Foto Laurie Beylier

Wielercultuur

Verjaardagskalender 18 januari: Thor Hushovd (1978)

Klein quizje in de vorm van een leg-de-link: de jarige van gisteren had kunnen winnen, maar die van vandaag wint. Over welke koers gaat het? Voor het antwoord moeten we terug naar 2009. 28 februari van dat jaar, om precies te zijn. De Omloop Het Nieuwsblad duurt nog 55 kilometer als de Rabobank-ploeg op de Taaienberg eens flink aan de boom schudt. Joost Posthuma, Juan Antonio Flecha, Nick Nuyens en Sebastian Langeveld scheuren het complete peloton aan flarden en als de stofwolken zijn opgetrokken rijdt die laatste plotseling aan de leiding. Slechts één andere renner weet zich bij hem te voegen. Nee, niet de jarige van vandaag, maar diens ploeggenoot Heinrich Haussler. De Australische Duitser (of Duitse Australiër – Haussler werd geboren als zoon van een Duitse vader en een Australische moeder) bezorgt met zijn aanwezigheid in de voorhoede zijn Cervélo-ploeg een tactisch voordeel, waarvan de Rabo-ploeg dusdanig in paniek raakt dat ze de koers uit handen geven.

Foto Laurie Beylier

Ploegleider Erik Dekker maakte na afloop tegenover de terecht kritische journalisten bepaald geen sterke indruk als hij de vreemde strategie probeert recht te kletsen. Die komt er kortgezegd op neer dat, terwijl Langeveld volle bak probeert als eerste aan de finish in Gent te geraken met Haussler op zijn bagagedrager, zijn ploeggenoten uit alle macht rijden om de voorsprong te niet te doen. De reden is dat het Rabo-collectief vreest dat Haussler wel eens de rapste zou kunnen zijn in een sprint met twee. Dat diens ploeggenoot Thor Hushovd, op papier misschien wel de rapste man in koers, ook in het peloton zit en op deze manier in een zetel naar de koplopers en vervolgens naar de aankomst wordt geleid, verliezen ze bij Rabobank voor het gemak even totaal uit het oog. Feit is dat door alle inspanningen van de pupillen van Erik Dekker het leidersduo niet meer dan acht seconden voorsprong heeft, als het rode vod van de laatste kilometer wordt gepasseerd. Net als op de Taaienberg volgen de schermutselingen elkaar vervolgens in hoog tempo op. Het is opnieuw wachten tot een paar flinke wolken stof zijn opgetrokken voordat helder is wat er nu precies is gebeurd.

Allereerst sneuvelen Langeveld en Haussler in het zicht van de haven. Onder impuls van Andreas Klier strijkt een twintigtal renners precies op tijd op het duo neer. Net op dat moment vliegen er achter de jurywagens enkele fietsen door de lucht. Martin Velits en Tomas Vaitkus zijn de onfortuinlijke berijders, die in de laatste rechte, maar licht hellende, lijn naar de aankomst ten val komen. Terwijl Thor Hushovd links achter de rug van zijn lead-out Klier vandaan stormt, doet Langeveld nog een verwoede poging mee te spurten voor een ereplaats. De Nederlander zet vanuit het wiel van Haussler aan, stuurt naar links en komt klem te zitten tussen zijn voormalige vluchtmakker en de eersten van de sprintende groep. Filippo Pozzato botst tegen Langeveld aan, raakt uit balans, toucheert het achterwiel van Klier en valt. Langeveld kan de fiets van Pozzato niet ontwijken en de Nederlandse pechvogel klapt eveneens tegen het asfalt. De enige die geen milliseconde hinder ondervindt van alle consternatie is Hushovd. Terwijl Klier verbaasd achterom kijkt wie tegen zijn achterwiel tikte en vervolgens de zege van zijn kopman alvast begint te vieren, moeten de naaste belagers van de Noorse spurtbom stuk voor stuk uitwijken voor de vallende Pozzato en Langeveld. Ze zijn op slag kansloos. Een combinatie van tactisch geblunder bij Rabobank, een gezonde dosis geluk en een paar ijzersterke turbodijen bezorgen Thor Hushovd een welkome overwinning.