Foto Furin Kazan (wikimedia)
Verjaardagskalender 9 februari: Pavel Tonkov (1969)
In zesenveertig honderdsten van een seconde kun je precies niets. Een keer met je ogen knipperen, hoogstens. Tenzij je een kolibrie bent. Het kleine tropische vogeltje schijnt, niet waar te nemen voor de menselijke zintuigen, in die krappe halve seconde een slordige twintig of zelfs dertig keer zijn vleugels op-en-neer te kunnen bewegen. En voor een sprinter, of het nou op een wieler-, ijs- of atletiekbaan is, voelt een verschil van 0,46 seconde over het algemeen als een ruime en afgetekende overwinning. Net als voor Max Verstappen, als hij weer eens naar poleposition snelt op een Formule 1-circuit. Maar verder? Voor het overgrote deel is het niets. Toch zijn die zesenveertig honderdsten van een seconde het verschil tussen Abraham Olano en Pavel Tonkov als het slotweekeinde van de Giro d’Italia van 1996 aanbreekt. Drie weken is er gefietst door bijna heel Italië. Al dik 3500 kilometer afgelegd. Bergen, dalen, wind mee, wind tegen, lange tijdrit. Kortom, alles waar een grote ronde voor staat. En dan is de tijd die de Spanjaard nodig had, volgens de rekenmeesters, niet meer dan een oogwenk minder vergeleken met zijn Russische belager. Een fractie. 0,46 seconde.
![](https://mlermmvk3oie.i.optimole.com/w:422/h:599/q:mauto/ig:avif/https://hetiskoers.nl/wp-content/uploads/gravity_forms/1-03e04c279241f9c67158b50a13fc260f/2025/02/Pavel_Tonkov_Giro_1994.jpg)
Al voordat Tonkov zal heersen in de laatste bergetappe van de Giro van 1996, krijgt hij de bijnaam ‘de Tsaar’. Het is vanzelfsprekend een verwijzing naar zijn Russische afkomst – Tonkov komt ter wereld in Izjevsk, vooral bekend als de stad waar de Kalasjnikov-geweren vandaan komen – maar ook ingegeven door zijn stoïcijnse, nors overkomende en tamelijk autoritaire uitstraling. Zowel op de fiets als ernaast staat Tonkov niet bekend als lachebek. Toegankelijk voor journalisten en fans is hij allerminst. In Italië, waar hij na de val van de Sovjet-Unie, zoals zoveel Russische renners, neerstrijkt om zich als prof te meten met de mondiale top vinden de ‘tifosi’ de Lampre-renner maar een vreemde vogel. Bovendien is hij een extra concurrent voor publiekslievelingen Claudio Chiappucci en Marco Pantani. Desondanks vindt Tonkov er zijn weg en dan vooral in de Giro. Tussen 1992 en 1995 zet hij vier fraaie top 10-eindklasseringen op rij neer en wint tweemaal het jongerenklassement. Pavel Tonkov is zodoende een van de favorieten als de 79ste Giro d’Italia op zaterdag 18 mei 1996 vertrekt vanuit Athene.
Zodra het peloton het Italiaanse hooggebergte in de regio Piëmont induikt, grijpt Tonkov de macht. Met speels gemak troeft hij concurrenten als Pjotr Oegroemov, Enrico Zaina, Jevgeni Berzin en Abraham Olano af en mag het roze aantrekken. De Rus heeft echter een achilleshiel. Een tekortkoming, waar hij tegenop ziet als tegen een oneindig hoge, rechtop lopende muur. Tijdrijden. Dat de parcoursbouwers een chronorace van liefst 62 kilometer, slechts drie dagen voor de Giro-apotheose in Milaan, hebben bedacht, maakt Tonkov niet gerust op een mogelijke eindoverwinning. Het enige dat in het voordeel van de Rus werkt is dat kort voor de finish in Marostica de Salita della Rosina moet worden beklommen. Het blijkt een welkome reddingsboei. Na veertig kilometer tijdrijden ligt Tonkov bijna twee minuten achter op specialisten Berzin en Olano, maar zodra de weg omhoog loopt verandert hij in een ander mens. Alsof er een telefooncel langs het parcours staat, de Rus er als Clark Kent in verdwijnt en er als Superman weer uitkomt. Tonkov gooit zijn helm af – helmplicht is er nog niet in 1996 – en dendert de Salita della Rosina op. Tijdritwinst is al lang uit het zicht, maar doordat Tonkov weer inloopt op Berzin en Olano, stelt hij het roze nipt veilig. Voor de Spanjaard zijn de druiven extra zuur. Olano komt een tel te kort om Berzin van de dagzege af te houden en ook precies een seconde om diens landgenoot Tonkov van het roze te ontdoen.
Een dag later draait Olano de rollen om. Op de Passo Pordoi rijdt hij, in gezelschap van Gianni Bugno, in de slotfase precies hard genoeg om te zorgen dat Tonkov het wiel net niet houdt. De roze truidrager moet een miniem gaatje laten en geeft een luttele seconde toe. De Giro is drie weken bezig, dik 3500 kilometer is er afgelegd en achter de namen Olano en Tonkov staat exact dezelfde totaaltijd. De rekenmeesters mogen aan het werk en becijferen, op basis van de enige tijdrit in de ronde van 1996, dat Olano precies zesenveertig hondersten van een seconde voor ligt op Tonkov. Een oogwenk is het. Meer niet. De Spanjaard wordt de nieuwe leider als de laatste bergetappe, over de Gavia en de Mortirolo, op het menu staat. Getergd laat Tonkov zien een ware Tsaar te zijn. Hij verdeelt en heerst. Op de Mortirolo dwingt hij Olano op de knieën. De Spanjaard heeft door zijn lengte en gewicht niet het postuur van een klimmer en tegen de krachtsexplosies die Tonkov en enkele anderen op hem blijven afvuren, is hij niet opgewassen. Als een aangeschoten dier klautert Olano omhoog, zijn nederlaag erkennend. Verzekerd van de eindoverwinning laat de Tsaar de dagzege aan Ivan Gotti, de enige die hem op de steile Mortirolo kan volgen. Als Tonkov even later een verse roze trui krijgt is er zowaar een, zij het bescheiden, glimlachje te zien op zijn gelaat.