofte Scheuneman is een grote belofte. Hij heet een flyer te zijn, hij overleeft de meeste heuveltjes en zijn tijdrit is fenomenaal. Het ziet er allemaal een stuk gestroomlijnder uit dan bij zijn voorgangers Weening en Posthuma.

Er gaat klasse uit van Niels Scheuneman uit Veendam.

Een paar maanden later is Niels prof. Krap twintig jaar en in dienst van Relax-Bodysol. Geen chique hoerenkast, maar een Spaans-Belgische onzinploeg. Het is het begin van een bestaan in de marge van de wielrennerij: een tweejarig verblijf bij Rabobank loopt op een mislukking uit, en ook Unibet.com heeft geen geduld met de flyer die er niet meer in slaagt fatsoenlijk op te stijgen..

Dan volgt eind 2007 de aankondiging dat Niels zich ‘aan zijn maatschappelijke carrière wil gaan wijden.’ Topsporttaal voor: dit wordt niks meer, ik kap ermee.

Nog één keer keert hij terug, bij de Krolstone-ploeg. Hij wint nog twee wedstrijden ook, maar vertrekt redelijk plotseling, medio 2009.

‘Niels is een vago’ schrijft een bezoeker van een wielerforum. Voor vago’s is in de wielersport geen plek, of ze moeten regenboogmouwtjes hebben. Dan valt er nog wel eens een mouw aan te passen.

Eén bochtje…

Nu is er dus weer een soort comeback. Het mountainbiken zal moeten worden gecombineerd met zijn werk in een rijwielzaak. Een bijna-wereldkampioen in een rijwielzaak…

Eén bochtje… Eén wat scherper aangesneden bochtje in de buitenwijken van Lissabon en er hing nu een regenboogtrui in die rijwielzaak. Ingelijst, met een foto van Niels ernaast. Ach, wat maakt één bochtje eigenlijk uit?

Frank Heinen