Foto Nicola

Wielercultuur

Verjaardagskalender 13 april: Olaf Ludwig (1960)

De carrière van Olaf Ludwig wordt voor een groot gedeelte bepaald door de Muur. Niet die van Geraardsbergen, Hoei of Bretagne, maar de Berlijnse. Het 45,3 kilometer lange bouwwerk, dat de Duitse stad jarenlang letterlijk splijt, deelt ook de loopbaan van Olaf in tweeën. Er is het staatsamateurtijdperk en, als de Berlijnse Muur eind 1989 eindelijk valt, de profperiode. Zoals twee verliefde pubers in een klaslokaal de gehele les naar elkaar lonken, maar moeten wachten tot de verlossende schoolbel klinkt alvorens ze elkaar in de armen kunnen vallen, zo voeren de Oost-Duitse renner en diverse West-Europese profploegen al voordat het IJzeren Gordijn definitief wordt opgetrokken meerdere malen een verleidingsritueel uit.

Het is Peter Post die, zodra de politieke omwenteling in de DDR een feit is, aan het langste eind trekt. Voor een periode van in eerste instantie twee jaar verbindt hij de regerend Olympisch kampioen vanaf januari 1990 aan zijn Panasonic-ploeg. De gouden plak, behaald in de wegkoers in het Zuid-Koreaanse Seoel, vijftien maanden eerder, is maar een van de vele hoofdprijzen die Ludwig als Oost-Duits staatsamateur in de wacht sleept.

Al in 1980 pakt hij als 20-jarig ‘broekie’ zilver op de 100 kilometer ploegentijdrit. Daarna volgen etappes en eindzeges in onder meer de prestigieuze Vredeskoers en tal van andere amateurwedstrijden, waarin met name Sovjetrussen en renners uit de DDR de dienst uitmaken. Zij zouden zich wat talent en kwaliteiten betreft met gemak moeten kunnen meten met de mondiale top, maar zijn door de politieke situatie in Oost-Europa, waarvan de Berlijnse Muur het zichtbare symbool is, veroordeeld tot louter krachtmetingen met westerse amateurrenners. Vandaar dat Ludwig al negentwintig kaarsjes op zijn verjaardagstaart heeft mogen uitblazen als hij in 1990 eindelijk prof wordt.

Liefst negen miljoen gulden heeft ploegleider Post van sponsoren Panasonic en Sportlife los gepeuterd om in 1990 een superploeg de weg op te kunnen sturen. Een ‘dreamteam’ met renners die in welke koers dan ook niet alleen de strijd aan moeten gaan met de wereldtop, maar ook menig hoofdprijs uit het vuur zouden moeten slepen. Als op de laatste dag van de eerste maand van een nieuw decennium de Panasonic-ploeg aan de pers wordt gepresenteerd in het Van der Valk-hotel in het Limburgse Urmond, speelt Olaf Ludwig slechts een bijrol. De 29-jarige, in Gera geboren, Oost-Duitser verbleekt, ondanks zijn Olympische status, bij de andere nieuwe aanwinsten van Post. Steven Rooks en Gert-Jan Theunisse zijn de blikvangers, net als de eveneens achter het IJzeren Gordijn vandaan geplukte, Sovjetrus Vjatsjeslav Jekimov en de bij Panasonic teruggekeerde Eddy Planckaert. En dan zijn er ook nog topsprinter Jean-Paul van Poppel en klassiekerspecialisten Teun van Vliet, Eric van Lancker en Jean-Marie Wampers.

Het is een line-up die doet denken aan de hoogtijdagen van TI-Raleigh, de ploeg die Post tien jaar eerder aanstuurde en waarmee hij menig koers dicteerde. Zes maanden na de feestelijke dag in Urmond liggen de kaarten heel anders bij Panasonic. Van het sterrengilde blijkt eigenlijk maar een renner in staat de vooraf hooggespannen verwachtingen daadwerkelijk waar te maken en die om te zetten in een aantal klinkende overwinningen.

Als Peter Post na de Tour de France de teleurstellende balans opmaakt, heeft alleen Olaf Ludwig zijn vooraf gestelde doelen behaald. Theunisse zit op dat moment al een paar maanden thuis na een dopingschorsing. Zijn maatje Rooks rijdt door het ontbreken van zijn wederhelft geen deuk meer in een vers pakje boter. Planckaert kampt, ondanks het winnen van Parijs-Roubaix, met rugklachten en zit in de slotfase van zijn actieve loopbaan. Net als Van Vliet, die door nog ernstigere gezondheidsklachten noodgedwongen aan de kant staat. Van Poppel is in dienst van Panasonic nimmer de topsprinter die hij was voordat hij zijn handtekening onder een dik contract van de Japanse elektronicagigant zette. Vooruit, Van Lancker had in Luik-Bastenaken-Luik weer eens een van zijn spaarzame superdagen gekend en Post, een week na Planckaerts zege in Roubaix, direct zijn tweede Monumentale zege van het seizoen bezorgd. Overall bezien vallen de prestaties van de Panasonic-brigade echter fors tegen, zeker in verhouding tot het miljoenenbudget.

Op het hoofdpodium, in de Tour, voorkomt neoprof Ludwig hoogstpersoonlijk dat de superploeg afgaat als een gieter. De voormalig Oost-Duitser fungeert in de ploegentijdrit rond Futuroscope als onvermoeibare motor en sleurt zijn teamgenoten naar dagsucces. Precies een week later slaat hij in Besançon zelf toe. In de sprint van een omvangrijke kopgroep verschalkt hij Johan Museeuw en Ron Kiefel met speels gemak. Het levert hem niet alleen een bos bloemen, het blikje cola van de Toursponsor en de kussen van de ronde-missen op, maar ook belangrijke punten voor dat andere doel dat de Duitser zich, naast een ritzege, heeft gesteld. De groene trui van het puntenklassement.

Al in de derde etappe had Ludwig het tricot bemachtigd en hij zal het niet meer afstaan. Ondanks dat hij op de Champs-Élysées in de eindsprint te kort schiet tegen Museeuw en Adriano Baffi en als derde finisht – twee jaar later zal Ludwig alsnog de snelste zijn in Parijs door de naar PDM uitgeweken Van Poppel te kloppen – geeft hij het groen niet meer uit handen. Het is een welkome redding van de verder zo teleurstellend verlopen Tour de France voor Post en zijn Panasonic-ploeg. Waar veel succesvolle amateurs de grootste moeite hebben hun weg te vinden in het profpeloton en het gevoel hebben eerst een soort muur over te moeten, stapt Ludwig met gemak over. Hij heeft al meer dan genoeg last gehad van een Muur.

Bekijk ook van Aan-Age Dijkstra

Verjaardagskalender 13 april: Olaf Ludwig (1960)

Wielercultuur

Ode aan de gravelkoers? Dit Is Waarom Iedereen Over de Prins van de Peel Praat!

Koersverhalen Op de fiets