Foto PR-kaart IJsboerke-ploeg (1979)

Wielercultuur

Verjaardagskalender 15 juni: Rudy Pevenage (1954)

De meeste mensen die minder dan vijftig levensjaren op de teller hebben staan, zullen Rudy Pevenage vooral kennen als de mentor van Jan Ullrich. In de periode voor en na de millenniumwisseling lijken de twee onlosmakelijk met elkaar verbonden. De Bourgondisch ogende, goedlachse Vlaming is officieel assistent-ploegleider bij Telekom, waar Ullrich de uitgesproken klassementskopman is, maar in de praktijk is Pevenage veel meer dan dat. Coach, vertrouwenspersoon, begeleider. Tegenwoordig noemt half LinkedIn zich zo, maar de Belgische oud-renner is van onschatbare waarde voor zijn pupil. Een vaderfiguur is hij soms zelfs voor zijn protegé.

Na het vertrek van beiden bij Telekom ondersteunt Pevenage Ullrich als individueel begeleider. De Duitser lijkt niet zonder zijn mentor te kunnen. Pas jaren later onthult auteur John van Ierland in de biografie Der Rudy dat Pevenage ook een belangrijke schakel was in de aanschaf en toediening van de verboden middelen die Ullrich destijds, net als Lance Armstrong en zo ongeveer het overgrote merendeel van het peloton in die periode, gretig tot zich nam in de zoektocht naar meer en grotere successen.

Destijds dacht iedereen dat Pevenage vooral koersinzicht en strategie deelde met zijn renner en hem de twee pijlers bijbracht, durf en strijdlust, waarop zijn eigen actieve loopbaan leek gestoeld. Leek, inderdaad. Want in hetzelfde boek van Van Ierland geeft Pevenage toe dat hij als renner zelf ook vooral in dienst was van de firma List & Bedrog. Desondanks spelen durf, strijdlust en tactisch inzicht wel degelijk een grote rol bij de grootste prijs die de rossige Belg als renner op zijn naam schrijft. In 1980, terwijl ‘Onze Joop’ de Tour wint, rijdt Pevenage in de groene trui Parijs binnen.

De openingsweek van de Franse ronde van dat jaar levert de oud-student economie niet alleen de grootste successen uit zijn carrière op, maar ook een belangrijke levensles. ‘Als je wint heb je vrienden’. Het is een credo dat later in de jaren ’80 nog eens door Herman Brood en Hennie Vrienten op muziek zal worden gezet. Pevenage weet er alles van. Een jaar eerder heeft hij door een schedelbreuk wekenlang noodgedwongen rust moeten houden en de fiets niet aan kunnen raken. Slechts familieleden en enkele goede vrienden hadden naar de onfortuinlijke renner omgekeken. Verder hoorde Pevenage vooral het geluid van denkbeeldige krekels.

Nu hij in de eerste Tourweek van 1980 plotseling de gevierde man is, lijkt het of de hele wereld iets van hem wil. Interviews, foto’s, handtekeningen; de Belg weet niet wat hem overkomt. Pevenage is geen winnaarstype. Eigenlijk had hij verwacht de Ronde van Frankrijk te zullen rijden in dienst van Daniël Willems, maar de kopman van IJsboerke wordt vanwege zijn jonge leeftijd nog een jaartje thuis gehouden door ploegleider Walter Godefroot. Het geeft Pevenage en zijn ploeggenoten een vrijgeleide om op zoek te gaan naar eigen succes.

De Belg slaagt al op de derde dag in die opzet. Een monstervlucht, in gezelschap van de Fransen Pierre Bazzo en Yvon Bertin, rondt hij winnend af. De Tour heeft Frankrijk net bereikt – de eerste twee dagen worden op Duits grondgebied afgewerkt – en kan voor Pevenage al gelijk niet meer stuk. Wat de renner van IJsboerke dan nog niet weet is dat de Tour nog meer moois in petto heeft.

Na de ritzege van Pevenage in de tweede etappe heeft Yvon Bertin de gele trui mogen aantrekken, maar de helper van Bernard Hinault zakt de volgende dag, in een mini-uitvoering van Luik-Bastenaken-Luik, genadeloos door het ijs. De monstervlucht heeft alle energie uit zijn lijf gezogen, zoals een mug een diepe slaper ’s nachts ontdoet van dikke druppels bloed. Pevenage mag het geel overnemen en weet de trui ruim een week vast te houden. Pas als de Belg in de 51 kilometer lange tijdrit naar Laplume, terwijl de contouren van de Pyreneeën in de verte opdoemen, meerdere minuten verspeelt op de klassementsfavorieten, moet hij het tricot afstaan.

De volgende leiderstrui ligt echter alweer klaar. Na afloop van de eerste bergetappe naar Bagnères-de-Luchon wordt Pevenage tot zijn eigen verbazing opnieuw naar het podium geroepen. Ditmaal om de groene trui af te halen. Door zijn ritwinst in de eerste Tourweek en de tussensprints, waar de Belg zich vervolgens regelmatig in had gemengd om bonificatieseconden te pakken teneinde het geel zo lang mogelijk vast te houden, was hij op de derde plek van het puntenklassement beland. Ruim achter groene truidrager Jan Raas en Pevenage’s voormalige medevluchter Bertin. Beiden verlaten de Tour echter in de eerste Pyreneeënrit. Raas is al bepaald geen liefhebber van het hooggebergte, de Zeeuw kampt ook nog eens met rugklachten en geeft er de brui aan. Bertin zit dan al in de bezemwagen. Na de etappe staat de Vlaamse knecht uit de IJsboerke-ploeg, iets meer dan een week voor Parijs, plotseling in het groen.

Een sterke sprinter is Pevenage niet, maar werklust, durf en tactisch inzicht zijn drie kwaliteiten waarover hij wel beschikt. En dus gaat hij sprokkelen. Als een kandidaat in Expeditie Robinson, die houtjes zoekt voor het kampvuur, raapt Pevenage in de tussensprints, de zogenaamde Talbot Rushes, gesponsord door het gelijknamige automerk, punten op voor zijn groene trui. Ook in massale aankomsten strijdt hij fanatiek mee om een zo hoog mogelijke ereplaats. Zijn aanpak slaagt. Pevenage krikt zijn puntentotaal langzaamaan steeds verder op en houdt Sean Kelly en Ludo Peeters knap achter zich.

Dat de Belg uiteindelijk twee punten minder achter zijn naam heeft staan dan Raas had, toen die in het groen de Tour verliet in de eerste, de beste bergetappe, is slechts bijzaak. Soms moet je naast eigen kwaliteiten ook over wat geluk beschikken.

Bekijk ook van Vincent de Lijser

Verjaardagskalender 15 juni: Rudy Pevenage (1954)

Wielercultuur

Verjaardagskalender 14 juni: Eric Heiden (1958)

Wielercultuur