Wielercultuur

Verjaardagskalender 28 mei: Michael Boogerd (1972)

Het Nederlands kampioenschap van 1997 is wat je met een gerust hart de wielerequivalent kunt noemen van hetgeen zich meermaals per week, tenminste gedurende de zomermaanden, afspeelt voor de deur van Buckingham Palace in Londen. ‘Changing The Guard’, zeggen de Britten. Wisseling van de wacht. Waar het er voor het koninklijk paleis met veel protocollen en gevoel voor traditie en esthetiek aan toe gaat, is dat op de Lange Raarberg bij Meerssen allerminst het geval. Een korte handdruk, meer hebben de twee hoofdrolspelers van de machtsoverdracht niet nodig.

Hadden ze een stokje bij zich gehad, dan zouden ze dat letterlijk hebben kunnen overdragen. Langer duurt het wisselen van de wacht in Zuid-Limburg niet op de laatste junizondag van 1997. Twee ronden lang hebben de oude en de nieuwe vaandeldrager van het nationale wielrennen van dat moment samen op kop gereden, om vervolgens onderling uit te vechten wie het roodwitblauw mag aantrekken. Niet dat dat nog spannend wordt.

De oudere van de twee heeft zijn afscheid van het peloton al aan het begin van het seizoen aangekondigd, dus de kans dat hij toch nog wil proberen de overwinning voor de neus van zijn troonopvolger weg te kapen lijkt uiterst gering. Het past bovendien niet bij de machtsoverdracht, die, zelfs voor een onwetende buitenstaander, duidelijk zichtbaar is. Met een schouderklop, kort voor de finish in Meerssen, bevestigt Erik Breukink aan Michael Boogerd dat het goed zit. Niet veel later rijden de twee gebroederlijk over de finish. Hand in hand. Waarbij Breukink zijn jongere collega opzichtig voor laat gaan.

Pas diep in de slotronde, na het voelen van het schouderklopje, is Michael Boogerd er van overtuigd dat de nationale titel daadwerkelijk voor hem zal zijn. Niet dat de jonge Hagenaar zijn geroutineerde ploeggenoot wantrouwt, maar helemaal zeker van zijn zaak is hij niet. Meermaals vraagt Boogerd zijn medevluchter om bevestiging en voor de zekerheid meldt hij zich ook nog enkele keren bij de volgwagen, waarin Rabobank-ploegleider Theo de Rooij achter de twee koplopers rijdt. Alles om voor even vers vertrouwen te tanken. Telkenmale wordt hij gerustgesteld. Breukink zal geen aanstalten maken de titel ter elfder ure voor de neus van Boogerd weg te kapen. Afspraak is afspraak.

Iets eerder in de koers had het er nog naar uitgezien dat de afzwaaiende vaandeldrager van het Nederlandse wielrennen voor de tweede maal in zijn carrière het roodwitblauw zou mogen aantrekken. Onder impuls van Boogerd was een vier man sterke kopgroep ontstaan, met naast het Rabo-duo ook Servais Knaven en John van den Akker. Boogerd en Breukink waren beurtelings gaan demarreren om die ballast af te schudden. Laatstgenoemde slaagt er uiteindelijk in om in zijn eentje weg te komen en bouwt al snel anderhalve minuut voorsprong op. Aanvankelijk blijft Boogerd als waakhond bij Knaven en Van den Akker, maar wanneer de Hagenaar doorkrijgt dat er van het tweetal in het geheel niets meer te vrezen valt en hij zich bovendien nog altijd ijzersterk voelt, vraagt hij aan De Rooij toestemming om solo de kloof naar Breukink te mogen overbruggen. De ploegleider stemt in en ook Breukink heeft geen bezwaar zijn eigen titelkansen opzij te zetten ten faveure van zijn jongere ploeggenoot.

De Hagenaar is een jaar eerder doorgebroken bij het grote publiek door in een kletsnat Aix-les-Bains verrassend een Touretappe te winnen en heeft zijn zinnen op de nationale driekleur gezet. Zodra Boogerd akkoord heeft, maakt hij zich op de Kruisberg los van zijn metgezellen en dendert als een stoomtrein op volle snelheid naar Breukink. Binnen de kortste keren heeft hij zijn acht jaar oudere ploeggenoot bijgehaald, om de resterende kilometers samen te voltooien. Zou hij willen, dan zou Boogerd Breukink zelfs kunnen lossen.

Wanneer de twee voor de laatste keer de Kruisberg op rijden, slaat de jongste van de twee een gaatje, maar boven houdt hij kort zijn benen stil om Breukink terug te laten keren. Ook nu geldt het credo ‘afspraak = afspraak’. De Raborenners hebben immers iets eerder al besloten samen naar de finish te zullen rijden. De veteraan lossen zou een onnodige vernedering voor Breukink zijn en bovendien is achter de schermen al lang en breed uitgemaakt dat Boogerd hoe dan ook de nieuwe Nederlands kampioen zal worden.

Desondanks is de Hagenaar er in de finale nog niet helemaal gerust op. Het zou niet de eerste keer zijn dat een renner een gemaakte afspraak in het heetst van de strijd plotseling ‘vergeten’ is. De vrees van Boogerd blijkt echter ongegrond. Zijn jonge teamgenoot bedotten zit niet in Breukinks karakter. Zoiets komt niet in hem op. Laat staan dat, mocht een dergelijk idee onverwacht toch spontaan ontkiemen in zijn hersenpan, hij die gedachte dan ten uitvoer brengt. Niets ervan.

Met een welgemeende schouderklop en een korte handdruk draagt Erik Breukink de macht over aan Michael Boogerd. Bij het passeren van de finish strekt hij zelfs zijn arm uit om zijn jongere ploeggenoot, die een halve fietslengte voor hem rijdt, uitgebreid aan het publiek voor te stellen, zoals Leontine Ruiters de kijkers van het spelletje Rad van Fortuin jarenlang een gloednieuwe keukenmachine of föhn presenteerde. ‘Na U, meneer!’ De wisseling van de wacht binnen het Nederlandse wielrennen is een feit.

Bekijk ook van Vincent de Lijser

Legendarische Italiaanse wielerploegen: Ariostea

Wielercultuur

Verjaardagskalender 29 mei: Thibaut Pinot (1990)

Wielercultuur