Foto Paul Hermans
Verjaardagskalender 5 maart: Mario De Clercq (1966)
Iedereen heeft een paar van die dagen in zijn of haar leven die alles veranderend zijn. De geboortedag van je kind, de avond dat je je toekomstige huwelijkspartner ontmoet, de ochtend dat je ‘ja’ zegt tegen een werkgever die je vervolgens decennialang trouw zal blijven. Van die dagen. Soms is zo’n dag op het moment zelf duidelijk herkenbaar, maar vaak ook niet. Dan blijkt pas in retrospectief wat voor impact een bepaalde gebeurtenis, op die ene daardoor speciaal geworden datum, die je de rest van je leven zal onthouden, heeft gehad. Voor Mario De Clercq is 11 juli 1995 zo’n dag. Niet dat de Vlaming met een goed gevoel terug kan kijken op die dinsdag. De Tour de France is in volle gang als de negende etappe naar La Plagne op het menu staat. Het zal een van de donkerste dagen in de geschiedenis van het Belgische wielrennen worden. Belga Sport, de tegenhanger van Andere Tijden Sport, wijdt jaren later zelfs een volledige uitzending aan die ene bergrit door de Alpen, die als een Middeleeuwse beul de Lotto-ploeg berooft van liefst vijf van haar renners. Eén van hen geeft tijdens de etappe op. De vier anderen overschrijden de tijdslimiet en kunnen eveneens naar huis. Tot overmaat van ramp zijn er op dat moment al twee manschappen van Lotto afgestapt, zodat, nog voor de ronde goed en wel op de helft is, er nog maar een tweetal renners in het zwartrode Lotto-shirt deel uitmaakt van het peloton. De afstapper op weg naar La Plagne is Mario De Clercq. Zijn afscheid van de Tour is een kantelpunt in zijn carrière. Levensveranderend. Al had de Belg daar toen nog geen weet van. Zonder die beroerde dinsdag in juli had De Clercq misschien nooit de switch gemaakt van de weg naar het veld. Wie weet had hij zijn drie wereldtitels veldrijden dan nooit behaald.

Zoals vele Belgische renners is Mario De Clercq bij de jeugd en de junioren ook menigmaal op modderige paden, zanderige stranden en drassige ondergronden te vinden in het winterseizoen. Ondanks dat hij bepaald geen tekort aan talent heeft en het veldrijden in de familiegenen zit – zowel vader René als oom Roger sleepten in de jaren ’60 meerdere titels en prijzen in de wacht – kiest hij voor een carrière op de weg. Na het winnen van een etappe in de Vredeskoers in 1990 dingen meerdere profploegen naar de handtekening van De Clercq. Die zet hij bij de Buckler-ploeg van Jan Raas. Na twee jaar zonder noemenswaardige hoogtepunten stapt hij over naar het Belgische Lotto, waar hij vooral knechtenwerk voor Andrei Tchmil wordt geacht te leveren. Die wint in 1994 Parijs-Roubaix, waarin De Clercq zelf als veertiende finisht, maar verder zijn de successen van de ploeg goed bij te houden. Veel zijn het er namelijk niet. Dieptepunt is het collectieve Touroptreden een jaar later. Na de Alpenetappe naar La Plagne, nog voor de ronde halverwege is, zijn liefst zeven van de negen Lotto’s al naar huis. Zijn teleurstellende rijden zet Mario De Clercq aan het denken. Is het niet tijd voor iets anders? Iets buiten de sport wellicht? Voor even overweegt hij een beenhouwerij te beginnen, maar dan blijkt Roger De Vlaeminck het steentje dat de stroming in de rivier verandert. Er zijn niet alleen dagen die allesbepalend zijn, soms zijn het ook personen.
In het geval van Mario De Clercq is dat dus De Vlaeminck. De gewezen klassiekerkoning raadt de teleurgestelde renner aan zich niet langer te focussen op het wegwielrennen, maar op zijn oude liefde. De sport van zijn vader. Het veldrijden. De Clercq is de cross nooit helemaal uit het oog verloren en rijdt in dienst van Lotto wel eens een Belgisch kampioenschap, om in de winter zijn conditie op peil te houden. Dankzij De Vlaeminck gooit hij het roer echter om. In dienst van de bescheiden Palmans-ploeg wordt het veld de plek waar De Clercq wil excelleren en is de weg voortaan bijzaak. Het blijkt een gouden zet. Alsof een bondscoach in het voetbal, laten we hem Louis van Gaal noemen, in extremis een wissel doorvoert die de wedstrijd ondersteboven zet, doet het advies van De Vlaeminck iets soortgelijks voor de loopbaan van Mario De Clercq. Al snel blijkt hij in Superprestige-wedstrijden met de besten mee te kunnen en schrijft hij steeds meer veldritten op zijn naam. Desondanks behoort hij niet tot de topfavorieten als het WK van 1998 in het Deense Middelfart wordt weggeschoten. De bookmakers zetten massaal in op de Nederlandse tandem Richard Groenendaal – Adrie van der Poel, maar beiden stellen zwaar teleur. Eerstgenoemde knalt als een komeet uit de startblokken, maar blaast zijn tank al in de openingsronde volledig op en wordt slechts negende. Van der Poel komt er de gehele wedstrijd niet aan te pas en eindigt in het achterveld, ruim achter de verrassende Mario De Clercq. Die maakt zich in de vierde omloop los van de concurrentie. Met dank aan het vernuftige afstopwerk van landgenoot Erwin Vervecken hebben Henrik Djernis, Daniele Pontoni en alle anderen geen schijn van kans nog enigszins in het spoor van de ontketende Vlaming te geraken. Die strijkt tot zijn eigen verbazing de regenboogtrui op. Iets dat hij in de vier jaren die volgen nog tweemaal zal doen. Het pijnlijke optreden in de Tour van 1995 is de buitenwereld dan al lang vergeten. Mario De Clercq niet. Die koestert die dag. Ondanks alles. Want wie weet hoe zijn carrière anders zou zijn verlopen.