Foto Petit Brun, CC BY-SA 2.0

Wielercultuur

Verjaardagskalender 16 april: Marc Madiot (1959)

Hij was over. Klaar. Kon het niet meer. Zeiden ze. Nou, mooi wel. Na een pechjaar waarin alles – zowel professioneel als privé – even fors tegen zit, is Marc Madiot gebrand op revanche. De Fransman zal de wereld wel eens even laten zien wie er nog lang niet opgebrand is en wel degelijk met de besten mee kan. Het is de reden dat hij in het winterseizoen 1990/1991 al in een vroeg stadium volle bak aan het trainen is. Vanzelfsprekend in gezelschap van zijn drie jaar jongere broer Yvon. De Madiots zijn onafscheidelijk. Nagenoeg hun hele carrières rijden ze niet in dienst van dezelfde ploegen. Net als Marc is ook Yvon na tegenvallende resultaten door Toshiba op straat gezet. Het is precies het roet dat over het eten van het tweetal dreigt te worden uitgestrooid, als het gaat om hun plannen sportieve wraak te nemen op al die mensen die niet meer geloven in het tweetal.

Willen Marc en Yvon dat aan de buitenwacht bewijzen, dan hebben ze wel een profcontract nodig en daar beschikken ze, als de kerstdagen van 1990 in zicht beginnen te komen, nog steeds niet over. Desondanks trainen ze stug door. Mocht een ploeg zich melden, dan zijn de broers in ieder geval klaar voor het nieuwe seizoen. Het duurt akelig lang en het begint steeds meer op een tantaluskwelling te lijken, maar het verlossende telefoontje komt er uiteindelijk. Precies op tijd. Het is Charly Mottet, die in december 1990 eens informeert bij de oudste van de Madiots of de twee eigenlijk al onderdak zijn in het nieuwe seizoen. Nou, nee. Nog niet. Vanaf dat moment dus wel. RMO, waar Mottet dan al twee jaar kopman is, kan versterking gebruiken in eendagskoersen door het vertrek van Jean-Claude Colotti. De Madiots happen gretig toe. Hun profcarrières zijn voor in elk geval een jaar gered. De weg om revanche te nemen op iedereen die niet meer gelooft dat ze nog altijd met de besten mee kunnen, de Toshiba-ploegleiding voorop, ligt open.

Er is één koers waar Marc Madiot in het bijzonder zijn zinnen op heeft. Zijn lievelingswedstrijd. Zondag 14 april 1991 staat met dikke letters in zijn agenda aangemerkt en is met rode stift omcirkeld. De Hel van het Noorden. Al twee keer eerder was de oudste van de twee Madiots de beste van allemaal tussen Parijs en Roubaix. In 1979, Marc was net een maand twintig jaar oud, had hij de junioreneditie gewonnen, om zes jaar later toe te slaan in de ‘grote mensen’-versie. Op Carrefour de l’Arbre, vijftien kilometer voor het Vélodrome André Pétrieux in Roubaix, had hij zijn medevluchters afgeschud en was in zijn kenmerkende stijl, tong uit de mond hangend, naar de wielerbaan gesoleerd. Precies zes jaar zat er tussen die twee zeges.

Als Madiot aan de vooravond van de editie van 1991 aan die overwinningen terugdenkt en aan het rekenen slaat, neemt zijn zelfvertrouwen onmiddellijk toe. Zes jaar zat er tussen 1979 en 1985 en hoeveel jaar zijn we verder sinds hij in Roubaix voor de tweede keer won? Precies, opnieuw zes. Het moet gewoon zo zijn, Marc Madiot is er heilig van overtuigd. Met de vorm zit het sowieso goed. Een week eerder was hij in de Ronde van Vlaanderen knap als zesde geëindigd. De harde trainingsarbeid in de winter betaalt zich uit.

Parijs-Roubaix is niet alleen een kwestie van hard fietsen, maar ook van een stevige portie geluk. Een valpartij of lekke band schuilt onder de kleinste kasseien en kan een potentiële winnaar in enkele seconden veranderen in een volstrekt kansloze renner. Hendrik Redant is er zo een. De Belg rijdt in 1991 in het laatste koersuur aan de leiding, maar moet na een lekke band lang wachten op een nieuw achterwiel. Te lang. De Lotto-renner wordt voorbij gestoken door een achtervolgende groep, waarin Marc Madiot duidelijk zichtbaar de motor is. Onder anderen Franco Ballerini, Wilfried Peeters en John Talen, stuk voor stuk bepaald geen misselijke renners, zijn blij dat ze in het spoor van de ontketende Fransman kunnen blijven. Althans, voor even.

Op nagenoeg dezelfde plek als zes jaar eerder, Carrefour de l’Arbre, spant Madiot zijn spieren nog eens extra aan, oefent meer druk uit op de pedalen en begint zich te ontdoen van de overbodige ballast, zoals een luchtballon enkele zandzakken overboord kiepert om hoger in de lucht te komen. Alsof in Noord-Frankrijk plotseling de bonkige stenen vervangen zijn door vers gelegd asfalt, rijdt Madiot soepel ogend naar de wielerbaan. Hij lijkt immuun voor het gestuiter op de kasseien en soleert, net als zes jaar eerder, opnieuw heel karakteristiek met de tong ver uit zijn mond, naar een nieuwe zege in Roubaix.

Revanche smaakt altijd zoet, maar nu proeft hij pure nectar. Achter hem wordt uitgerekend Colotti, zijn voorganger bij RMO en nu rijdend in Belgische dienst, tweede. Het is niet de laatste keer dat Marc Madiot na de Hel van het Noorden mag juichen. De Fransman heeft het zadel nog maar net verruild voor de veel comfortabelere zitting van de ploegleidersauto als een van zijn pupillen uit zijn La Française Des Jeux-ploeg, Frédéric Guesdon, hem trakteert op de zege in Roubaix. Hoeveel jaar na Madiots winst in 1991? Zes!

Bekijk ook van Vincent de Lijser

Verjaardagskalender 17 april: Jasper Stuyven (1992)

Wielercultuur

Verjaardagskalender 16 april: Marc Madiot (1959)

Wielercultuur