Foto Rob Annis (via Commons-Wiki)

Wielercultuur

Verjaardagskalender 1 maart: Tyler Hamilton (1971)

Doping helpt niet bij een gebroken sleutelbeen. Je kunt spuiten, slikken en bloed transfereren wat je wilt, maar de pijn neemt niet af en voor een spoediger herstel doet het ook helemaal niets. Tyler Hamilton is er glashelder over. In zijn boek The Secret Race, dat hij in 2012 samen met auteur Daniel Coyle publiceerde, benadrukt hij het meermaals. Ondanks dat de Amerikaan negen jaar eerder, in de Tour van 2003, de nodige substanties in zijn lichaam had die het daglicht niet konden verdragen – net als velen van zijn collega’s op dat moment, het moet gezegd – was het doorrijden met een gebroken sleutelbeen puur een kwestie van wilskracht. Een psychologische strijd tussen lichaam en geest, waarbij die laatste voortdurend de boventoon voerde en het van pijn vertrokken en naar opgeven verlangende lijf telkenmale tot de orde riep en aanspoorde door te zetten. Tyler Hamilton beschikt van nature over een buitengewoon hoge pijngrens, meldt hij trots in zijn boek. Daar komt geen doping bij aan te pas.

Foto Rob Annis (via Commons-Wiki)

De Tour van 2003 is krap twee dagen op weg als Moros, de Griekse god van het noodlot, stevig huishoudt in het peloton. Een massale valpartij, pal na de voorlaatste bocht voor de aankomst van de eerste volwaardige etappe naar Meaux, kegelt direct een paar van de voornaamste uitdagers van topfavoriet Lance Armstrong uit de ronde. Terwijl Alessandro Petacchi de massasprint wint, tuimelen achter hem onder anderen Levi Leipheimer, Andreas Klöden en Tyler Hamilton tegen de grond. Eerstgenoemde kan met een heupbarst direct naar huis. Klöden rijdt tegen wil en dank nog een week door, maar houdt het dan ook voor gezien. Hamilton wil niet van opgeven weten. Terwijl de Amerikaan ook bepaald niet ongehavend uit de strijd is gekomen. Met een bebloed gezicht en, naar enkele uren later blijkt, een op twee plaatsen gebroken sleutelbeen komt hij over de finish. De stukken bot zijn volgens de röntgenfoto’s niet verschoven, ondanks dat Hamilton in de Giro een jaar eerder op dezelfde schouder viel en een scheurtje in het bot opliep. Ook toen reed hij door en eindigde de Italiaanse ronde als tweede. Nu wil Hamilton weer doorzetten. ‘We zien wel hoe lang hij het volhoudt’, is de reactie van Bjarne Riis, zijn ploegleider bij Team CSC, de volgende ochtend in een interview. De Deense oud-Tourwinnaar heeft Hamilton anderhalf jaar eerder binnen gehaald als kopman van de ploeg. In zijn boek doet de renner zelf de aanloop ernaartoe uit de doeken. Hamilton was tot en met 2001 een luitenant van Armstrong, maar hun relatie verslechterde en bovendien wilde hij ook wel eens voor eigen kansen rijden. In zijn eerste jaar bij Team CSC had Hamilton met de al genoemde tweede plek in de Giro, achter Paolo Savoldelli, aangetoond het kopmanschap waard te zijn. Vervolgens trok hij die lijn door met klinkende zeges in Luik-Bastenaken-Luik en de Ronde van Romandië. Niet gek dat hij vol ambitie naar Frankrijk is gekomen. Klaar om land- en ex-ploeggenoot Armstrong het vuur aan de schenen te leggen.

De valpartij in Meaux op de tweede Tourdag lijkt een resolute streep door de kansen van Hamilton te zetten, zoals een leraar met rode viltstift het werk van een leerling afkeurt. De Amerikaan wil echter niets van afstappen weten en kan tot de verbazing van welhaast iedereen, zowel in als buiten het peloton, verrassend goed volgen in de bergetappes. Slechts kortstondig, door een matige ploegentijdrit van Team CSC, verdwijnt Hamilton uit de top van het klassement. Na de eerste ritten in het hooggebergte meldt hij zich doodleuk weer in de bovenste regionen. In etappe 16 zet de gehavende Amerikaan de kroon op zijn opmerkelijke prestatie. Na nota bene in de eerste kilometers van de Pyreneeënrit tussen Pau en Bayonne uit het peloton te zijn gelost, sluit Hamilton dankzij de hulp van vijf ploeggenoten weer aan, om vervolgens de sprong te maken naar een kopgroep. In het klassement staat Hamilton dan weliswaar zevende, maar op liefst negen minuten van zijn voormalige kopman Armstrong, dus het peloton laat het begaan. Als de etappe halverwege is en er nog zo’n honderd kilometer gereden moet worden, heeft Hamilton zich niet alleen aan het front gemeld, hij schudt zijn metgezellen net zo snel weer af. Alsof ze een stel overrijpe appels aan een boom zijn. In z’n eentje trekt hij over de Col de Bagargui en de Col de Burdincurutcheta, om na een solo van bijna twee en een half uur als winnaar over de streep te komen. Met nog altijd duidelijk zichtbaar verband om zijn schouder en een gezicht waar de pijn zo ongeveer letterlijk vanaf te lezen valt. Tyler Hamilton rijdt de Tour niet alleen uit met een dubbele sleutelbeenbreuk, hij wint er zelfs een etappe mee en eindigt de ronde vier dagen later als vierde. Natuurlijk, we weten inmiddels dat hij dat bepaald niet op boterhammen met pindakaas deed, net als vele anderen, maar de verboden substanties konden die sleutelbeenbreuk niet verhelpen en de pijn evenmin. Hamilton is er heel duidelijk over in The Secret Race. Dit was een combinatie van een ferme portie wilskracht en een buitengewoon hoge pijngrens. In zijn boek doet Hamilton nog een bijzondere onthulling. Na afloop van de Giro van 2002, die hij, net als de Tour een jaar later, uitreed met een gebroken sleutelbeen, kon hij direct door naar de tandarts. Zijn gebit was toe aan liefst elf nieuwe kronen. Zo hard had hij op z’n tanden moeten bijten om de helse pijn te weerstaan.

Bekijk ook van Vincent de Lijser

Verjaardagskalender 10 maart: Ad Wijnands (1959)

Wielercultuur

De vele innovaties van Jean Leulliot (of: hoe Parijs-Nice bijna een Tour du Monde werd)

Koersverhalen