Nog vijftien minuten tot de officiële start. De ploegen zijn zojuist voorgesteld en het publiek verlaat massaal de Maastrichtse Markt om een goede plek langs de hekken te zoeken. De renners maken zich klaar om te starten. De volgauto’s ook.

Als alle renners al staan opgesteld in het startvak is de renner met rugnummer 23 nog bij zijn verzorger. Er vindt topoverleg plaats. Het is guur. Er staat een stevige, koude wind en er vallen druppels. Hoe lang blijft het regenen? Ben ik warm genoeg gekleed? Of juist té warm? Trek ik toch nog een windstopper aan?

Het zijn de twijfels van een man in vorm. Om te kunnen winnen, moet alles vandaag kloppen. Zijn verzorger weet het. Het hoort er bij. Hij blijft ijzig kalm en helpt zijn kopman. Engelengeduld.

Twijfels als startrituelen. Merckx had ze als geen ander. Tientallen steeksleutels versleet hij met zijn nerveuze gesleutel vlak voor de start. Zijn verzorgers moeten er krankzinnig van zijn geworden.

De kofferbak van de volgauto gaat opnieuw open. Rechts achterin ligt de plunjezak op z’n vaste plek: naast die van Iglinsky, en bovenop die van Andriy Grivko. Kopmannen hebben zo hun privileges. De verzorger reikt een windstopper aan. Opnieuw twijfel. Het jack gaat uiteindelijk weer terug in de wagen.

Als allerlaatste sluit de renner aan in het vak en direct klinkt het startschot. Burgemeester Hoes van Maastricht in de microfoon: ‘Ik ben benieuwd wie er vanavond op de Cauberg de Amstelrace zal winnen!’.

Enrico Gasparotto is er ook benieuwd naar. Maar liever nog zou hij op dit moment weten of straks blijkt dat hij tóch zijn windstopper had moeten aantrekken.

foto’s: M.Sargentini 

Martijn Sargentini