Wielercultuur

Verjaardagskalender 21 mei: Mark Cavendish (1985)

165 profzeges heeft Mark Cavendish op zijn naam staan. Honderd-vijf-en-zestig! En als je zijn afscheidswedstrijd mee telt, dat rare criterium eind vorig jaar in Singapore, waar een stukje acteerwerk werd opgevoerd dat zelfs bij een gemiddelde amateurtoneelvereniging het schaamrood op de kaken zet, komt er zelfs nog eentje bij. Iets meer dan een vijfde van dat aantal, 35 stuks om precies te zijn, zijn Touretappes. Het is het record dat Cavendish in de meest recente editie van de Ronde van Frankrijk aanscherpte, om vervolgens met een gerust hart een dikke punt achter zijn fenomenale carrière te zetten.

In de Vuelta wint hij slechts driemaal, uiteraard in massasprints. Een relatief marginaal aantal, maar dat komt vooral omdat de Brit maar twee keer aan de start verschijnt in de Spaanse ronde, die niet bepaald bekend staat als luilekkerland voor de pure sprintkanonnen. Daar zijn zelfs de etappes die als ‘vlak’ in het rondeboek staan over het algemeen te lastig voor. In Italië doet Cavendish het stukken beter. Zeventien keer sluit hij een Giro-etappe af met het ontkurken van een fles spumante.

De Italiaanse ronde is ook de koers waar de ‘Manx Missile’, zoals een van zijn bijnamen luidt, zich definitief schaart tot het gilde der topsprinters. Je telt immers niet mee als je geen etappe in een grote ronde op je naam hebt gezet. Die primeur heeft de Giro als het gaat om Cavendish. Catanzaro-Lungomare, waar de vierde etappe in 2008 aankomt, is de plaats van handeling. Al ziet het er op een slordige twintig kilometer van de finish totaal niet naar uit dat Cavendish zal meestrijden om de dagzege. Dankzij fenomenaal ploegenwerk en een helpende hand uit onverwachte hoek, mag ‘Cav’ een half uur later wel degelijk het erepodium op.

Helemaal onverwacht is het niet dat Cavendish in 2008 naar zijn eerste ritzege in een grote ronde zal spurten, als hij, in gezelschap van zijn acht ploeggenoten van Team High Road, op zaterdag 10 mei aan de eerste etappe begint. Een 23,6 kilometer lange ploegentijdrit in en rond Palermo staat op het programma. De dag nadien volgt een, voor Cavendish op voorhand te lastige, overgangsetappe, maar daarna wordt het sprintersbal geopend. Alle begin is moeilijk en dus staat de Brit die dag niet eens op de finishfoto.

Ondanks ritzeges in de Vierdaagse van Duinkerke, de Ronde van Denemarken, de ENECO Tour en het winnen van de Scheldeprijs, is sprinten in een grote ronde toch net even anders. Een jaar eerder had Cavendish zijn debuut in de Tour de France gemaakt, maar verder dan twee nipte top 10-dagklasseringen was hij niet gekomen. Na een week had hij de ronde verlaten. Ook in de Giro moet de Brit zichtbaar nog even wennen. Dat hij eerder die dag, op de door de regen spekglad geworden Siciliaanse wegen onderuit is gegaan, helpt ook bepaald niet mee. Tegen Daniele Bennati, Erik Zabel en een zestal anderen is Cavendish niet opgewassen. Als negende komt hij teleurgesteld en vooral ook gefrustreerd over de finish.

De volgende dag biedt nieuwe kansen. Een massasprint aan het einde van de 183 kilometer lange etappe tussen Pizzo Calabro en Catanzaro-Lungomare, de Giro is terug op het Italiaanse vaste land, is op voorhand echter bepaald geen zekerheid. In de eerste helft van de rit staat met de Passo di Pietra Spada een pittige klim op het menu en op negentien kilometer van de aankomst moet er nogmaals geklommen worden, als het peloton de Catanzaro Alto over moet.

Het bergje – het gaat om drie en een halve kilometer tegen een gemiddeld stijgingspercentage van vijf procent – is niet alleen eenzame koploper Rik Verbrugghe te veel, in het peloton staat de deur ook behoorlijk open. Zoals Klein Duimpje kruimels brood achter liet om de weg naar huis terug te kunnen vinden, zo worden in hoog tempo renners gedropt. Een van hen is Mark Cavendish. Onmiddellijk verzamelen meerdere ploeggenoten zich om de jonge Brit en zodra de weg af begint te vlakken om vervolgens in een afdaling over te gaan, draaien ze de gashendel open. Cavendish blijkt niet over een treintje, maar over een TGV te beschikken en wordt door tempobeulen als Tony Martin, Marco Pinotti en Bradley Wiggins in allerijl terug naar het peloton gereden.

Onmiddellijk stomen de renners van Team High Road naar voren om de sprint van hun kopman voor te bereiden. De zetel waarin Cavendish naar de finish wordt gebracht, begint nog een kort moment te wankelen. In een onachtzaam ogenblik raakt de renner van het eiland Man, vermoeid door het klimmetje en de achtervolging, zijn sprinttrein kwijt. Op drie kilometer van de aankomst moet hij een gaatje laten vallen, waar een stoorzender heel gemakkelijk in had kunnen duiken, de boel verder kan frustreren en zo Cavendish nagenoeg kansloos maken op een succesvolle sprint. Maar dat is precies wat Paolo Bettini niet doet. Zou er op dinsdag 13 mei 2008 een sportiviteitsprijs zijn uitgereikt na afloop van de vierde Giro-etappe, dan ging die onbetwist naar de regerend wereldkampioen. Bettini maakt heel beleefd plaats om Cavendish gelegenheid te geven in te voegen en zo zijn wagonnetje weer aan te haken in zijn sprinttrein.

Het kwartje valt nu definitief de goede kant op voor de Brit. Klim overwonnen, aansluiting in het wiel van zijn lead-out hervonden. De valpartij in de slotkilometer, waarvan Nick Nuyens het voornaamste slachtoffer is, vindt gelukkig achter hem plaats en als eerst Zabel en vervolgens Bennati veel te vroeg op kop komt, ligt de weg naar een eerste ritzege in een grote ronde open. Met een katachtige jump duikt Cavendish uit het wiel van de Italiaan en snelt met zijn neus bijna op zijn voorwiel naar de aankomstlijn. De nog sterk oprukkende Duitser Robert Förster is te laat en komt een halve fietslengte te kort. Precies op de finishlijn richt Cavendish zich op en steekt beide handen in de lucht. Nu hoort hij echt tot het eregilde der topsprinters.

Bekijk ook van Vincent de Lijser

Verjaardagskalender 21 mei: Mark Cavendish (1985)

Wielercultuur

Legendarische Italiaanse wielerploegen: Chateau d’Ax

Wielercultuur