Foto Pedro Semitiel from Cehegín -vCC BY 2.0
Verjaardagskalender 25 april: Alejandro Valverde (1980)
Aan de vooravond van de Vuelta van 2016 lijkt het geheel niet onwaarschijnlijk dat Alejandro Valverde zich drie weken later in een bijzonder rijtje renners zal voegen. Sterker, de Spanjaard zou in de ronde van zijn thuisland zomaar een uniek record kunnen vestigen. Voor die eerste prestatie moet hij ‘simpelweg’ bij de eerste tien in de eindrangschikking zien te geraken. Om het tweede ook te presteren zal de kopman van Movistar het podium in Madrid moeten halen. Het treetje doet er niet toe.

Valverde toont zich in 2016 een ware kilometervreter. In zijn vijftiende profseizoen – de twee jaren vanaf 2010 dat de Spanjaard een dopingschorsing uitzit zijn voor het gemak even meegeteld – komt hij in alle drie de grote rondes aan het vertrek. Direct aan het begin van het jaar laat Valverde vastbesloten weten dat hij in ieder geval zal debuteren in de Giro. Ook de Tour slaat hij niet over. Tussen de regels door laat Valverde optekenen dat die keuze niet vanzelfsprekend betekent dat hij de Vuelta vervolgens links zal laten liggen. Eerst die twee rondes maar eens doorkomen. De focus gaat daarna in elk geval op de Olympische Spelen in Rio de Janeiro. En dan? Dan ziet hij wel verder, vertelt hij op de perspresentatie van Movistar voor het nieuwe seizoen. Maar oude liefde roest niet. Natuurlijk is Valverde er bij in zijn favoriete van de drie grote rondes. De enige die hij al eens wist te winnen. In 2009 troefde hij onder anderen Samuel Sánchez, Cadel Evans en Ivan Basso af en stond, gehuld in de goudkleurige leiderstrui, trots op het erepodium in Madrid.
Valverde zet in de eerste seizoenshelft van 2016 voortreffelijke prestaties neer. Dankzij een derde plaats in de Giro en vervolgens een zesde in de Tour kan hij met een top 10-klassering in de Vuelta zijn naam toevoegen aan een rijtje dat tot dan toe slechts bestaat uit Raphaël Géminiani en Gastone Nencini. Zij startten niet alleen in drie grote rondes in één en hetzelfde jaar, ze reden telkens uit, maar – en daar komt het unieke aan de prestatie van de Fransman en de Italiaan boven tafel – finishten ook drie keer in de top 10 van de eindrangschikking. Géminiani heeft de primeur. In gezelschap van zijn landgenoot Louis Caput en de Spanjaard Bernardo Ruiz voltooit hij in 1955 de trilogie. De drie hebben daarmee sowieso een primeur te pakken, maar Géminiani doet dat het veruit het beste. Vuelta: 3. Giro: 4. Tour: 6, luiden zijn eindklasseringen als ware die rapportcijfers. In tegenstelling tot bij scholieren geldt in dit geval natuurlijk, hoe lager het cijfer, hoe beter. Opgeteld behaalt de latere ploegleider van Jacques Anquetil en weer later van Eddy Merckx een score van dertien. Het is een prestatie die nadien door niet meer dan één andere renner wordt geëvenaard, Gastone Nencini.
Ook de Italiaan rijdt in één seizoen top 10 in alle grote rondes. Al doet Nencini dat, twee jaar na Géminiani, net iets minder goed dan zijn Franse voorbeeld. Hij wint weliswaar de Giro, maar een paar weken eerder is Nencini negende geworden in de Vuelta en in de Tour is een zesde plek zijn deel. Een totaalscore dus van zestien, drie punten meer dan Géminiani. Elke renner die in volgende jaren de grote rondes in hetzelfde seizoen zal weten te voltooien, eindigt altijd in tenminste één van de drie buiten de top 10. Federico Bahamontes, bijvoorbeeld. Eduardo Chozas is in 1991 dichtbij met een tiende en twee elfde plaatsen. Ook Marino Lejarreta krijgt het niet voor elkaar. De Spanjaard, in 1982 winnaar van de Vuelta na een positieve plas van landgenoot Ángel Arroyo, voltooit vier maal de grote rondes in één jaar. In 1987, 1989, 1990 en 1991. Telkens komt de Bask tot twee top 10-klasseringen. Meestal in de Giro en de Tour. In de Vuelta, dan nog in het voorjaar, spaart Lejarreta over het algemeen zijn krachten om later niet te kort te schieten. Ook sinds de Vuelta halverwege de jaren ‘90 naar de tweede seizoenshelft is verhuisd rijden maar weinig klassementsrenners de drie rondes in hetzelfde jaar uit. Carlos Sastre (2x) en Marzio Bruseghin doen dat – net als Sepp Kuss zeven jaar na Valverde zal doen – maar zij hebben echter voor de Vuelta begint al geen zicht meer op de prestatie van Géminiani en Nencini. Een tegenvallend resultaat in Giro of Tour gooit een stevige portie roet in hun eten. En ook Valverde zal het in 2016 niet redden. Twee weken lang staat ‘El Imbatido’, de Onverslagene, in de top van het klassement tot de, door Robert Gesink gewonnen, veertiende etappe naar de Col d’Aubisque hem lelijk opbreekt. De vele wedstrijdkilometers zijn Valverde net iets te veel. De Spanjaard verliest tien minuten op de klassementsfavorieten en daalt als een roofvogel in duikvlucht omlaag in de rangschikking. Valverde keldert door zijn offday ‘met stip’ van de derde naar de negentiende plek. In de slotweek herpakt hij zich nog, maar als Madrid is bereikt eindigt Valverde zijn derde grote ronde van het seizoen op ruim een kwartier achter Movistar-ploeggenoot en eindwinnaar Nairo Quintana. Weliswaar heeft hij nog een paar plaatsen in het klassement teruggewonnen, maar de twaalfde plek is niet genoeg om zich bij Géminiani en Nencini aan te sluiten en het bijzondere rijtje uit te breiden.