Foto Eric Houdas

Wielercultuur

Verjaardagskalender 16 juli: Miguel Induráin (1964)

Een kort handgebaar. Meer niet. Bijna ongemerkt geeft hij met zijn rechterhand aan dat hij naar de kant van de weg wil sturen. Precies lang genoeg om aan de renners achter hem duidelijk te maken dat er een onverwachte manoeuvre aan komt. Een korte blik over zijn rechterschouder nog. Om zeker te zijn dat er niet nog een onoplettende collega rechts van hem rijdt. Zodra hij ziet dat er voldoende ruimte is, stuurt hij naar de kant van de weg. Met zijn wijs- en middelvingers knijpt hij in zijn remmen en zet zijn rechtervoet aan de grond. Direct wordt hij omgeven door motoren. Cameramensen. Fotografen. Journalisten. Ze willen geen seconde missen van wat er zich voor hun ogen voltrekt.

De zojuist gestopte renner keert zijn fiets om, rijdt een paar meter terug en steekt de straat over. Hij wil er zo snel mogelijk vandoor. Weg van hier. Van de journalisten. Van het peloton. Van de koers. Zwijgend rijdt hij de parkeerplaats op van het hotel links van de straat. Hij duwt zijn fiets in de handen van zijn mecanicien en loopt de lobby in. ‘Miguel Induráin – Abandono’, verschijnt op miljoenen televisieschermen. De Spaanse regie brengt de aftocht van de vijfvoudig Tourwinnaar haarscherp in beeld.

In de dertiende etappe van de Vuelta van 1996 houdt Induráin het voor gezien. Na 130 van de in totaal af te leggen 159 kilometers tussen Oviedo en Lagos de Covadonga is het klaar. Over en uit. Bronchitis, luidt de officiële verklaring voor zijn opgave diezelfde avond. In werkelijkheid is er meer aan de hand dan ademhalingsproblemen alleen.

De beklimming van de Alto Mirador del Fito is een aantal kilometers eerder het begin van het einde. In de jacht op twee koplopers probeert Tony Rominger het snel slinkende peloton nog wat meer schade toe te brengen. De tempoversnelling is Induráin te machtig. Lijdzaam moet de Spanjaard toezien hoe renners die hij eerder met gemak kon lossen nu uit het zicht verdwijnen. Het is niet de eerste keer dat Induráin bergop verstek moet laten gaan.

Twee maanden eerder was hem in de Tour hetzelfde overkomen. Een splijtende demarrage van Bjarne Riis op Hautacam draaide zijn ambities een zesde Tourzege op rij te boeken hardhandig de nek om. Op de Alto Mirador del Fito ondergaat Induráin op 19 september 1996 hetzelfde lot. Opnieuw moet hij de favorietengroep laten gaan. Net als in de vorige etappe op de Alto del Naranco ook al het geval was.

Bleef het verlies toen beperkt tot een kleine minuut, nu loopt de achterstand op Rominger, Jalabert en Zülle in een paar kilometer klimmen op tot bijna twee minuten. Induráin maakt een gelaten indruk als hij in gezelschap van Herminio Díaz Zabala de afdaling inzet. De twee kennen elkaar goed. Díaz Zabala verdedigt weliswaar de kleuren van ONCE, maar een aantal jaren eerder reden ze samen voor Reynolds, de vorige hoofdsponsor van de Banesto-ploeg. Het liefste zou Díaz Zabala zijn oud-ploeggenoot op sleeptouw nemen en hem terugbrengen naar de groep der favorieten. Het kan niet. Mag niet. Díaz Zabala dient zich te schikken naar de belangen van ONCE-kopmannen Zülle en Jalabert. Zij zijn met Induráin een belangrijke concurrent voor de eindzege kwijt.

Door de teleurstellend verlopen Tour is de status van Induráin binnen de Banesto-ploeg niet langzaam afgebrokkeld. Nee, die is met een moker hardhandig met de grond gelijk gemaakt. Manager José Miguel Echávarri maakt na Induráins elfde plaats in de Tour bekend Abraham Olano te willen inlijven als nieuwe kopman. Die lijkt niet alleen qua uiterlijk wel wat op Induráin, de Bask beschikt over nagenoeg dezelfde tijdrijderskwaliteiten en is eveneens een uitstekend klimmer.

De aanstaande transfer doet de immer koel ogende Induráin koken van woede. Hij heeft het gehad met Banesto. Tot overmaat van ramp had Echávarri geëist dat Induráin eindelijk zijn gezicht weer eens laat zien in de Vuelta. De directeuren van de Banesto ergeren zich al jaren aan het feit dat de beste ronderenner van het moment er een gewoonte van maakt de Vuelta te mijden.

Ieder jaar vloeien er miljoenen peseta’s van de bank naar de gelijknamige wielerploeg, maar tijdens de ronde in eigen land geeft de kopman stelselmatig niet thuis. Daar moet maar eens verandering in komen. Induráin kan zich ditmaal niet meer achter een Tourzege verschuilen. Hij heeft zijn falende optreden in Frankrijk weliswaar gecompenseerd met Olympisch goud op de individuele tijdrit in Atlanta, maar die prestatie gebruikt Echávarri om Induráin te overtuigen de Vuelta te rijden. ‘De vorm is er weer. Tijd voor revanche in eigen land’, had hij gezegd. Schoorvoetend had Induráin toegegeven.

Terwijl Díaz Zabala kort zijn hand op de schouder van de gewezen Tourwinnaar legt, besluit Induráin dat het genoeg is. Hij bedankt zijn vroegere knecht voor diens compassie en zegt hem niet te hoeven wachten. In het tempo van een zondags toertochtje laat Induráin zich terugzakken naar een groep eerder gelosten. Voor de zekerheid kijkt hij nog even op het routekaartje in zijn achterzak. Zijn vermoeden klopt. Over een paar honderd meter passeren ze Hotel Capitán, de plek waar de Banesto-ploeg de nacht zal doorbrengen. Met een kort handgebaar maakt Induráin zijn omgeving duidelijk naar de kant van de weg te sturen. Een laatste keer knijpt hij in de remmen. Op de hielen gezeten door journalisten en fotografen stuurt hij de parkeerplaats op.

Terwijl Jalabert en Zülle een half uur later gebroederlijk als eerste en tweede over de finish komen op Lagos de Covadonga, zit voor Induráin de Vuelta er op. Net als zijn carrière. Op 2 januari 1997 maakt hij bekend te stoppen. Per direct. Onderhandelingen met ONCE zijn stukgelopen. Doorgaan bij Banesto is geen optie. Na dertien profjaren, met vijf Tour- en twee Girozeges, vindt Miguel Induráin het mooi geweest.

Bekijk ook van Vincent de Lijser

Verjaardagskalender 16 juli: Miguel Induráin (1964)

Wielercultuur

Verjaardagskalender 15 juli: Diego Ulissi (1989)

Wielercultuur