Foto Sirotti
Verjaardagskalender 7 juni: Steven Kruijswijk (1987)
Tussen de carrières van Wilco Kelderman en Steven Kruijswijk bestaan opvallend veel overeenkomsten. Beide renners, die thans voor Visma–Lease A Bike uitkomen en in de meest recente Giro deel uitmaakten van de ploeg rond winnaar Simon Yates, kunnen elkaar op meerdere vlakken de hand schudden. Zo mogen niet meer dan twee Nederlanders zeggen dat ze bij de eerste vijf zijn geëindigd in alle drie de grote ronden. Inderdaad, het duo K&K.
Allebei hadden ze in het verleden tot diep in de finale zicht op de eindoverwinning in de Italiaanse ronde, maar door ‘omstandigheden’ – Kelderman moest in 2020 opboksen tegen de interne pikorde bij zijn toenmalige Sunweb-ploeg alsook tegen de verrassend sterke Ineos-tandem Geoghegan Hart/Dennis, terwijl Kruijswijk vier jaar eerder in de afzink van de Colle del Angello op een sneeuwmuur botste en zichzelf uitschakelde voor het klassement – slaagden ze er niet in het roze mee terug naar Nederland te nemen.
Ook als het gaat om het aantal keren dat ze wél wonnen, kan het tweetal elkaar een hand geven. Op de verjaardag van Kelderman, 25 maart van dit jaar, schreven we al dat hij eigenlijk nooit wint. Voor zijn ploeggenoot geldt min of meer hetzelfde. Maar niet helemaal, want waar de zegeteller van Kelderman daadwerkelijk op nul staat, klassementen uitgezonderd, heeft Kruijswijk wel degelijk een echte overwinning op zijn naam staan. Het is al even geleden, maar in 2011, in zijn tweede profseizoen, schrijft de Nederlander de zesde rit in de Ronde van Zwitserland op zijn naam.
Het verhaal van die etappe naar het in Liechtenstein gelegen Triesenberg is er eigenlijk een met een donker randje. Niet lang voordat Kruijswijk op de dertien kilometer lange slotklim zijn slag zal slaan en rijdt naar wat vermoedelijk voor altijd zijn grootste overwinning zal blijven, komt de Colombiaan Mauricio Soler akelig ten val. De voormalige bergkoning in de Tour moet met een schedelbreuk naar het ziekenhuis en is niet de enige die met loeiende sirenes wordt afgevoerd. Ook enkele toeschouwers raken gewond wanneer Soler onderuit glijdt en moeten eveneens naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis. Het maakt dat de koers voor enige tijd geneutraliseerd wordt. Er zijn simpelweg te weinig ambulances beschikbaar om de veiligheid van renners en publiek te kunnen garanderen.
Voor Soler, die op dat moment tweede staat in het klassement en zijn zinnen op de Tour heeft gezet, betekent het zelfs het tragische einde van zijn carrière. De Colombiaan herstelt maar ten dele van zijn afschuwelijke val. Lopen en praten gaan nooit meer als voorheen, laat staan fietsen. Terwijl Soler vecht voor zijn leven, bewijst het peloton diezelfde middag dat niet alleen de Tour op niemand wacht, de Ronde van Zwitserland evenmin. Zodra de gewonden in het ziekenhuis zijn afgeleverd en er weer voldoende ambulances in koers zijn, wordt de wedstrijd hervat, zoals een Formule 1 Grand Prix opnieuw begint als de ‘safety car’ zijn plekje in de pitbox weer opzoekt.
Op de slotklim, met een gemiddeld stijgingspercentage van 9%, zetten drie Rabo-renners de koers naar hun hand. Bauke Mollema, Laurens ten Dam en Steven Kruijswijk tonen zich nadrukkelijk in de voorhoede. Eerstgenoemde komt niet weg, maar als even later Damiano Cunego een tempoversnelling doorvoert is de laatste van de drie Nederlanders onmiddellijk bij de pinken. Kruijswijk kruipt op het achterwiel van de Italiaanse klassementsleider. Die blijkt zichzelf wat te hebben overschat, want hij moet zijn dansende ritme al snel verruilen voor een stoempende tred vanuit het zadel. Voor Kruijswijk is de veranderende manier van rijden van zijn opponent een signaal dat hij die dag wel eens de sterkste zou kunnen zijn. Onmiddellijk ontbindt de Nederlander zijn duivels en laat Cunego ter plekke. Gesterkt door de aanwezigheid van twee land- en ploeggenoten in de achterhoede snelt de jonge Raborenner omhoog.
Ondanks dat Levi Leipheimer nog verwoede pogingen doet om Kruijswijk bij te halen, slaagt de Amerikaan daar niet in. Hij strandt op negen seconden van de dolgelukkige Nederlander. Cunego wordt derde, gevolgd door Mollema. De overwinning van Kruijswijk lijkt de opmaat naar meer, maar dat komt er jammer genoeg niet van. Na Tiesenberg rijdt de Brabander tot op heden nooit meer als eerste over de streep. Zijn enige andere profzege is het eindklassement in de Arctic Race Of Norway in 2014, maar een etappe wint Kruijswijk er niet. Inmiddels begint de tijd te dringen. De ‘catchphrase’ uit de HBO-serie Game Of Thrones, ‘winter is coming’, is ook van toepassing op de carrières van Kruijswijk en Kelderman. Laten we hopen dat beiden – of als dat te veel gevraagd is, een van de twee – nog snel een overwinning boeken.