Foto Eric Houdas
Verjaardagskalender 3 juni: Jevgeni Berzin (1970)
Krijgt iemand Koning Miguel I op de knieën en welke van de vijandige generaals zou daar dan in moeten slagen? Dat is de hamvraag als op zaterdag 29 juni 1996 de 83ste Tour de France van start gaat. Niet een Franse stad, maar ’s-Hertogenbosch is de plaats waar 198 renners een voor een van het, in de Brabanthallen opgezette, startpodium rollen. Is een van hen in staat een einde te maken aan de dan al vijf jaar durende heerschappij van Miguel Induráin? Tot de renners die op zijn minst een poging zou moeten kunnen wagen behoort Jevgeni Berzin.
De voormalige Sovjet-renner is de enige die al eens een veldslag heeft weten te winnen van Koning Miguel I. Twee jaar eerder wist Berzin de Spanjaard van een derde Girozege op rij af te houden. In Italië had hij Induráin met diens eigen wapens verslagen. Flink uitpakken in de tijdritten en de daar bemachtigde voorsprong in de bergen behouden door berekenend en controlerend te rijden. Volgen op de makkelijke momenten, aanklampen op de moeilijkere. En vooral nergens te veel krachten verspillen.
Een grote ronde is immers een energievraagstuk. Wie heeft er na drie weken koers nog het meeste in de tank zitten? In de Giro van 1994 is dat voor de verandering dus eens niet Induráin, maar Berzin. De Russische tweedejaarsprof, in dienst van Gewiss, toont de hele wereld aan tot grootse daden in staat te zijn. Natuurlijk, in retrospectief zijn de kaarten heel anders geschud. De collectieve overmacht van de Gewiss-renners blijkt vooral de verdienste van Michele Ferrari. De sportarts voorziet de ploeg, als ware hij Panoramix, de druïde die Asterix in diens strijd tegen de Romeinen, flesjes toverdrank geeft, telkens van nieuwe ampullen EPO. Het stuwt de blauwgekleurde Gewiss-brigade naar grote hoogten en brengt Berzin zelfs naar de absolute top.
Luik-Bastenaken-Luik, de Waalse Pijl, de Giro; Gewiss in het algemeen en Berzin in het bijzonder zijn er heer en meester. Wint de Rus niet zelf, dan helpt hij zijn ploeggenoten aan de zege. De Tour van 1994 slaat Berzin over, zodat ploeggenoot Pjotr Oegroemov de strijd met Induráin mag aanbinden – die zal hij verliezen, al wordt de Let knap tweede. Een jaar nadien valt Berzin het hele seizoen wat tegen. In de Giro wordt hij weliswaar tweede achter Tony Rominger, zijn Tourdebuut weet de Rus niet tot een goed einde te brengen. Berzin speelt nauwelijks een rol van betekenis en breekt zijn missie tijdens de tiende etappe af om onverrichter zake huiswaarts te keren.
In 1996 besluit hij alles op de Franse ronde te zetten. In Italië komt hij wel aan het vertrek, maar de Giro rijdt de kopman van Gewiss als voorbereiding op wat er twee maanden later staat te gebeuren. De strijd tegen Koning Miguel I, op het allerhoogste podium dat de wielerwereld te bieden heeft. Wanneer in ’s-Hertogenbosch, op een regenachtige zaterdagse vooravond de balans wordt opgemaakt van de eerste inleidende beschietingen, komt Berzin als een van de winnaars uit bus. Achter proloogspecialisten Alex Zülle en Chris Boardman wordt hij derde en, veel belangrijker, boekt negen tellen winst op Indurain.
Precies een week later is ook de volgende slag voor Berzin. Na de eerste Alpenetappe, van Chambéry naar Les Arcs over de Col de la Madeleine en de Cormet de Roselend, mag hij zelfs het blauw van Gewiss inruilen voor de gele leiderstrui. Een ware veldslag heeft plaatsgevonden op de flanken van de Alpenreuzen. Uitgerekend Koning Miguel I is het voornaamste slachtoffer. Induráin kan, tot ieders verrassing, de favorietengroep op de slotklim niet volgen en moet het hoofd buigen. De overdracht van de kroon lijkt een voldongen feit en uitgerekend Berzin lijkt het meeste aanspraak te maken.
De volgende dag, in een 30 kilometer lang klimtijdrit naar skioord Val-d’Isère, onderstreept Berzin die ambitie door de snelste tijd te noteren. Het geel komt steviger om de Russische schouders te zitten. Een denkbeeldige gouden kroon lijkt al op slechts enkele centimeters boven het blonde hoofd van de troonpretendent te zweven, maar schijn bedriegt. Nu de vroegere koning is verslagen zijn er meer kapers op de kust, waaronder een oud-ploeggenoot van Berzin.
Bjarne Riis is aan het begin van het seizoen verkast van Gewiss naar Telekom, een overstap die niet zonder slag of stoot is verlopen. De Deen had in de Tour van 1995 de meubels gered voor Gewiss. Terwijl Berzin zijn debuut in Frankrijk niet wist te voltooien, was Riis knap derde geworden in het eindklassement. Niet gek dat hij ploegleider Emanuele Bombini voor het nieuwe seizoen om salarisverhoging gevraagd had en om een belangrijkere rol binnen de ploeg. Het verzoek was echter resoluut van de hand gewezen. Bombini had openlijk de zijde van Berzin gekozen als onbetwiste klassementskopman en Riis was zijn heil elders gaan zoeken. Bij Telekom dus.
In de negende Touretappe van 1996, een door de weersomstandigheden in de Alpen fors ingekorte rit naar het volgende skioord, Sestriere, zet de kalende Deen de ronde opnieuw ondersteboven. Berzin krijgt een flinke steek in de flank van zijn oude ploeggenoot en verliest in de nog geen vijftig kilometer lange bergproef anderhalve minuut. De voorsprong van veertig tellen die de Rus op de Deen had, kantelt in een even zo grote achterstand. Een week later voltrekt Riis het vonnis.
Is Lourdes voor velen een bedevaartsoord dat voorspoed en geluk dient te brengen, voor Berzin is precies het tegengestelde het geval. De Rus zakt op de nabijgelegen Hautacam opnieuw door het ijs en belandt ditmaal in een wak waar hij niet meer uit zal klauteren. In de Pyreneeën is het wederom Riis die een flinke slag slaat. Zijn voormalige kopman bij Gewiss duikelt in de resterende Tourdagen steeds verder omlaag in het algemeen klassement. Berzin zal uiteindelijk als twintigste in Parijs aantikken, zelfs negen plaatsen lager dan Induráin. Terwijl Koning Bjarne in Parijs trots plaats neemt op zijn troon, likken zijn Spaanse voorganger en de Russische strijder Jevgeni hun vele wonden.