Foto PDM

Wielercultuur

Verjaardagskalender 16 januari: Dirk De Wolf (1961)

Noem de naam Dirk De Wolf en onmiddellijk komen twee memorabele wielerdagen boven drijven in het collectief geheugen. Natuurlijk, hij presteerde meer in zijn twaalfjarige profcarrière. Hij won etappes in Parijs-Nice en de Tirreno-Adriatico, schreef de Vierdaagse van Duinkerken en Dwars Door Vlaanderen op zijn naam en streed tot diep in de finale van grote koersen mee, getuige top 10-klasseringen in onder meer de Ronde van Vlaanderen en Gent-Wevelgem en podiumplaatsen in Parijs-Roubaix en de Amstel Gold Race. En toch, altijd komen precies die zelfde twee koersdagen aan het licht als ‘d’n Dirk’ ergens binnen komt.

Foto PDM

De eerste speelt zich af op 2 september 1990. In haar zucht naar mondialisering heeft de UCI besloten het wereldkampioenschap in Japan te organiseren. Utsunomiya, is de plaats waar om de regenboogtrui wordt gestreden. Nagenoeg het voltallige peloton heeft te lijden onder het tijdverschil met Europa, de warmte en de vochtigheidsgraad, maar dat geldt niet voor Dirk De Wolf. In gezelschap van vriend en PDM-ploeggenoot Rudy Dhaenens heeft de Oost-Vlaming zich maandenlang minutieus voorbereid op de titelstrijd. Noeste trainingsarbeid, somtijds zelfs in een sauna om aan de Japanse warmte te wennen, en het geleidelijk aanpassen van het bioritme om alvast aan het tijdverschil tussen Europa en Azië te wennen, betalen zich onmiddellijk uit. Fris als een hoentje staat ‘D’n Dirk’ aan de start en vliegt er direct vol in. Niemand weet de losgeslagen renner te temmen. Een vuistslag van Dag-Otto Lauritzen, nadat De Wolf de Noor met een onhandige beweging ten val heeft gebracht, evenmin. Tot aan de finish blijft de Belg voorop rijden, de slotronde in gezelschap van maatje Dhaenens. In de sprint met twee zet De Wolf niet meer aan. Hij zou, naar eigen zeggen, te moe zijn geweest om Dhaenens nog serieus weerstand te kunnen bieden. Pas jaren later heldert het Vlaamse tv-programma Belga Sport op dat De Wolf een miljoen Belgische Francs geboden kreeg van zijn vriend om te mogen winnen. ‘D’n Dirk’ hapte toe en werd tweede. Jaren later heeft hij spijt.

De tweede dag, ruim anderhalf jaar later, liep beter af voor Dirk De Wolf. Toen hij ’s ochtends in Luik de gordijnen van zijn hotelkamer opzij schoof, kwam er als vanzelf een brede grijs op zijn gezicht. Het was rotweer op de 19de april in 1992. Precies het weer waarin De Wolf zich op zijn best voelt. Wolvenweer, noemt hij het. Ditmaal liet hij zich niet de kaas van het brood eten. In de finale van Luik-Bastenaken-Luik zat Dirk minstens net zo kapot als vluchtmakkers Steven Rooks, Davide Cassani en Jean-François Bernard. Afgematte boksers leken ze, die alle vier al lang en breed voor de finish in Luik in de touwen bungelden. Slechts een van hen vond nog een greintje kracht in zijn uitgeputte lijf. Op een oplopende weg in de straten van Luik zette De Wolf aan. Geen van de anderen kon hem nog van de grootste overwinning in zijn carrière afhouden. Luik-Bastenaken-Luik van 1992 leek al op de wielervariant van een bokspartij, maar na de finish onderstreepte De Wolf, onbewust, die vergelijking door net als Rocky in de gelijknamige film, na diens zege op Apollo Creed, om zijn vrouw te roepen.