Foto Eric HOUDAS, CC BY-SA 3.0
Verjaardagskalender 28 januari: Léon van Bon (1972)
Léon van Bon weet het zeker. Hij is de volgende Nederlander die Olympisch goud wint. Zojuist is de Apeldoorner als vierde over de streep gekomen in de eindspurt van de Olympische puntenkoers van 1992. Even leek het of hij zich had laten insluiten, maar met een machtige ‘jump’ is hij in de laatste tientallen meters snel een paar plaatsen opgeschoven. Het aantal punten dat de vierde plek oplevert moet voldoende zijn om zijn grootste rivaal voor te blijven. Giovanni Lombardi is weliswaar voor hem gefinisht, maar heeft de sprint niet gewonnen. Derde was hij, toch? Hoogstens tweede. Daarmee kan de Italiaan de achterstand die hij voor de laatste sprint had nooit goedmaken. Léon is er zeker van. Met beide handen in de lucht en een brede grijns op zijn gezicht rijdt hij een ereronde op het Velòdrom d’Horta. ‘Goud. Goud! Goud!!’, herhaalt een steeds luidere stem in zijn hoofd. Léon draait zijn hoofd naar links. Naar het scorebord. Om zijn overwinning bevestigd te zien. Alsof dat nodig is.
Op de piste van Barcelona is Van Bon er vol ingevlogen. Samen met de Belg Cédric Mathy en de Cubaan Conrado Cabrera heeft hij na driekwart van de in totaal af te leggen vijftig kilometer geprobeerd een ronde voorsprong te nemen. De poging mislukt, maar het trio heeft onderweg flink wat punten verzameld. Genoeg voor op zijn minst een medaille. Of meer! Léon kan het nog steeds amper geloven, terwijl hij juichend een ereronde rijdt. Zodra zijn ogen het scorebord vinden gaat er een schok door zijn lichaam. Schiet er nou een ultrakort stroomstootje door de wielerbaan van Barcelona en is hij de enige die het voelt? Léons hart slaat over en ineens kruipt een ijskoude rilling over zijn rug. De vreugdegevoelens, die net nog door zijn lichaam gierden, vloeien in een hoog tempo weg. Léons armen zakken omlaag. In een reflex kan hij nog net zijn stuur vastgrijpen om een bijna onvermijdelijk geworden val af te wenden. Hij gelooft zijn ogen niet. Staat er nou echt ‘zilver’ achter zijn naam? Dat moet een rekenfout zijn! Aan de overkant van de baan ziet hij Lombardi rijden. De Italiaan viert zijn triomf. 44 punten staan er achter diens naam. Eén meer dan achter de naam Van Bon.
Léon is kwaad. Op zichzelf, maar vooral op zijn directe opponent. Er valt namelijk best wat aan te merken op de overwinning van Lombardi. De Australiër Stephen McGlede bijvoorbeeld. Die had verdacht veel kopwerk gedaan om Léons ontsnappingspoging teniet te doen. Even later trok McGlede de eindsprint aan. Dat hij op dat moment zelf al op meerdere rondes achterstand reed en kansloos was voor een medaille leek de Australiër niet te deren. Ook de jury zet geen vraagtekens bij het optreden. Volgens de reglementen had McGlede door zijn achterstand al voor de eindsprint uit de wedstrijd moeten worden gehaald. De jury grijpt niet in. In de laatste bocht van de Olympische puntenkoers stuurde McGlede dan ook nog eens opzichtig naar boven. Met die manoeuvre bracht hij niet alleen een paar opponenten van Lombardi net iets meer uit balans dan hen lief was, de Italiaan maakte zelf handig gebruik van de ontstane ruimte en passeerde onderdoor. Tot overmaat van ramp heeft de jury ook nog eens gemist dat Lombardi tijdens zijn eindsprint de ‘Côte d’Azur’ raakte. Een renner dient met zijn wielen absoluut niet in contact te komen met het blauwe gedeelte onderaan de baan. De jury in Barcelona is er blind voor. Protesten uit het Oranjekamp lijden tot niets. In de catacomben van het Velòdrom d’Horta besluit Van Bon zijn woede en teleurstelling professioneel weg te slikken. Plichtmatig brengt hij de felicitaties over aan Lombardi. De Italiaan neemt de gelukwens lachend in ontvangst. Dan buigt hij zich langzaam naar Van Bon toe. Tot zijn gezicht vlakbij het oor van de Nederlander is. “Ja, zo gaat dat…” klinkt het in steenkolen Engels, met overduidelijk Italiaans accent. “Ik ben de rijkste!” Léon weet niet wat hij hoort. Ineens valt het kwartje. Alsof een jarenlang onopgelost mysterie voor zijn neus wordt ontrafeld. Vandaar dat die McGlede dus zo veel kopwerk deed. Een 20-jarige renner wordt op de Spelen in Barcelona een gouden illusie armer, maar een o zo wijze wielerles rijker.