Foto Bert Verhoeff for Anefo - [1] Dutch National Archives, The Hague, Fotocollectie Algemeen Nederlands Persbureau (Anefo), 1945-1989 Access number: 2.24.01.05 File number: 926-5197, CC0

Wielercultuur

Verjaardagskalender 20 januari: Cyrille Guimard (1947)

Zo af en toe duikt er weer eentje op bij een veiling: een stoel die, als we de overlevering mogen geloven, het zitvlees van Napoleon Bonaparte ondersteunde, terwijl de Franse generaal weer eens een belangrijke negentiende-eeuwse veldslag zat voor te bereiden. Voor enkele tienduizenden euro’s wisselt het meubelstuk dan van eigenaar. Het profpeloton van de vroege jaren ’70 kent ook een Napoleon. Of in elk geval een renner die, omwille van zijn strategisch inzicht, onder die bijnaam bekend stond. Cyrille Guimard. En ook die had een stoel, die een opmerkelijke en een, zij het voor enkele dagen, cruciale rol speelde in zijn wielerloopbaan.

Foto Bert Verhoeff for Anefo - [1] Dutch National Archives, The Hague, Fotocollectie Algemeen Nederlands Persbureau (Anefo), 1945-1989 Access number: 2.24.01.05 File number: 926-5197, CC0

De naam Guimard zal velen vooral doen terugdenken aan zijn tijd als ploegleider. Grootheden als Bernard Hinault, Greg Lemond en Laurent Fignon werden door de Fransman vakkundig naar Tourzeges geleid. Met ontbloot bovenlijf, een sigaret in zijn mondhoek en een grote zonnebril op voor zijn ogen hing de flamboyante Fransman uit het raampje van zijn ploegleidersauto om zijn pupillen nog maar eens van wat tactische inzicht te voorzien. Als renner was Guimard echter ook zeer verdienstelijk, ondanks dat zijn carrière van korte duur was. Een knieblessure noopte de Fransman in een vroegtijdig stadium zijn fiets te verruilen voor de ploegleidersauto. De Tour van 1972 is wat dat betreft een cruciaal keerpunt. Vooraf was Cyrille Guimard zeer ambitieus geweest. Een jaar eerder was hij zevende geworden in het eindklassement en een goed voorseizoen, met onder meer eindwinst in de Grand Prix du Midi Libre, had de Napoleon van het peloton het zelfvertrouwen gegeven de strijd aan te kunnen gaan met Eddy Merckx, Luis Ocaña, Felice Gimondi en zijn eigen Gan-ploeggenoot Raymond Poulidor. Top 3 rijden, dat wilde Guimard proberen. Maar een echte Napoleon neemt natuurlijk geen genoegen met een ereplaats. Nee, Merckx en de anderen zouden niet zomaar van hem af zijn, had Guimard zich voorgenomen toen de Tour op 1 juli in Angers vertrok. De proloog en de eerste gele trui waren weliswaar voor de Belg, maar een dag later won Napoleon de volgende slag. Of beter, de etappe, en veroverde meteen ook het geel.

Anderhalve week lang waren Merckx en Guimard in een hevige tweestrijd verwikkeld. Allebei pakten ze hun ritzeges mee, het geel ging enkele keren over-en-weer, net als de leiderstruien van de nevenklassementen. In de achtste etappe, een Pyreneeënrit naar Luchon over de Tourmalet, de Aspin en de Peyresourde, zette De Kannibaal Napoleon dan toch op zijn plaats. Merckx nam het geel over van Guimard en zou het niet meer afstaan. De Fransman had het groen echter stevig om de schouders en zijn ambitie om in Parijs in de top 3 te staan koesterde hij ook nog steeds. Er waren echter twee tegenstanders waar Guimard vooraf geen rekening mee hield: zijn beide knieën. Via de entourage rond de Gan-ploeg sijpelen gaandeweg de Tour van 1972 steeds meer geruchten door dat Guimard met knieklachten kampt. Al snel draait de geruchtenmolen op volle toeren. De Fransman zou met verlengde cranks rijden, die tot overbelasting van de knie leiden en tendinitis of peesontstekingen veroorzaken. Guimard zou natuurlijk het beste rust kunnen nemen en de Tour verlaten, maar iemand die met Napoleon wordt vergeleken wil vanzelfsprekend niet van opgeven weten. Injecties, pilletjes, zwachtels; Guimard gebruikt het allemaal om de pijn maar iets te verzachten. De doorzetter wint zelfs nog twee etappes, maar krijgt uiteindelijk zoveel te lijden dat hij niet eens meer kan lopen. Voor en na de etappe voltrekt zich een tamelijk bizar en ongezond tafereel. Verzorgers tillen Guimard uit zijn bed, zetten hem in een stoel en dragen die naar zijn fiets, waar de renner vervolgens opgehesen wordt om aan een volgende etappe te kunnen beginnen. Gekkenwerk, dat een paar dagen voortduurt. Totdat Guimard, in het groen en nog altijd als tweede achter Merckx in het klassement, echt niet verder kan en de Tour toch voortijdig verlaat. Slechts twee dagen van Parijs. In de achttiende etappe, tussen Belfort en Auxerre, wordt Guimard bij Vesoul van zijn fiets gehesen en op de achterbank van de volgauto van Gan gezet. De Slag bij Vesoul krijgt Napoleon.. nou, vooruit… op de knieën.