Gezellig keuvelend fietsen twee dames een tiental meters voor me uit. Hun gezichten kan ik als vanzelfsprekend niet zien, maar hun kapsels – de één een askleurige vlecht, de ander wat in de volksmond ‘kort pittig’ wordt genoemd en met een iets te nadrukkelijk aanwezig kunstmatig kleurtje – verraden dat ze welhaast zeker van middelbare leeftijd zijn. Het aangename zomerbriesje, dat me nu al enkele minuten verkoelend in mijn gezicht blaast, maakt dat ik niet alleen de zoete, licht weeïge geuren van iets te overdadig parfumgebruik opvang, maar ook korte flarden van hun gesprek. Steekwoorden, meer zijn het niet. ‘Buurman Jos’, ‘zwembad’, ‘struiken’, ‘boodschappenmand’ – ik voel me even een kandidaat in een televisiespelshow, die van de quizmaster een paar begrippen krijgt toegespeeld om een verhaal omheen te bouwen. Voordat ik mijn brein aan het werk kan zetten om een verband tussen de losse woorden te ontdekken of bij elkaar te fantaseren, wordt mijn aandacht getrokken door hetgeen waarnaar ik op deze mooie junidag op zoek ben onder de Drentse naaldbomen. Ik knijp in de remmen van mijn racefiets, stuur naar de berm rechts van de Mej. A. Talmaweg en zet mijn linkervoet aan de grond. Tussen de bebossing ontwaar ik aan de overkant de begraafplaats. Terwijl de kletsende dames sneller dan ik verwacht had uit het zicht verdwijnen, op hun elektrische fietsen rijden ze harder dan ik dacht, monster ik de lommerrijke en met rechthoekige stenen bestraatte weg in Midden-Drenthe, enkele honderden meters voor het binnenrijden van de bebouwde kom van het dorp Witteveen.
Bijna dertien jaar geleden is het inmiddels dat het Vuelta-peloton over deze zelfde weg denderde, in achtervolging op vijf koplopers die een zestal minuten eerder waren gepasseerd. Ongeveer op de plek waar ik stilsta, ter hoogte van Natuurbegraafplaats Witteveen, wapperden destijds drie vlaggen. Een witte met rode banen en zwarte kasteeltoren in het midden van de provincie Drenthe, een rood-wit-blauwe Nederlandse en een geelrode Spaanse. Op deze plek was in 2009 een witte lijn getrokken. Correctie: hier had destijds een witte lijn moeten liggen. Niet voor een tussensprint, maar om een bergpassage (!) te markeren. Op deze plek werd volgens het rondeboek van de Vuelta de top van een beklimming van vierde categorie bereikt, de Cota de Witteveen. Vooruit, de weg loopt gevoelsmatig flauw omhoog, maar om dit nu klimmen te noemen? Nou, nee. Iemand die op een zwoele zomeravond door een mug wordt gebeten, treft de volgende dag meer reliëf op arm of been aan dan dat er op de Mej. A. Talmaweg nabij Witteveen te vinden is. Toch viel op deze plek de eerste bergtrui van de Vuelta van 2009 te verdienen. Maar een streep om de doorkomst te markeren lag er niet. Het zijn de mysteries van de Cota de Witteveen.
Dak van Drenthe
Logisch dat het rondeboek van de 64ste Vuelta a España menig wielertoerist op het verkeerde been had gezet. Op diverse internetfora zijn, ook nu nog, berichten te vinden van vergeefse zoektochten naar de Cota de Witteveen, die volgens de organisatie van de Spaanse ronde zo’n dertig meter hoog zou moeten zijn. Nou ja, dertig meter boven NAP dan. Goed om te weten is dat een groot deel van de provincie Drenthe zo’n tien tot twintig meter boven Normaal Amsterdams Peil ligt. Kortom, de Cota stelt bar weinig voor en is voor een fietser die verwacht een klim op te gaan rijden dan ook een soort kameleon in het vlakke Drentse land, die menig wielertoerist voor een raadsel plaatst. Wie in Drenthe, gehuld in wielerkledij, aan voorbijgangers vraagt naar een ‘berg’ of ‘heuvel’ wordt onmiddellijk doorverwezen naar de VAM-berg bij Wijster, een kleine tien kilometer ten zuidwesten van Witteveen.
De voormalige vuilnisbelt, ook bekend als het ‘dak van Drenthe’ en sinds 2020 driemaal op rij decor van het nationaal kampioenschap op de weg, ligt 68 meter boven NAP. Het hoogste punt van de provincie is op dat moment vooral bekend als scherprechter in de Ronde van Drenthe, maar bewust uit het Vuelta-parcours gelaten. De afdaling is te smal voor een voltallig peloton en bovendien vormen de talrijke wildroosters een verhoogd risico op valpartijen. De VAM-berg moet dan ook zeker niet verward worden met de ‘Monte Relus’, want onder die naam is de non-klim op de Mej. A. Talmaweg bij Witteveen ook wel bekend. Het heeft alles te maken met de aan die weg gelegen begraafplaats. Het is niet voor niets dat parcoursbouwer Herman Strijbosch, in 2009 verantwoordelijk voor de route, de renners en de volgerskaravaan uitgerekend langs deze plek stuurt. De doorkomst is een hommage aan de man die medeverantwoordelijk was geweest voor de meest noordelijke start van de Spaanse ronde, maar deze zelf helaas niet meer mee heeft kunnen maken, Relus ter Beek.
TVM
Wie in de jaren ’90 in de maand juli op zoek is naar Relus ter Beek kan het beste de Tourkaravaan opsporen en de ploegleidersauto van TVM staande houden. De kans is zeer reëel dat de PvdA-politicus op de bijrijdersstoel naast ploegleider Cees Priem zit. De geboren Drent is niet alleen groot wielerfan, maar ook goed bevriend met Ad Bos, de CEO van transportverzekeraar TVM en hoofdsponsor van de gelijknamige wielerploeg. Onder diens impuls verhuist het bedrijf in de jaren ’70 naar het Drentse Hoogeveen, waardoor Bos en Ter Beek elkaar in de provinciale samenleving regelmatig tegenkomen en een vriendschap tussen de twee ontstaat, mede ingegeven door een gedeelde passie voor de wielersport. Vanzelfsprekend ontvangt Bos zijn goede vriend jaarlijks als VIP-gast tijdens een of meerdere Touretappes. Als Ter Beek, na een carrière van bijna een kwart eeuw als Tweede Kamerlid en later Minister van Defensie, de Haagse politiek op 1 januari 1995 vaarwel zegt en wordt benoemd tot Commissaris van de Koningin in zijn geboorteprovincie, heeft hij in zijn hoofd al een snood plan gesmeed dat zijn nieuwe baan en zijn liefde voor de koers kan samenbrengen. Ter Beek wil niets liever dan de Tour de France naar Drenthe halen.
Het is Dick Heuvelman die de Drentse Commissaris van de Koningin ervan overtuigt het vizier op de Vuelta te richten. De Tour is kostentechnisch en organisatorisch van te grote omvang en toevallig is Amsterdam op dat moment al bezig met het binnenhalen van een Girostart. Met een Grande Partenza heeft Heuvelman, in het dagelijks leven sportjournalist bij het Dagblad van het Noorden, al de nodige ervaring. Hij was de drijvende kracht achter de start van de Giro in Groningen in 2002. Die stad valt als mogelijke startplaats van de Vuelta zeven jaar later echter snel af als mogelijkheid. Het Giro-spektakel heeft Groningen in 2002, naast een proloogzege voor de Spanjaard Juan Carlos Domínguez, vooral een hoop onvoorziene kosten opgeleverd. ‘Er gaat niets boven Groningen’, luidde de slogan waarmee de regionale overheid jarenlang toeristen probeerde te lokken, maar de financiële nasleep van de Grande Partenza van 2002 ging de stad toch iets te boven. Het is de reden dat Heuvelman het voor zijn nieuwe plan een slordige dertig kilometer zuidelijker zoekt. In Drenthe, bij wielerliefhebber Relus ter Beek. Die is onmiddellijk ‘om’ als Heuvelman hem vertelt dat het binnenhalen van de Vuelta voor Drenthe vele malen beter zou zijn dan die peperdure Tour.
Gran Salida
Zo snel als de voormalig PvdA-prominent overtuigd is, zo moeilijk is het om de terughoudende Spanjaarden van organisator Unipublic te verleiden hun nationale ronde buiten de landsgrenzen te laten beginnen. Slechts één keer eerder startte de Vuelta niet in Spanje. In 1997 was Lissabon het startpunt geweest van de 52ste editie van de in aanzien en status derde van de drie grote rondes. Een Gran Salida buiten het Iberisch schiereiland is op dat moment voor de Spanjaarden een drempel die minstens zo hoog is als de even befaamde als gevreesde Angliru. Naast het ferme lobbywerk van Heuvelman en Ter Beek zijn er twee factoren die de Vuelta-organisatie uiteindelijk toch over de streep trekken om voor de verandering eens een kleine tweeduizend kilometer ten noorden van Madrid aan de ronde te beginnen. De eerste is een organisatorische. Vanaf 2009 zal de Vuelta een nieuwe directeur hebben, Javier Guillén, en is de ronde voor het eerst voor één procent minder dan de helft in handen van Tourorganisator ASO. De andere 51 procent blijft eigendom van Unipublic. Tegelijk met de eerste gesprekken tussen de ASO en Unipublic over een gedeeltelijke aandelenoverdracht, het is dan 2006, begint ook de interesse van de Vuelta in een start buiten de Spaanse landsgrenzen aan te zwellen. Bij de ASO weten ze immers na meerdere buitenlandse Tourstarts, waarvan er tot 2009 vier in Nederland plaats hadden, maar al te goed wat de vele publiciteit en hordes fans langs de weg kunnen betekenen voor de uitstraling en populariteit van de ronde. Unipublic buigt mee. Wil de enigszins conservatieve en traditionele Vuelta blijven concurreren met Tour en Giro, dan zullen de landsgrenzen opgezocht en gepasseerd dienen te worden.
De tweede factor is er een die op de Spanjaarden een nog positievere uitwerking heeft dan een vers bord paella. Heuvelman en Ter Beek stellen de ASO en Unipublic voor om de proloog te verrijden op het TT Circuit in Assen. Vanuit Nederlands oogpunt bezien een handige plek, gezien de reeds aanwezige technologische infrastructuur, de bestaande tribunes en de relatief lage kosten omdat het een afgesloten omloop betreft. Voor de motorsportgekke Spanjaarden is het circuit een plek die bijna heiliger is dan voetbaltempels als Camp Nou in Barcelona of Bernabéu in Madrid. Nergens zijn ze zo verzot op ronkende motoren en de geur van verbrand rubber als in Spanje. Moto GP-coureurs Dani Pedrosa en Jorge Lorenzo zijn aan het eind van het eerste decennium van deze eeuw in eigen land vele malen populairder dan Alberto Contador en Alejandro Valverde. Behalve Amsterdam is niet Rotterdam, Utrecht of Den Haag, maar Assen de enige Nederlandse stad die bij Spanjaarden op wat naamsbekendheid kan rekenen. Alleen maar vanwege de TT. Als de Vuelta dan toch eindelijk eens buiten het Iberisch schiereiland moet beginnen is Assen misschien wel de perfecte plek, redeneert de Vuelta-organisatie. Dat er korte lijntjes lopen – marketingbureau Dorna is zowel aan de Moto GP gekoppeld als gelieerd aan Unipublic – werkt als een fraaie katalysator.
Wanneer een Drentse delegatie onder leiding van Relus ter Beek in 2006 te gast is in Málaga, om aldaar de start van de Vuelta bij te wonen, gaat het gezelschap na het weekeinde naar huis met een mondelinge toezegging op zak. Die wordt vier maanden later per brief bekrachtigd. Eind januari 2007 openen Heuvelman en Ter Beek een aangetekend schrijven van Vuelta-topman Victor Cordero en diens opvolger Guillén, op dat moment nog de secretaris binnen de koersleiding, met de bevestiging dat Assen de Gran Salida van 2009 mag organiseren. Een maand na de jaarwisseling knallen in Drenthe opnieuw de kurken van de champagne.
Op Fietse
Geen ronkende motoren op de bekendste plek van Assen op 29 augustus 2009, maar het minstens zo enerverende suizen van dichte achterwielen en het geratel van kettingen die op een groter of kleiner kransje tandwielen springen. Ruim 40.000 toeschouwers vullen het TT Circuit als 189 renners een voor een van het startpodium rollen om de 64ste Vuelta a España, die – vooruit – ook een beetje Vuelta a Drenthe mag heten, te beginnen. Met gemengde gevoelens. Het wielerfeest wordt overschaduwd door de afwezigheid van een van initiators van de start in Assen. Nagenoeg een jaar eerder, op 26 augustus 2008, maakt de provincie Drenthe bekend dat haar Commissaris van de Koningin aan longkanker lijdt. Terminaal. Het is nog geen week voordat Relus ter Beek op het vliegtuig naar Granada zal stappen. Nog een Gran Salida zal hij meemaken. Nog een laatste keer zal hij daar de Vuelta-directie uitbundig de hand schudden en ze op het hart drukken er vooral een groots en onvergetelijk fiësta van te maken, over een jaar in zijn provincie. Wielrennen wordt wel eens de sport genoemd die het beste te vergelijken is met het leven zelf. Hard, oneerlijk, onrechtvaardig en geregeld eindigen beide voor hen die het fortuin niet aan hun kant hebben veel te vroeg. Zo ook voor Relus ter Beek. Nog geen maand na zijn tripje naar Grenada overlijdt hij op slechts 64-jarige leeftijd. Tijdens zijn uitvaart op Natuurbegraafplaats Witteveen treden onder anderen Harry ‘Cuby’ Muskee en Daniël Lohues op. Laatstgenoemde zingt er Op Fietse, de hit van zijn vroegere band Skik, en Deurrieden Tot Aan De Streep, met een op Gerrie Knetemann geïnspireerde tekst. Het onderstreept nog maar eens Ter Beeks passie voor de wielersport.
Enkele weken na de uitvaart van Relus ter Beek gaat Herman Strijbosch terug naar zijn tekentafel. De parcoursbouwer is verantwoordelijk voor het deel van de Vuelta dat zich binnen de Nederlandse landsgrenzen afspeelt. Behalve de openingstijdrit op het TT Circuit zijn dat de daaropvolgende etappes tussen respectievelijk Assen en Emmen, Zutphen en Venlo en nog een kort deel van de rit van Venlo naar Luik, die de Vuelta naar België zal brengen. Het passeren van de Nederlands-Belgische grens verlost Strijbosch automatisch van zijn verantwoordelijkheden. De oud-renner, begin jaren ’70 geen onverdienstelijk amateur, heeft van Jos Vaessen, voorzitter van de stichting Vuelta 2009 Drenthe Holanda, en van de Spaanse organisatoren toestemming gekregen een parcourswijziging door te voeren in de etappe tussen Assen en Emmen om zo een eerbetoon aan Relus ter Beek te brengen.
Parcours
Als het aan Ter Beek had gelegen had de rit tussen de twee grootste Drentse steden alle twaalf gemeentes in de provincie aangedaan. Strijbosch was met dat idee in zijn achterhoofd gaan tekenen, maar het plan had een etappe van meer dan driehonderd kilometer opgeleverd en verdween dus direct in het ‘ronde archief’. Het uitzetten van de route blijkt een zwaardere klus dan vooraf voorzien. Zo hebben de Spanjaarden het laatste woord en daarmee het recht om over sommige voorstellen van Strijbosch hun veto uit te spreken. Een vier kilometer lange strook met karakteristieke oude keien tussen Exloo en Valthe, net als de VAM-berg bekend als scherprechter in de Ronde van Drenthe, wordt bijvoorbeeld te gevaarlijk bevonden en wil de koersdirectie daarom mijden als de zon tijdens een hittegolf. Rotondes en andere verkeersobstakels probeert Strijbosch sowieso zoveel mogelijk te omzeilen. En dan heeft de parcoursbouwer ook nog te maken met de veiligheidsmaatregelen, die sinds het uitbreken van de Mexicaanse griep en de aanslag op Koningin Beatrix in het voorjaar van 2009 tijdens de Koninginnedagviering in Apeldoorn, flink zijn aangescherpt. Na wat over-en-weer gepingpong met de Spaanse koersdirectie en veel puzzelen en strepen heeft Strijbosch een fraai concept voor een volledig Drentse Vuelta-etappe getekend. Volgens afspraak is hij netjes onder de maximale lengte van tweehonderd kilometer gebleven. Geen lastige kasseistroken. Geen VAM-berg. Het is een mooie lus door de provincie geworden, die start op de Kolk in Assen en zal finishen bij het Bruggebouw in Emmen. Dat de Vuelta letterlijk voorbijgaat aan grotere plaatsen als Meppel en Coevorden is jammer, maar het is niet anders.
Ook Witteveen maakt in eerste instantie geen onderdeel uit van de geheel Drentse etappe. Dat verandert echter na het overlijden van Relus ter Beek. Jos Vaessen en zijn stichting Vuelta 2009 Drenthe Holanda willen niets liever dan een eerbetoon brengen aan de man die een groot aandeel had in het binnenhalen van de Vuelta. En dus gaat Herman Strijbosch terug naar zijn tekentafel. In plaats van een lus door Roden en een rondje Zuidwolde verplaatst Strijbosch het parcours naar Witteveen. Daar, op de Natuurbegraafplaats aan de Mej. A. Talmaweg, heeft Relus ter Beek immers zijn laatste rustplaats gevonden. Om de hommage nog wat krachtiger te maken stelt Vaessen de Spanjaarden voor om de met naaldbomen beboste weg naar Witteveen om te dopen tot Cota de Witteveen en er een fictieve bergsprint neer te leggen. In de eerste Vuelta-etappes over de vlakke Drentse wegen zijn geen punten voor het bergklassement te verdienen, de eerste klim die meetelt is de Cauberg die in de vierde etappe tussen Venlo en Luik tweemaal bedwongen moet worden, en op deze manier kan de rode bergtrui al in Drenthe worden uitgereikt. Leuk extraatje voor de renners, sponsor van het bergklassement blij en een mooi eerbetoon aan Relus ter Beek. Het zijn drie vliegen in één klap. De Spanjaarden stemmen dan ook direct in met het plan. Op de Mej. A. Talmaweg, precies ter hoogte van de Natuurbegraafplaats, zal een witte lijn getrokken worden om de top van de Cota de Witteveen te markeren. In het rondeboek staat die zowaar aangemerkt als klim van vierde categorie, lager kan immers niet volgens de regelementen, maar in de praktijk zijn er geen bergpunten te verdienen. De renner die als eerste doorkomt strijkt wel een premie op en mag bovendien de leiderstrui voor ten minste twee dagen om de schouders dragen, aangezien er de volgende dag geen bergpunten te verdienen zijn. De doorkomst op de Cota ligt op ruim honderddertig kilometer voor de finish en biedt dus een uitgelezen kans aan aanvallers om zichzelf in de kijker te rijden en aan hun, over het algemeen op voorhand tot mislukken gedoemde, vlucht een troostprijs over te houden.
Hommage
Het peloton heeft een regenachtig Assen op zondag 30 augustus 2009 nog maar net verlaten of vijf renners maken zich los van hun collega’s. In het uur koers dat volgt breekt niet alleen de zon door, maar bouwen de Spanjaarden Francisco José Martínez en David García, de Duitser Dominik Roels en de Nederlanders Tom Leezer en Lieuwe Westra eendrachtig samenwerkend een voorsprong op die op haar hoogtepunt zo’n zeven minuten bedraagt. De aanwezigheid van laatstgenoemde in de kopgroep is eveneens een hommage. Enkele dagen voordat de Fries uit de Vacansoleil-ploeg debuteert in een grote ronde overlijdt zijn vader aan een hartaanval. Nota bene pal voor de ogen van zijn zoon. Westra twijfelt echter geen moment of hij wel moet starten in Assen. Zijn vader zou niet anders hebben gewild, dat weet hij zeker. Het minste dat hij kan doen is als eerbetoon mee springen in de kopgroep van de eerste rit in lijn. Die missie slaagt. Westra is niet alleen de motor van het vijftal vluchters, hij is ook de laatste van het kwintet die uiteindelijk in de kladden zal worden gevat door het naar een massasprint hunkerende peloton. Het debuut van Vacansoleil in de Vuelta blijkt drie weken na het vertrek uit Assen sowieso zeer geslaagd. De tweede Nederlandse ploeg in de Spaanse ronde, vanzelfsprekend na Rabobank, heeft op basis van goede prestaties eerder in het jaar een wildcard gekregen. In tegenstelling tot die andere Nederlandse ploeg, Skil-Shimano, die in 2009 dan juist wel weer in de Tour had mogen aantreden. Vacansoleil overtreft in de Vuelta alle verwachtingen. Niet alleen dankzij aanvallend rijden van Westra en Johnny Hoogerland, in de tijdrit op het TT Circuit wordt Jens Mouris knap vierde, sprinter Borut Božič wint de zesde etappe en als drie weken na de Gran Salida in Drenthe de balans wordt opgemaakt, vindt Hoogerland zichzelf terug op een twaalfde plek in het eindklassement. Weliswaar op gepaste afstand van Alejandro Valverde, Samuel Sánchez en Cadel Evans, die in Madrid het podium bezetten, maar dat doet niets af aan de prestatie.
Ruim voor het naderen van Witteveen is duidelijk dat een lid van het vijftal vluchters aan het einde van de middag de rode bergtrui mag aantrekken. De Saxo Bank-ploeg van tijdritwinnaar en klassementsleider Fabio Cancellara dicteert in de achtervolging een gemoedelijk tempo en vindt het verder best. Evenals de knechten van André Greipel, Daniele Bennati, Tom Boonen, Óscar Freire en Tyler Farrar. Hen worden de meeste kansen toegedicht in de massasprint, waar het in de starten van Emmen als gezegd op zal uitlopen. Het verloop van die spurt is rommeliger dan de gemiddelde tienerslaapkamer. De uitslag is al net zo verrassend. De sprinters die op papier het sterkste lijken, zijn dat niet op het Drentse asfalt. Tot verrassing van velen, niet in de laatste plaats van zichzelf, boekt Gerald Ciolek zijn op dat moment grootste zege. De Duitser, die iets meer dan drie en een half jaar later nogmaals voor een surprise zal zorgen door Milaan-Sanremo te winnen, houdt in Emmen Fabio Sabatini, Roger Hammond, Greipel en Farrar achter zich. De ontknoping van de Vuelta-etappe door Drenthe is al net zo merkwaardig als de doorkomst op de Cota de Witteveen, zo’n 130 kilometer eerder. Ter hoogte van de Natuurbegraafplaats zijn weliswaar drie vlaggenmasten geplaatst waarin de Drentse, Nederlandse en Spaanse vlag fier heen-en-weer waaien in net niet hetzelfde ritme als de pedaaltred van de vijf koplopers, een witte lijn of boog om de ‘top’ van de Cota de Witteveen aan te merken is nergens te bekennen.
Tape
In een tempo dat minstens twee keer zo langzaam is als dat van Leezer, Westra, Martínez, Roels en García dertien jaar geleden, vervolg ik de Mej, A. Talmaweg richting het plaatsnaambord van Witteveen. Dankzij een nachtelijke Google-sessie ken ik de uitkomst van het mysterie. Net als dat ik inmiddels weet dat mejuffrouw Talma van haar voornaam Aleida heette. Ze was een dochter van Syb Talma, die honderd jaar voor de Vuelta-start in Assen minister van Landbouw was in het toenmalige kabinet-Heemskerk. Zijn dochter vervulde later een belangrijke maatschappelijke functie in Drenthe, vandaar dat de weg waar ik nu fiets en die het Vuelta-peloton in 2009 passeerde, naar haar is vernoemd. Bij het binnenrijden van de bebouwde kom van Witteveen houd ik nogmaals halt. Hier moet het dan wél geweest zijn.
Enkele honderden meters voorbij de laatste rustplaats van Relus ter Beek was dertien jaar geleden een bruinkleurig stuk tape over de weg geplakt. Niet om een los liggende stroomdraad of kabel mee te bedekken, maar om de top van de Cota de Witteveen te markeren. Had de Spaanse wedstrijdleiding zich vergist? Zouden ze de druk bevolkte dorpsgrens van Witteveen een betere plek hebben gevonden dan de voor publiek minder makkelijk toegankelijke bosweg langs de begraafplaats? Of had de uitdrukking ‘met de Franse slag’ net zo goed ‘met de Spaanse slag’ kunnen zijn? Het antwoord op die vragen zal er ongetwijfeld nooit komen, maar feit is dat de Spanjaarden het zorgvuldig uitgedachte eerbetoon aan Relus ter Beek enkele hectometers verderop hadden geplaatst. Jos Vaessen ontdekte de misser op tijd, overwoog nog even serieus om de streep – of beter: het stuk tape – alsnog op de juiste plaats te laten leggen, maar besloot het uiteindelijk toch maar zo te laten om te voorkomen dat hij vlak voor de doorkomst nog chaos op het parcours zou creëren. Niet lang daarna zou Tom Leezer de kopgroep aanvoeren bij het passeren van het afzichtelijke stuk bruin plakband. Onder luid gejuich van de in grote getalen opgekomen Drentse wielerfans sneed de Rabobank-renner als eerste de haakse bocht naar rechts aan om de Mej. A. Talmaweg te verlaten en de Meester J.B. Kanweg – ook een oud-politicus én vader van cabaretier Wim; hallo Google! – op te draaien. Leezer had zich zojuist verzekerd van de rode leiderstrui van het bergklassement, zonder er een serieuze meter voor te hoeven klimmen.
In plaats van ook rechtsaf te slaan en voor honderd meter de Meester J.B. Kanweg te volgen om daarna de Meester Harm Smeengeweg in te duiken, zoals het Vuelta-peloton deed, stuur ik aan het einde van de Mej. A. Talmaweg linksaf de Meester J.B. Kanweg op en verlaat de route die de Spaanse ronde in 2009 volgde. De ruim honderd resterende Vuelta-kilometers vanuit Witteveen naar Emmen vervolmaken was op voorhand al niet mijn plan en zijn me bovenal simpelweg te veel. Ik rijd precies de andere kant op, in de richting van Wijster. Even een paar keer de VAM-berg op-en-af, dat moet me nog wel lukken. Kan ik thuis in ieder geval vertellen dat ik meer hoogtemeters heb gemaakt dan het Vuelta-peloton in Drenthe.
Bronnen:
drentsarchiefnet.nl
zeeuwswielrennen.wordpress.com
- WK 1990: ‘Dhaentje’ de wereldkampioen - 27/09/2024
- Vuelta 1991: Melchor Mauri en de doorbraak van de ONCE-ploeg - 05/09/2024
- Tour 1985: Teuntje en Toontje gingen uit fietsen - 07/07/2024