Foto PR-kaart 7-Eleven-ploeg (1988)
Verjaardagskalender 11 april: Ron Kiefel (1960)
Druk gebarend en pratend in een hoog tempo, op luid volume, staat Roberto Visentini de toegestroomde pers te woord. Zoals veel van zijn landgenoten beschikt de Italiaan over een boven gemiddelde hoeveelheid temperament, hetgeen het relaas dat hij afsteekt nog meer impact mee geeft. De klassementsleider in de Giro van 1985 is boos. Eerder die dag, tijdens de zesde etappe, is hij ten val gekomen. Visentini had zijn weg kunnen vervolgen en na de finish een verse roze trui mogen afhalen, maar blij is hij allerminst.
De valpartij, op drie kilometer van de finish, is één van de vele in deze editie van de Italiaanse ronde. Precies op het moment dat Visentini zich opnieuw begint op te winden ten overstaan van het journaille en zowel zijn tempo van spreken als het volume verder verhoogt, passeert een renner in het groen-rood van de Amerikaanse 7-Eleven-ploeg. Het maakt de roze truidrager nog bozer. Terwijl hij met een priemende vinger in de richting van de vermeende boosdoener wijst, schreeuwt hij op luide toon ‘pirati!’ in de microfoons van de enigszins beduusde journalisten.
De renners van 7-Eleven zijn niet bepaald populair. Volgens hun ervaren collega’s rijden de Amerikaanse debutanten in de rondte als cowboys die aan een rodeo meedoen. Ze slingeren kriskras door het peloton, maken onverwachte manoeuvres en kennen geen respect voor de gevestigde orde bovenop de apenrots van het mondiale wielrennen. In de ogen van de met name Italiaanse renners zijn de Amerikanen de hoofdschuldigen als het gaat om het buitengewone aantal valpartijen in de eerste Giroweek.
De enige manier om een einde te maken aan de, merendeels onterechte, beschuldiging is even makkelijk gezegd als moeilijk gedaan. Geen woorden maar daden, zeggen ze in Rotterdam. De manschappen van 7-Eleven moeten het respect van het peloton zien af te dwingen en hun plek in de profgelederen proberen te verdienen. Dan stoppen de aantijgingen en termen als ‘pirati’ vanzelf. Het is precies wat één van hen anderhalve week later voor elkaar krijgt. Ron Kiefel slaagt erin een etappe te winnen en mag zich bovendien de eerste Amerikaanse ritwinnaar in een grote ronde noemen.
De schuld afschuiven op een nieuwkomer is het makkelijkste dat er is. Zoals in een bedrijf of op een kantoor vaak als vanzelf wordt gewezen naar ‘die nieuwe’ als iets niet helemaal goed gegaan is en er een zondebok moet zijn, gaat dat in het peloton net zo. Vooruit, de renners van 7-Eleven zijn inderdaad nog wat onervaren in 1985 en rijden somtijds als cowboys, maar dat de Italianen hen willen laten opdraaien voor elke ontstane valpartij, komt vooral omdat het lekker makkelijk is de hand niet in eigen boezem te hoeven steken.
In Europa wordt op dat moment sowieso nog een beetje behoudend aangekeken tegen de intrede van renners uit Noord- en Zuid-Amerika in het profpeloton. Een jaar eerder was er voor het eerst een Amerikaanse ploeg in de Giro gestart, Gianni Motta-Linea M.D. Italia (zie ook het Verjaardagskalender-verhaal van 13 maart j.l.). Zij hadden weinig indruk gemaakt, maar konden desondanks door hoofdsponsor en naamgever Motta, in 1966 zelf Giro-winnaar, op enig respect rekenen. Voor Ron Kiefel en zijn ploeggenoten van 7-Eleven is dat anders.
Meewarige blikken priemen hen in de rug als ze zich in de voorste gelederen melden. Op hun beurt hebben de Amerikanen zelf ook nog niet zo gek veel kaas gegeten van de standaard wielerwetten. Als Kiefel in de Route van de Middellandse Zee, in februari 1985 een van zijn eerste profkoersen, maar net kan voorkomen dat hij met zijn stuur onhandig in dat van een collega haakt, moet ploeggenoot Dag-Otto Lauritzen hem er op attenderen dat hij zojuist niemand minder dan Bernard Hinault bijna van diens fiets had gekegeld. Kiefel had hem niet herkend.
Desondanks maken 7-Eleven in het algemeen en Ron Kiefel in het bijzonder snel indruk. De ploeg, gesponsord door een Amerikaanse winkelketen, heeft in de vorm van vaatwasser fabrikant Hoonved een co-sponsor uit Italië. Het zorgt ervoor dat de renners uit de Verenigde Staten mogen starten in enkele kleinere voorjaarskoersen in de Laars van Europa. De Trofeo Laigueglia is er zo een en die weet Kiefel verrassend te winnen. De zege opent nieuwe deuren en is er mede de reden van dat 7-Eleven enkele weken later een uitnodiging voor de Giro ontvangt. Het is de eerste serieuze kennismaking met Ron Kiefel, Davis Phinney en Andrew Hampsten. Nieuwkomers, die al snel zullen uitgroeien tot vedetten en met de mondiale top mee strijden om de hoofdprijzen.
Tot dat moment heeft Greg Lemond nagenoeg een monopolypositie als Amerikaan die met de besten mee kan. Ondanks dat hij in 1985 al wereldkampioen is geweest en de Tour als derde eindigde, heeft Lemond nog geen etappe weten te winnen in Frankrijk, Italië of Spanje. De eerste Amerikaan die dat flikt in een van de drie grote rondes is zowaar Ron Kiefel. In de vijftiende Giro-etappe van 1985, tussen L’Aquila en Perugia, troeft de neoprof alle favorieten af. Saronni, Moser, Hinault, Knetemann; op de verraderlijk oplopende aankomstweg in de hoofdstad van de regio Umbrië legt Kiefel ze er allemaal op. Alsof zij de onervaren nieuwelingen zijn en hij de geroutineerde prof.
Vanaf dat moment worden de renners van 7-Eleven anders bekeken in het peloton. Die cowboys uit Amerika, die twee weken lang werden beschuldigd van het veroorzaken van de vele valpartijen in het Giro-peloton, genieten plotseling aanzien en respect. Dankzij de knappe ritzege van Ron Kiefel. Zes dagen later bezorgt Hampsten zijn ploeg zelfs een tweede dagsucces. De Amerikanen zijn vanaf dan definitief geen ‘pirati’ meer, maar ‘campioni’.