Foto Victor van Werkhooven
Verjaardagskalender 31 mei: Robert Gesink (1986)
Menig Hollywoodregisseur zal er nimmer in slagen een achtervolgingsscène in beeld te brengen die enerverender is dan de klopjacht die zich op zaterdag 8 juli 2017 afspeelt in het oosten van Frankrijk. Spanning, drama, teleurstelling en euforie; het zit allemaal in de achtervolging en de daaruit voortvloeiende uitkomst van de achtste Touretappe tussen Dole en Station des Rousses. Of een kijker zich kan vinden in die uiteindelijke afloop of juist niet, hangt geheel af van diens persoonlijke voorkeur. Die zal dan weer voor een belangrijk deel gebaseerd zijn op een gevoel van chauvinisme.
Voor de neutrale kijker is het vooral genieten van een man tegen man gevecht. Alsof de protagonist en de antagonist, in om het even welke blockbuster, elkaar in de slotfase van een bloedstollend verhaal op de hielen zitten en de afloop nog beide kanten op kan. Hoofdrolspelers in de achtervolgingsscène zijn in dit geval een 24-jarige Fransman en een zes en een half jaar oudere Nederlander. Lilian Calmejane en Robert Gesink, luiden hun namen. Laatstgenoemde is de jager, waardoor zijn directe tegenstander vanzelfsprekend de rol van prooi krijgt toebedeeld. Nagenoeg een half uur lang weet het tweetal het wielerpubliek aan het puntje van haar luie stoel vast te nagelen. Wie had besloten zichzelf die zaterdagmiddag voor de tv op een bak popcorn of andere versnapering te trakteren, krijgt door de spannende achtervolging nauwelijks de tijd iets te verorberen.
De eerste Tourweek van 2017 is voor Robert Gesink zichtbaar wennen. Waar de Gelderlander voorheen meestrijdt om een topklassering na afloop van de drieweekse expeditie door Frankrijk, heeft hij zichzelf voor het eerst een ander doel gesteld. Gesink wil een etappe winnen. Het dwingt hem in de openingsfase van de Tour opzettelijk tijd te verliezen, om vervolgens, zoals een kandidaat in een spelshow een joker kan vergaren om die op een later moment in te zetten, een vrijgeleide te krijgen van de klassementsrenners.
Die krijgt Gesink inderdaad in de achtste etappe. In de dagen voordien heeft hij zich in de slotfase meermaals bewust laten lossen, zodat er geen twijfel bestaat dat de ‘Condor van Varsseveld’, zoals zijn bijnaam luidt, niet alsnog voor een topklassering in Parijs in aanmerking probeert te komen. De rit naar Station des Rousses, over de voortdurend glooiende wegen op en rond het Jura-gebergte, heeft Gesink al ruim voor de Tourstart met een dikke rode cirkel omlijnd in het rondeboek. Hij blijkt niet de enige. Integendeel.
Als diverse renners zich in de openingsfase van de etappe proberen los te maken van het peloton, is de animo om in de vlucht van de dag te belanden zo groot dat er een kopgroep van liefst vijftig renners ontstaat. Gesink zit er bij, net als vier landgenoten. Maurits Lammertink, Laurens ten Dam, Koen de Kort en Marco Minnaard koesteren dezelfde ambities als de Gelderlander, al zal vrij snel blijken dat zij iets te hoog hebben ingezet. Als het spel op de Côte de Viry, vijftig kilometer voor de finish, op de wagen raakt, maakt een negental zich los van de kopgroep. Gesink is, zoals stiekem verwacht, de enige van de Nederlanders die zijn uitzicht op een zo vurig gewenst dagsucces behoudt.
De eerste kilometer van de slotklim, de Côte de Les Molunes, zet door de ambities van meer dan de helft van het negental weldra een streep. Alleen Calmejane, Gesink, Serge Pauwels en Nicholas Roche blijven over. Zodra eerstgenoemde door krijgt dat een voorste groep achtervolgers, met alle klassementsrenners, in rap tempo nadert, ontbindt hij zijn duivels. Calmejane spurt weg en doet de aanzet voor een slotfase die bloedstollend spannend zal worden.
In eerste instantie probeert Roche de Fransman bij te halen, maar strandt op vijftig meter. Halverwege de klim wordt de Ier voorbij gestoken door Gesink, die zich niet met de tempoversnellingen heeft bemoeid, maar als een stug voort kachelende diesel al die tijd zijn eigen cadans heeft vastgehouden. De achtervolging die zich ontspint wordt steeds spannender, zowel vanuit het perspectief van Calmejane als Gesink. De Nederlander begint in de resterende twaalf kilometer tussen de top van de klim en de aankomst in te lopen op zijn Franse prooi, waardoor zijn uitzicht op de ritzege steeds helderder wordt.
Alsof een filmregisseur, die de achtervolgingsscène niet spannend genoeg acht, nog snel een plottwist invoegt, houdt Calmejane plotseling zijn benen. Kramp neemt de spieren van de renner van Total Direct Energie in een kortstondige wurggreep. Gesink nadert ondertussen tot op negen seconden, maar ineens kantelt het koersverloop opnieuw. Calmejane vindt in de krochten van zijn vermoeide lijf een nieuw vaatje energie dat de kramp onderdrukt. Zelden was de naam van een wielerploeg meer van toepassing op een van haar renners als die dag.
Ook Gesink heeft het zwaar en kan niet voldoende profiteren van de tijdelijke inzinking van zijn rivaal. De voortdurend spannende klopjacht eindigt niet veel later in een overwinning voor de Fransman, die in de slotfase weer meer voorsprong opbouwt ten opzichte van zijn directe belager. Kort na de finish zijn Calmejane en Gesink niet de enigen die gretig naar verse zuurstof happen. Menig televisiekijker, die eindelijk achterover kan leunen en het comfort van een bank of luie stoel weer optimaal kan gebruiken, moet ook eerst even een aantal minuten op adem komen.
