Foto Door Kweniston - Eigen werk, CC BY 3.0

Wielercultuur

Verjaardagskalender: 1 januari: Tristan Hofman (1970)

Een beetje beteuterd staan ze erbij, de organisatoren van het NK Wielrennen van 1992. Voor het derde jaar op rij is de nationale titelstrijd beslecht in het Limburgse Meerssen, maar in tegenstelling tot de twee vorige edities heeft het parcours op en rond de Lange Raarberg niet een van de vooraf gehoopte winnaars opgeleverd. Na Peter Winnen en Steven Rooks had het organisatiecomité vurig gehoopt Erik Breukink of Gert-Jan Theunisse aan haar erelijst te mogen toevoegen, maar een neoprof uit de Achterhoek gooit een flinke schep roet in het eten. Niet dat hij de titel gestolen heeft. Geheel niet, zelfs. Direct na de start was Tristan Hofman al ten aanval getrokken. Toen de omvangrijke kopgroep, waarvan hij in de openingsfase deel uitmaakte, werd teruggegrepen, had hij opnieuw zijn strijdbijl getrokken. En vervolgens nog eens. Met het doorzettingsvermogen van de Tristan waarnaar zijn ouders hem ruim 22 jaar eerder hadden vernoemd – Tristan van Isolde, uit de gelijknamige Middeleeuwse sage – bleef de jonge TVM-renner rondenlang lustig doortrappen. Waar – spoiler alert! – de Middeleeuwse Tristan het einde van diens verhaal niet zou halen, slaagde Hofman daar wel in.

In de finale van het NK schudde hij zijn medevluchters stuk voor stuk af, waarna hij handig en dankbaar gebruik maakte van de ploegentactiek die TVM ten volle kon benutten. Ineens veranderde het NK in een strategisch schaakspel, waar grootmeester Garri Kasparov jaloers op zou zijn geweest. Tristan Hofman de vooruitgeschoven pion, Jan Siemons kleefde als verdedigende toren aan het achterwiel van Erik Breukink en de koning zelf, TVM-kopman Gert-Jan Theunisse, kon in een zetel afwachten. Aangezien de andere kanshebbers, onder wie Rooks, Frans Maassen en Adrie van der Poel, geen van allen hun dag hadden, stond Breukink er alleen voor tegen het TVM-front. Het werd een ongelijke strijd. Met de controlerende en slim meeliftende Siemons in zijn wiel, was volle bak achtervolgen op Hofman zinloos. Die reed nagenoeg de gehele dag vooraan, om aan het einde van de middag als onverwachte nationaal kampioen uit de bus te rollen. Zo blij als de renner zelf was, zo teleurgesteld waren veel Nederlandse wielerfans en de organisatoren van het NK. Een tamelijk onbekende neoprof, die gezien zijn leeftijd het roodwitblauw niet in de Tour zou gaan tonen, is nou niet bepaald de toevoeging aan de erelijst met kampioenen waarop ze vooraf hadden gehoopt.

Zoals zo vaak in het leven wordt de waarde van iets pas later duidelijk. Die neoprof uit Groenlo zal uiteindelijk zo’n veertien jaar deel uitmaken van het mondiale peloton en zeker rond de eeuwwisseling tot de beste coureurs in de voorjaarsklassiekers behoren. Hofman rijdt top 10-klasseringen in onder meer de Ronde van Vlaanderen en Gent-Wevelgem bij elkaar en is in Parijs-Roubaix meermaals akelig dichtbij de winst. Op het Vélodrome André Pétrieux wordt hij in zowel 2000 als 2002 vierde, om twee jaar later tot de ultieme slotmeters mee te strijden om de winst. Hofman sprint sneller dan Roger Hammond en Fabian Cancellara, maar, helaas-pindakaas, is Magnus Bäckstedt nog net ietsjes rapper. De Zweed wint. Hofman is tweede. De teleurstelling die bij sommigen aanvankelijk heerste om die onbekende nationale kampioen van 1992 is op dat moment al een aantal jaren definitief omgezet in tevredenheid.

Lees ook van Vincent de Lijser

Toen de vandaag (5 augustus) jarige Gilles Delion nog één opleefde

Wielercultuur

De tragedie achter de pieken en dalen van de vandaag (4 augustus) jarige Luc Leblanc

Wielercultuur