Verjaardagskalender 17 juni: Eddy Merckx (1945)
Een gelaten sfeer maakt zich in hoog tempo meester van het Internationaal Perscentrum in Brussel. De journalisten die een voor een de zaal binnen stromen weten al wat hen over enkele ogenblikken te wachten staat. Verrast zullen ze niet zijn. Bedroefd wel. De mededeling die aanstonds gedaan zal worden, betekent het einde van een tijdperk. Terwijl het schrijvende journaille haar ballpoints en kladblokken in de aanslag houdt en fotografen al een paar keer hebben afgedrukt om er zeker van te zijn dat hun apparatuur het niet precies op dit belangrijke moment laat afweten, valt er plotseling een oorverdovende stilte in de perszaal.
Degenen die amper een etmaal eerder de samenkomst hebben belegd, betreden de ruimte. Vijf personen lopen door een van de deuren naar binnen. Hun onderkoelde blikken laten weinig emotie zien, al valt aan de rood doorlopen ogen van de aanstichter van de persconferentie duidelijk af te lezen dat hetgeen hij zo meteen zal mededelen hem niet onberoerd laat.
Een voor een nemen de vijf plaats op de stoelen die voor hen achter een lange tafel zijn klaargezet. Vier van hen dragen een driedelig pak, de vijfde een lange jurk en een zwart vest. De journalisten herkennen het kwintet onmiddellijk. De oudste van het gezelschap is Lode Campo, de directeur van de Belgische divisie van C&A, de kledingketen die sinds enkele maanden een wielerploeg sponsort. De beide ploegleiders, Jos Huysmans en Rudi Altig, zijn er bij en tot slot nemen Eddy Merckx en zijn echtgenote Claudine plaats. De pers houdt haar adem in. Dan neemt Eddy het woord. Eerst in het Vlaams en vervolgens in het Frans kondigt hij aan per direct zijn fiets aan de wilgen te hangen.
Het is op 18 mei 1978, als de journalisten hun kladblokken volpennen in het Internationaal Perscentrum in de Belgische hoofdstad en de woorden die Merckx en Campo uitspreken zo letterlijk mogelijk proberen over te nemen, al twee maanden geleden dat De Kannibaal zijn laatste koers heeft gereden. Niet dat wie dan ook zich daar toen van bewust was. Even eerder was hij juist vol goede moed begonnen aan zijn laatste seizoen als prof.
Zijn bijna dertien jaar durende carrière – Merckx maakte als 19-jarige in de Waalse Pijl van 1965 zijn debuut als beroepsrenner – wil hij in 1978 een mooi slot geven. Nog een laatste keer wil de Belg naar de Tour, om daar te proberen het record van vijf eindzeges, dat hij deelt met Jacques Anquetil, aan te scherpen. Na goede wintermaanden, waarin Merckx aan de zijde van Patrick Sercu in het Zesdaagse-circuit had aangetoond nog lang niet te moeten worden afgeschreven, was hij aan het nieuwe wegseizoen begonnen. Als kopman van een nieuwe ploeg, bovendien.
Nadat Fiat France eind 1977 de sponsoring van Merckx’ ploeg heeft stopgezet, moet hij in allerijl op zoek naar een nieuwe geldschieter. Die vindt hij, nadat onderhandelingen met onder andere scheermesjesfabrikant Wilkinson op het laatste moment op niets uitlopen, kort voor de seizoenstart in kledingketen C&A. Directeur Lode Campo wil maar wat graag financiële steun bieden om van het laatste seizoen van Eddy Merckx een onbetwist gloriejaar te maken.
Zo ver zal het niet komen. Merckx rijdt uiteindelijk slechts twee koersen in het witte shirt van C&A, met op de rechterhelft een verticaal getrokken regenboog alsof de gehele ploeg uit louter wereldkampioenen bestaat. Op 26 februari wordt hij vijfde in de Franse voorjaarskoers Tour de Haut-Var. Precies drie weken later, het is dan 19 maart 1978, zal de Omloop van het Waasland zijn achteraf bezien allerlaatste profoptreden blijken. Merckx maakt er, zoals zo vaak in zijn carrière, deel uit van de kopgroep, maar kan in de finale niet volgen als vier renners zich losmaken van de andere tien vluchters. Gedesillusioneerd kwakt de als twaalfde gefinishte Kannibaal direct na het passeren van de aankomstlijn zijn fiets tegen de grond en spreekt de profetische woorden uit dat hij nooit meer zal koersen.
Meestal is de soep minder heet dan dat die wordt opgediend en dat lijkt aanvankelijk ook het geval. Merckx koestert ook na die teleurstellend verlopen dag in het Waasland nog altijd de ambitie de Tour te rijden en blijft stug doortrainen. De ritten van 120 of 150 kilometer gaan hem echter lang niet meer zo gemakkelijk af als in voorgaande jaren. Meermaals komt Merckx volledig uitgeput terug van zijn trainingsrondes. De voorbereidingscampagne gaat met ups en downs.
Somtijds heeft de Kannibaal voor even het oude gevoel terug, bijvoorbeeld als hij kort na Luik-Bastenaken-Luik gaat trainen met zijn vaste luitenant Joseph Bruyère. Die heeft de monumentale klassieker in 1978 weten te winnen, dus het feit dat Merckx zijn ploegmaat kan volgen als ze samen een zware training afwerken heeft een positieve uitwerking op zijn gemoedstoestand. De ‘mindere’ dagen winnen het echter van de momenten waarop het wel lekker loopt. Het laatste sprankje hoop vervliegt als de Belg tijdens een rustig trimtochtje met zijn zwager diens wiel niet blijkt te kunnen houden.
Alsof in zijn hoofd een denkbeeldige zoemer klinkt, die aangeeft dat zijn tijd er op zit, besluit Merckx onmiddellijk de vier die hem tijdens de persconferentie vergezellen, in te lichten. Zijn vrouw Claudine, geldschieter en C&A-directeur Lode Campo en zijn beide ploegleiders Rudi Altig en Jos Huysmans. Enkele dagen later, middels de persconferentie in het IPC in Brussel, wordt de gehele wereld op de hoogte gebracht. Met de woorden ‘ik heb besloten, na dokters te hebben raad gepleegd, niet meer te koersen’ zegt de renner, die meer dan vijfhonderd profzeges op zijn naam schreef, zijn actieve loopbaan vaarwel. Merckx verruilt per direct de rol van kopman voor die van assistent-ploegleider bij C&A. Met bezweet voorhoofd en rood doorlopen ogen zwaait de grootste renner aller tijden af.