Foto Brian Townsley
Verjaardagskalender 5 februari: Barry Hoban (1940)
Een grote donkere zonnebril ontneemt de wereld het zicht op twee betraande ogen. Desondanks zijn de emoties duidelijk af te lezen aan het gelaat van Barry Hoban. De Brit is zojuist als eerste over de aankomstlijn van de veertiende Touretappe van 1967 gereden, maar juichen doet hij niet. Hij wil niet. Kan het simpelweg niet. Zijn beide armen, de linker omhuld door een gitzwarte rouwband, blijven omlaag en met zijn handen knijpt hij hard in zijn stuur. Dadelijk zal Barry het podium op moeten en gelaten de huldigingsceremonie, die een ritwinnaar in de Tour dagelijks ten deel valt, ondergaan. Het is zijn eerste etappezege in de Franse ronde, maar liever had hij deze niet op zijn naam geschreven. De overwinning van Barry is een eerbetoon, een saluut, aan zijn vriend, land- en ploeggenoot en bovendien vaste ‘slapie’ Tom Simpson. Het is de veertiende juli van 1967. Een dag eerder is Simpson op tragische wijze om het leven gekomen tijdens de beklimming van de Mont Ventoux.
‘De Tour wacht op niemand’, luidt de bekende uitspraak, die met name Mart Smeets veelvuldig bezigt wanneer er zich in de Franse ronde een drama voltrekt. De mastodont van de NOS-televisie is in 1967 nog basketballer en in het geheel niet met de koers bezig, maar de gevleugelde uitspraak geldt dan al wel degelijk, een dag na het overlijden van Tom Simpson. De koers gaat door en daags na het drama dient er ‘gewoon’ weer te worden gefietst. Onder aanvoering van Jean Stablinsky besluit het peloton, nadat er eerst al een minuut stilte wordt genomen voordat de renners van start gaan, de haar ontvallen collega te eren. Gezamenlijk wordt afgesproken dat een van Simpsons ploeggenoten uit de Britse selectie – in de Tour van 1967 wordt met landenploegen gereden – de etappe vandaag mag winnen. Op veertig kilometer van de finish in badplaats Sête krijgt Barry Hoban daarom een vrijgeleide van het peloton. Hij bouwt een voorsprong van bijna zeven minuten op, waarvan er uiteindelijk zo’n vier overblijven, en mag ter nagedachtenis aan Tom Simpson de ritzege pakken.
Tot onvrede van menig wielerfan en -journalist. De kranten spreken de volgende dag schande van hetgeen zich tussen Carpentras en Sête heeft afgespeeld en noemen hetgeen als eerbetoon aan Simpson was bedoeld een ‘comédie Française’. Het journaille is van mening dat de renners er beter aan hadden gedaan om, net als gewoonlijk, strijd te leveren, serieus voor de dagzege hadden moeten koersen en dan eventueel na afloop het prijzengeld aan de weduwe Simpson konden schenken, om iets voor de overleden renner en zijn nabestaanden te doen. Wat er nu was gebeurd, was in het geheel geen waardig eerbetoon, aldus de vele kritische krantenartikelen over de etappezege van Barry Hoban. Later krijgt alles nog een staartje als Stablinsky vertelt dat het peloton eigenlijk had afgesproken dat niet Hoban, maar een andere renner uit de Britse selectie had moeten winnen in Sête. Vin Denson was van de Britten in de Tour het best bevriend met de betreurde Simpson en stond het dichtste bij hem. Hoban zou die afspraak hebben geschonden, aldus Stablinsky, door eerder uit het peloton weg te rijden en Denson voor een voldongen feit te stellen. Het is een aantijging die Barry Hoban altijd is blijven ontkennen. In de volgende jaren zou hij op eigen kracht nog zeven Touretappes winnen en om nog een ander feit voor altijd verbonden blijven aan de verhalen over het overlijden van Simpson op de Ventoux. In 1969 trouwt hij met Helen, de weduwe van Tom.