Foto Ploegkaart Skala
Verjaardagskalender 21 maart: Jesper Skibby (1964)
Ritzeges in alle drie de grote ronden, de eindoverwinning in de Ronde van Nederland, een ruime handvol top tien-klasseringen in Monumenten; het is allemaal niet voldoende om dat ene moment uit de carrière van Jesper Skibby uit te wissen. Al bijna veertig jaar lang wordt de Deen herinnerd aan de Ronde van Vlaanderen van 1987. 5 april is de datum, de Koppenberg plaats van handeling. Hetgeen zich daar afspeelt zal verstrekkende gevolgen hebben. Niet eens zozeer voor Skibby, maar wel voor Vlaanderens Mooiste, die op die ene dag net even wat minder mooi is dan anders. Het betekent een voorlopig afscheid van de Koppenberg als een van de scherprechters in de ronde. Pas in 2002 keert de beklimming, met maximale stijgingspercentages van boven de twintig procent, terug in de Hoogmis. De dan net iets meer dan een jaar met wielrennen gestopte Skibby zal ongetwijfeld een rilling over zijn rug hebben gevoeld toen hij het nieuws van de terugkeer van de Koppenberg in de ronde vernam. En hij niet alleen. Ook Jacques Martens zal gemengde gevoelens hebben gehad. Hij was destijds de bestuurder van de auto van de koersdirectie en aldus de veroorzaker van het leed.

In 1987 is Jesper Skibby, een zoon van oud-renner Willy die zelf in de jaren ’60 en ’70 een bescheiden plek inneemt in het amateurpeloton van die tijd, tweedejaarsprof. Hij rijdt in dienst van het Belgische Roland-Skala, waar een generatiegenoot van zijn vader de scepter zwaait. Roger Swerts was als renner vooral een van de helpers van Eddy Merckx, maar verzamelde en passant zelf ook een fraaie reeks uitslagen. Een overwinning in Gent-Wevelgem in 1972 en een zesde plaats in de Ronde van Vlaanderen datzelfde jaar zijn enkele van Swerts’ hoogtepunten. Vijftien jaar later beschikt de Belg op voorhand niet over renners die tot diep in de finale mee kunnen in de Vlaamse Hoogmis. Kopmannen Hennie Kuiper, Johan Capiot en Ludwig Wijnants schitteren om uiteenlopende redenen door afwezigheid. De Roland-Skala-ploeg moet het daarom vooral hebben van aanvallend rijden en het vergaren van ‘screentime’. Het blauwwitte shirt van de sponsoren, een fabrikant van muziekinstrumenten en een elektronicagigant, dient zoveel mogelijk aan het televisiekijkend publiek te worden getoond. Vandaar dat Jesper Skibby al vroeg in koers ten strijde trekt. Vergezeld door de Belg Ludo Schurgers kiest de Deen niet lang na het vertrek het hazenpad.
Honderdtachtig kilometer verderop, Schurgers is dan al lang afgeschud, is bij Skibby het beste er af. De ontsnappingspoging heeft zijn energietank langzaam maar zeker leeg geslurpt. Als er een geluidseffect zou moeten worden gezet onder de manier waarop hij de eerste meters van de Koppenberg oprijdt, zou dat van iemand die met een rietje de laatste druppels vocht uit een bekertje zuigt perfect passen. Achter de moegestreden vluchter nadert het peloton met rasse schreden. De kans dat Skibby de top van de Koppenberg met voorsprong zal bereiken is al snel kleiner dan nihil. Er is echter een probleem. Tussen de Deen en de aanstormende favorieten rijdt de auto van de koersdirectie. Chauffeur Jacques Martens realiseert zich al snel dat hij op de smalle, met bonkige kasseitjes geplaveide, beklimming geen kant op kan. De doorgang om Skibby te passeren is te krap en in zijn achteruitkijkspiegel naderen de andere renners. ‘Doorrijden!’, sommeert de wedstrijdcommissaris op de bijrijdersstoel naast hem. Martens sputtert nog wat tegen, maar ziet al snel dat hij geen keus heeft. Stapvoets de Koppenberg op rijden betekent dat hij het peloton zal ophouden en mogelijk een valpartij veroorzaakt. Het enige dat hij kan doen is zijn auto langs Skibby zien te manoeuvreren, om voor de renners uit boven te komen. Terwijl Martens gas geeft, moet hij plots iets naar rechts sturen om een veldwachter te ontwijken. Het gebeurt precies op het moment dat de neus van de BMW al bijna naast Skibby zit. De omhoog slingerende Deen heeft geen schijn van kans de auto te ontwijken. Langs de Koppenberg is geen berm, maar een steil oplopende wal. Vluchten kan niet meer. Martens rijdt met zijn auto vol over de beide wielen van de onfortuinlijke Skibby en raakt zelfs de tenen van de renner. De fiets van de Deen wordt totaal vernield. Als Claude Criquielion later die middag als winnaar van de 71ste Ronde van Vlaanderen wordt gehuldigd, is Skibby al gedoucht en gecontroleerd door de medische hulpdiensten. De Deen is ongedeerd, maar na de Koppenberg direct uit koers gestapt. Terwijl de hele wielerwereld schande spreekt van het incident, zitten renner, ploegleider en sponsor er nauwelijks mee. Roland-directeur Vic Keersmaekers zou chauffeur Martens zelfs op een etentje hebben getrakteerd, erkent die laatste jaren later. Door het incident weet de hele wereld wie Jesper Skibby is. Hijzelf en het shirt van Roland-Skala vergaren volop publiciteit. Zonder die aanrijding zou dat nooit het geval zijn geweest.