Foto PR-kaart Weinmann-ploeg (1988)
Verjaardagskalender 12 juni: Steve Bauer (1959)
Omringd door een tiental rijkswachters wordt Steve Bauer de coulissen van het wereldkampioenschap in geleid. De Canadees is zijn leven niet zeker. Een golf van geluid volgt de renner nu al enkele minuten en ondanks dat Bauer niet kan verstaan wat er precies gezegd wordt, weet hij dat het verre van positief is. Met één enkele actie heeft hij zich, een klein kwartier eerder, getransformeerd van een potentiële wereldkampioen in een paria. De rijkswacht vergezelt hem niet voor niets. Een wanhoopsdaad van een boze of teleurgestelde Belgische wielerfan zou de chaotische situatie, die direct na de mondiale titelstrijd in Ronse is ontstaan, zo mogelijk nog erger kunnen maken. Dat moet vanzelfsprekend met alle mogelijke middelen worden voorkomen.
Terwijl Bauer wordt weggevoerd, op een manier waarop je in films wel eens ziet hoe een levensgevaarlijke seriemoordenaar van de ene gevangenis naar de andere wordt overgeplaatst, stapelen de ontwikkelingen in de Belgische plaats zich in hoog tempo op. De wereldtitelstrijd is met die ene actie van Bauer, waardoor titelfavoriet Claude Criquielion, die op weg leek naar een welhaast zekere overwinning, op slag verandert in een koers die in feite alleen maar verliezers kent en die een staartje – of zeg maar gerust, een enorm lange, dikke staart – zal krijgen. Het WK van 1988 mondt uit in een rechtszaak die maar liefst vijf jaar zal duren.
Het nieuws dat Ronse voor de tweede maal een wereldtitelstrijd mag organiseren, wordt in België in de tweede helft van de jaren ’80 met gemengde gevoelens ontvangen. Een kwart eeuw eerder was de Brabantse stad ook al het decor van de strijd om de regenboogtrui. Benoni Beheyt was destijds de verrassende kampioen, die in de eindsprint zijn kopman Rik Van Looy de baas was geweest. ‘Hoogverraad’ en ‘broedermoord’ waren na afloop nog de meest vriendelijke termen om het aftroeven van de titelfavoriet door zijn minder populaire landgenoot te kwalificeren. Als het peloton vijfentwintig jaar later opnieuw in Ronse neerstrijkt, rekenen de Belgen op een volgende titel.
De omloop, met aankomst op de verraderlijk oplopende geasfalteerde kant van de Kruisberg, ligt op steenworp afstand van de woning van Criquielion. Die wordt daardoor automatisch gebombardeerd tot de te kloppen man, als het peloton op zondag 28 augustus aan de 272 kilometer lange koers begint. Bij het ingaan van de slotronde is het inderdaad de plaatselijke favoriet die op de Kruisberg zijn duivels ontbindt en zich losmaakt uit een veertien man grote kopgroep. Alleen Maurizio Fondriest kan de tempoversnelling van Criquielion beantwoorden.
Bijna een volledige ronde lang heeft het er alle schijn van dat dit duo zal gaan uitmaken wie de nieuwe drager van de regenboogtrui wordt. Terwijl de slotbeklimming van de Kruisberg al is ingezet en er nog maar zevenhonderd meters zijn te rijden, krijgen Fondriest en Criquielion plotseling gezelschap van de uit de achterhoede snel opgerukte Bauer. De Canadees heeft zich eveneens uit de groep losgemaakt en weet binnen drie kilometer de kloof naar voren te overbruggen.
Blakend van het zelfvertrouwen neemt Bauer onmiddellijk het voortouw, zodra hij zich bij de twee koplopers voegt. Al twee maanden lang verkeert de voor het Zwitserse Weinmann rijdende renner in topvorm. In de Tour had Bauer niet alleen de eerste etappe gewonnen, hij had vijf dagen het geel gedragen en Parijs als vierde weten te bereiken. Het behalen van de wereldtitel zou de absolute kroon op zijn uitstekende seizoen zijn. Veel te verliezen heeft hij bovendien niet. Enkele kilometers eerder had het er immers nog naar uitgezien dat er niet meer dan een derde plek te halen zou zijn.
Van kop af zet Bauer op 250 meter van de aankomst zijn eindschot in. Fondriest is direct gezien, maar Criquielion heeft zichtbaar nog overschot. Terwijl Bauer zijn fiets steeds verder naar de rechterkant van de weg stuurt, de wind komt immers van links, probeert de Belg zijn tegenstander rechts te passeren. De ruimte tussen de Canadees en de dranghekken wordt echter steeds kleiner. Had Bauer de deur eerst nog op een kier staan, langzaam maar zeker gooit hij de boel in het slot. Criquielion zit als een rat in de val.
Terwijl hij zij-aan-zij naast Bauer rijdt, is er geen ruimte meer en met zijn voorwiel stuit hij op een uitstekend betonblok waar de voet van een dranghek in geplaatst is. De onfortuinlijke renner kan het obstakel niet ontwijken en tuimelt van zijn fiets. In zijn val toucheert hij Bauer, die niet alleen moet uitwijken om niet zelf tegen de grond te gaan, maar in de ontstane consternatie ook snelheid verliest. Het incident geeft de al verslagen Fondriest de kans alsnog naar de titel te rijden. Het is een buitengewoon curieuze uitkomst van het WK. De Italiaan is de, gevoelsmatig onterechte, kampioen. Criquielion komt lopend, zijn kapotte fiets in de hand, pas na een groep sprintende achtervolgers over de finish. Boosdoener Bauer wordt vanzelfsprekend gediskwalificeerd. Daarmee is de kous echter nog niet af.
Criquielion voelt zich, nota bene in zijn eigen achtertuin, bestolen van een welhaast zekere titel en besluit een rechtszaak te beginnen. Wat volgt is een juridische strijd waar auteur John Grisham een heel dikke boekenreeks mee zou kunnen vullen. ‘Opzettelijk en onopzettelijk slagen en verwonden’, luidt officieel de, in het Vlaams geformuleerde, aanklacht. Terwijl Bauer zijn leven in Belgische koersen soms nauwelijks zeker is en in angst verkeert of hij niet door boze fans zal worden beschimpt of van zijn fiets getrokken, buigen rechters in Oudenaarde zich over de zaak.
In eerste instantie wordt de Canadees vrijgesproken. Criquielion neemt daar echter geen genoegen mee en gaat in hoger beroep. Liefst vijf jaar lang zal de zaak voortslepen. Pas in 1993, de Belg is dan al gestopt met koersen en ook Bauer zit in de nadagen van zijn carrière, wordt door de hoogste rechterlijke macht vrijspraak geoordeeld. Criquielion moet opdraaien voor de kosten en is na de hele juridische affaire een half miljoen Belgische francs armer. Bauer voelt zich, ondanks dat hij niet wordt gestraft, ook bepaald geen winnaar. Fondriest mag zich dan al enkele jaren ex-wereldkampioen noemen, al vindt ook jaren later nog steeds niemand dat hem die wereldtitel in Ronse toekwam. Het WK van 1988 kent alleen maar verliezers.