Foto René Milanese / Wiki Commons

Wielercultuur

Verjaardagskalender 13 februari: Michel Pollentier (1951)

Geen renner is zo onlosmakelijk verbonden met een bepaald woord of begrip als Michel Pollentier met het ‘peertje’. Voor een ieder bij wie nu denkbeeldige vraagtekens boven het hoofd beginnen te cirkelen, het peertje is in dit geval geen stuk fruit of een gloeilamp, maar een rubber ballonnetje. De inhoud? Urine! De bedoeling? De dopingcontroleurs zo ver mogelijk om de tuin leiden. De ‘peer van Pollentier’ is en blijft een van de meest opmerkelijke koersverhalen. Mede omdat er, bijna vijf decennia na dato, nog altijd een hoop losse puzzelstukjes op tafel rondzwerven, die met de beste bedoelingen niet lijken te passen. Dat vele betrokkenen, onder wie Pollentier zelf, elkaar tegenspreken of de waarheid, al dan niet opzettelijk, incompleet of onjuist reproduceren, helpt in dat kader ook al niet mee.

Foto René Milanese / Wiki Commons

Eerst maar even de feiten van die memorabele zestiende Touretappe naar L’Alpe d’Huez in 1978. Net voor de top van de voorlaatste klim van de dag, de Col du Luitel, versnelt Pollentier om zijn leiderspositie in het bergklassement te verstevigen. Als de bergpunten binnen zijn, ziet de Belg dat hij een fraaie voorsprong heeft op zijn belagers en besluit door te zetten. In zijn eentje begint Pollentier aan de slotklim. De wat kalende renner moet het niet bepaald van zijn souplesse hebben. Duwend op de pedalen en trekkend aan zijn stuur, klautert hij, hevig zwetend, naar boven. Hard gaat het echter wel. Pollentier ziet zijn voorsprong op zijn eerste achtervolgers, Hennie Kuiper, Bernard Hinault en Joop Zoetemelk, alleen maar groeien. Behalve de ritzege komt nu ook het geel in zicht. Kuiper stond al ver achter Pollentier in het klassement, Hinault en Zoetemelk is hij virtueel voorbij. Aangezien geletruidrager Joseph Bruyère heeft moeten lossen, is Pollentier hard op weg een knappe dubbelslag te slaan. Ritwinst en het geel. De moegestreden, maar dolgelukkige Belg slaagt in zijn opzet. Op het erepodium, bovenop L’Alpe d’Huez, voelt Pollentier zich de koning te rijk. Tourwinst ligt in het verschiet. Tot dan toe is zondag 16 juli 1978 ‘d’n schoonsten dag’ in zijn leven, vertelt hij decennia later in de aflevering van BelgaSport, die Canvas in 2016 aan hem zal wijden. Om er op enigszins verlegen toon aan toe te voegen dat die mooie dag weldra in een nachtmerrie zou veranderen. ‘Er komt nog een verhaaltje achter…’, aldus Pollentier.

Vanaf het moment dat de huldigingsplechtigheden zijn gedaan en Pollentier in zijn gele trui op weg gaat naar de dopingcontrole, beginnen de verhalen van de diverse betrokkenen uiteen lopen en ontstaat er een parallel universum aan waarheden. Vooruit, eerst nog een feitelijkheid dan. Pollentier had amfetamine geslikt en wilde per se niet dat zijn eigen, hoogstwaarschijnlijk positief uitslaande, plas in handen van de dopingcontroleurs zou komen. Er moest schone urine in het potje belanden. Vandaar dus het peertje. Daar beginnen de verhalen al uiteen te lopen. Volgens sommigen was er geen rubberen balletje, dat Pollentier onder zijn oksel zou hebben verstopt, en dat, via een slangetje langs zijn rug en tussen zijn benen door, onder zijn penis uitkwam om de over zijn schouder meekijkende dopingdokter op een dwaalspoor te zetten. In plaats daarvan zou de renner een met urine gevuld condoom hebben verstopt in zijn achterste. Dat zou echter te controversieel zijn om naderhand publiekelijk te maken en bovenal te gênant voor de renner in kwestie, vandaar dat het verhaal over het peertje later naar buiten werd gebracht. Andere versies beweren juist dat Flandria-ploeggenoot Marc Demeyer eerder in diezelfde Tour de truc met het condoom had geprobeerd, maar er geen urine uit kreeg op het moment suprême. Pollentier zou om die reden toch maar voor een peertje gekozen hebben om de boel te bedotten. Feit is dat Dr. Alain Calvez, de controleur van dienst op L’Alpe d’Huez, Pollentier op heterdaad betrapt. De Belg kan of wil eerst een uur lang zijn kleine boodschap niet doen, terwijl ploegleider Fred De Bruyne zijn best doet Calvez af te leiden. Hij houdt de arts voor dat Pollentier door alle euforie niet kan plassen en dat de controle beter van het dopinglokaal verplaatst kan worden naar het hotel waar de nieuwe geletruidrager overnacht. Calvez laat zich echter niet misleiden en vertelt voor de camera van BelgaSport trots dat hij, toen Pollentier uiteindelijk toch urine in het daarvoor bestemde potje liet sijpelen, onmiddellijk in de gaten had dat er iets niet pluis was. Calvez ziet, althans naar eigen zeggen, meteen dat het vocht uit een slangetje onder het geslachtsdeel van de renner komt en dat er een peertje onder zijn klamme oksel zit verstopt. Met een korte ruk trekt de arts het plakband los, waarmee het peertje aan het rennerslichaam is bevestigd. Als een trofee houdt hij het balletje in de lucht, terwijl de urine er nog altijd uitstroomt. Er zit immers geen systeem op om het leeglopen te stoppen. ‘Fraude!’, roept Calvez in het Frans tegen zijn Italiaanse collega Renaldo Sacconi, die namens de UCI aanwezig is bij de controle.

Pollentier zal later beweren dat hij door iemand is verraden bij Dr. Calvez. Door wie wil hij niet zeggen. Niet tegen BelgaSport en in zijn, door Herman Laitem geschreven, biografie evenmin. Volgens Freddy Maertens, boezemvriend en ploeggenoot van Pollentier in 1978, zou ploegleider De Bruyne de ‘snitch’ zijn. Die zou met zijn verraad Hinault aan de Tourzege hebben geholpen en zo voor zichzelf een fraai landgoed hebben verdiend. Een allerminst logisch scenario. Er zijn nog talloze onduidelijkheden omtrent Michel Pollentier en zijn peertje, die vermoedelijk nooit opgehelderd worden. Nog een paar laatste feiten dan: Hennie Kuiper krijgt als runner-up van de dag de ritzege op L’Alpe d’Huez in de schoot geworpen. Bernard Hinault staat een week later als Tourwinnaar op het podium in Parijs. Fraudeur Pollentier wordt vanzelfsprekend uit de Tour geknikkerd, al stelt het strafbeleid is die tijd nog weinig voor. Na een schorsing van niet meer dan twee maanden mag Pollentier alweer terugkeren in het peloton. Vanaf dat moment staat hij bekend als ‘Peerke’. Hij beschouwt zichzelf tot op de dag van vandaag nog altijd als winnaar van de etappe naar L’Alpe d’Huez.