Foto Eric HOUDAS, CC BY-SA 3.0
Verjaardagskalender 23 januari: Stefano Zanini (1969)
Vanuit de lucht bekeken is het alsof er een trein soepel over een onzichtbare spoorlijn voort dendert. Locomotief voorop, gevolgd door drie, soms vier, wagonnetjes, die zich moeiteloos laten meevoeren door hun gangmaker. Schijnbaar eenvoudig loodst de locomotief zijn gevolg door het peloton naar voren om zich op kop te nestelen en het tempo nog maar eens wat te verhogen. Over enkele kilometers zal hij moegestreden afkoppelen en het commando overgeven aan het voorste wagonnetje. Dat wordt dan automatisch de locomotief. In de minuten die volgen zal het proces zich herhalen, tot het verlossende finishdoek in zicht is en het laatste wagonnetje de resterende hectometers zal benutten om als eerste over de aankomstlijn te rijden. De stoomtrein kan vervolgens weer een overwinning bijschrijven.
In de Tour de France van 2000 beheersen de renners van Mapei bovenstaande tot in de ultieme finesses. Max van Heeswijk, Fred Rodriguez en Stefano Zanini fungeren in die volgorde als locomotief. Als zij de snelheid van het peloton een kilometer of drie lang tot boven de 70 per uur hebben gebracht, is het de beurt aan hun kopman het beulswerk van de luitenanten af te ronden. En dat kun je aan Tom Steels wel overlaten. De Belg is als een van de weinige topsprinters in staat vanuit de snelheid van lead-out Zanini zelf nog een keer aan te zetten en een extra versnelling te plaatsen. Rappe mannen als Erik Zabel, Marcel Wüst en Robbie McEwen zien niet meer dan een achterwiel en de rug van de in het witblauwe Mapei-tenue gehulde Steels. De sprinter en zijn trein slaan direct twee keer toe in de Tour van 2000. In de eerste etappe naar Loudun is het al raak en een dag later nogmaals als het peloton in Nantes aankomt. In een interview met de sprinttrein van Steels laten Zanini, Rodriguez en Van Heeswijk op de eerstvolgende rustdag weten trots te zijn op hun kopman, er alles aan te doen hem een volgende ritzege te bezorgen, maar stiekem, als de omstandigheden het toelaten, zelf ook ambities te koesteren. Zanini werd immers twee jaar eerder al eens tweede op de Champs-Élysées. Ook toen in dienst van Steels. De Italiaanse TGV had in de laatste honderd meter zoveel snelheid dat zijn kopman ternauwernood over hem heen kon komen. Zanini hield voldoende over om alle andere spurters voor te blijven. Lachend en trots viel het tweetal elkaar na de finish in de armen op de beroemdste straat van Parijs.
Als Steels de Tour van 2000 na een kleine twee weken moet verlaten – een hardnekkige klierkoorts breekt hem op – ontstaan er plotseling kansen voor zijn helpers. Ze spreken af simpelweg een plekje door te schuiven in de pikorde. Is Zanini normaal gesproken de laatste man voor Steels, nu zal hij kopman worden en zullen Van Heeswijk en Rodriguez de sprint voor hem voorbereiden. De Nederlander en de Amerikaan voeren hun taak perfect uit als het peloton op de laatste Tourdag langs het reuzenrad op de Rue de Rivoli rijdt, de Place de la Concorde over dendert en als een kudde losgeslagen stieren op de finishlijn aan de Champs-Élysées af stormt. Terwijl Erik Zabel blij is de groene trui, wederom, ruim voor de slotdag stevig om de schouders te hebben en Jeroen Blijlevens vooral bezig is met ruzie maken met Bobby Julich – de Nederlander deelt een naar eigen zeggen ‘vriendschappelijk klopje’ uit na de finish en wordt door het akkefietje met de Amerikaan uit alle klassementen geschrapt – houdt Zanini alles en iedereen achter zich. Een ras-sprinter was hij nooit geweest, maar de Italiaan verkeert in de Tour van 2000 in een absolute bloedvorm en beschikt bovendien over veruit de beste gangmakers van het moment. Achter hem spurten Rodriguez en Van Heeswijk naar de plaatsen vier en vijf. Ook zonder Steels slaat de Mapei-trein genadeloos toe.