Foto PR-kaart Renault-ploeg (1980)

Wielercultuur

Verjaardagskalender 9 april: Yvon Bertin (1953)

Iets meer dan driehonderd renners kunnen zeggen dat ze er ooit een waren. Dat ze weten hoe het voelt. Om ten overstaan van de gehele wereld een tricot omgehangen te krijgen in die heerlijk zomerse knalgele kleur, het shirt in de uren nadien over een hotelkamerstoel te hangen of er zelfs in te slapen – wie zal het zeggen? En de volgende dag het stralende gulden middelpunt van het peloton te zijn. Zij mogen terecht opscheppen dat ze voor een of meerdere dagen het algemeen klassement van de Tour de France aanvoerden. Tenminste, degenen onder hen die nog in leven zijn, vanzelfsprekend. De meesten hebben een voorname plek bemachtigd in het collectieve wielergeheugen, deels ook door, vaak vele, andere aansprekende prestaties op de fiets. Maar er zitten ook enkele typische eendagsvliegen tussen. Renners voor wie die ene dag, of paar dagen, in het geel het hoogtepunt uit hun carrière betekende. Inmiddels verkeren ze al jaren in het universum dat ‘vergetelheid’ heet.

Wie kent een, pak ‘m beet, Rubens Bertogliati, Alex Stieda of Dominique Gaigne nog, zoveel jaren nadat ze het geel droegen. Heel soms blijft zo’n eendagsvlieg toch plakken aan de wielergeschiedenis. Yvon Bertin is er zo een. Niet langer dan één enkele dag had hij ‘le maillot jaune’ om de schouders, maar dankzij een onbedoeld perfect stukje timing vindt hij zijn naam al 45 jaar lang terug in de kantlijn van alle reconstructies die over die ene Tour zijn gemaakt. De ronde van Joop. Die van 1980. Alsof je enkele uren voordat je je levenspartner ontmoette eerst nog staande werd gehouden door een politieagent en je, telkens als je die belangrijke dag voor je zelf probeert te reconstrueren, toch weer even onbedoeld aan die diender denkt. Zo kun je de Tour van ‘80 niet beschrijven zonder even kort Yvon Bertin te benoemen. Of het nou de Studio Sport-docu ‘Zo Won Joop De Tour’ is, de aflevering ‘De Dag Dat Joop De Tour Won’ van Andere Tijden Sport, of het boek van Mart Smeets dat simpelweg ‘De Tour van ‘80’ heet, Yvon Bertin heeft er een, uiteraard zeer bescheiden, plaatsje in als een van de gele truidragers die Joop die ronde voorgingen.

De Tour van 1980 is nog geen drie dagen op weg als de Franse knecht uit de Renault-ploeg rond topfavoriet Bernard Hinault het hazenpad kiest en met Rudy Pevenage en Pierre Bazzo op avontuur gaat. De drie werken eendrachtig samen en bouwen een maximale voorsprong op van liefst 24 minuten. Oortjes bestaan niet in die tijd en het peloton is in vlakke ritten lang niet zo goed georganiseerd als heden ten dage. De vluchters blijven vooruit en bereiken aankomstplaats Metz met liefst negen minuten voorsprong. Een spannend sprintje wordt het allerminst. Pevenage is afgetekend de snelste en wint de etappe.

Het geel is echter niet voor de Belg. Een dag eerder heeft een 46 kilometer lange ploegentijdrit namelijk al enige orde geschept in de rangorde binnen het peloton. Bijna vanzelfsprekend won de TI-Raleigh-ploeg van Peter Post de collectieve race tegen de klok. Achter de Nederlanders werd het Renault van Hinault en Bertin tweede. De Fransen was er logischerwijs alles aan gelegen om het tijdverschil met TI-Raleigh-kopman Zoetemelk tot het minimum te beperken. Als bijvangst was Bertin opgerukt naar de veertiende plek in het klassement. Dankzij zijn voorsprong van dik driekwart minuut op Pevenage en bijna het dubbele op Bazzo was hij met afstand de best geklasseerde van de drie vluchters. Achter de Belg en zijn Franse landgenoot tikt Bertin als derde aan in Metz, in de wetenschap dat hij zich mag scharen in het eregilde der renners die ooit in de Tour de officiële gele leiderstrui omgehangen hebben gekregen.

Heel lang kan Bertin niet genieten van het kleinood. Een etmaal later is hij weer gewoon een knecht van Hinault en rijdt hij, net als zijn ploeggenoten, in het vertrouwde zwart-wit-geel van Renault. In de vierde Touretappe van 1980, de renners moeten van Metz naar Luik, lost Bertin in de miniatuuruitvoering van Luik-Bastenaken-Luik al op het eerste klimmetje. De monstervlucht van de vorige dag heeft zijn energiereservoir meer aangesproken dan hem lief is. Waar de gele trui in sommige renners onvermoede krachten losmaakt, die helpen het tricot tot het uiterste te verdedigen, is daar bij de Fransman geen sprake van. In het geheel niet, zelfs. Bertin berust al snel in zijn verlies en schikt zich in zijn beoogde rol als knecht. Niet dat hij die ten volle kan uitvoeren. De afloop van de Tour van ‘80 moge bekend zijn. Hinault verlaat als gele truidrager de ronde als een dief in de nacht, doordat een pijnlijke knie hem het doorrijden belet.

Het vertrek van de topfavoriet zet de poort naar succes voor Joop Zoetemelk wagenwijd open en de Nederlander benut de unieke kans ten volle. Terwijl hij zegevierend over de Champs Élysées rijdt – Gerrie Knetemann helpt Joop een vreugdegebaar te maken, anders zou hij het zelf vermoedelijk vergeten zijn – zit Yvon Bertin al ruim anderhalve week thuis in Nantes. Na de aftocht van zijn kopman had hij er zelf eveneens de brui aan gegeven. Een knecht zonder kopman is als Bassie zonder Adriaan. Of zuurkool zonder worst. Het klopt niet en voelt niet goed. En dus was Bertin afgestapt. Zijn eigen moment van glorie had hij toch al gehad. Een prestatie die men in Frankrijk snel weer zou vergeten, maar in Nederland niet. Door de eindzege van ‘Onze Joop’ en de vele reconstructies, boeken en verslagen van en over die Tour van ‘80, duikt de naam Yvon Bertin, zij het in kleine bijzinnetjes, als kortstondig gele truidrager nog altijd met enige regelmaat op.

Bekijk ook van Vincent de Lijser

Verjaardagskalender 12 april: Mario Traversoni (1972)

Wielercultuur

Verjaardagskalender 11 april: Ron Kiefel (1960)

Wielercultuur