Jan JanssenJan van der Sman was Jan Janssens fan van het eerste uur. Hij bewaarde de herinneringen aan zijn buurjongen in twintig plakboeken vol krantenknipsels en foto’s. Vanaf de eerste wedstrijden van zijn buurjongen had hij alles ingeplakt. Hij had er teksten bijgeschreven en sommige foto’s had hij ingekleurd.

Jan Janssen op een zwart-wit foto in een oranje trui.

Hij volgde hem al die jaren op gepaste afstand. Wanneer Jan Janssen een koers won, stapte Jan van der Sman daarna op de fiets naar Delft of Den Haag en dan ging hij daar de sigarenwinkeltjes af om kranten te kopen. Alles over Jan Janssen knipte hij uit en plakte hij in.

Meer Nootdorpers volgden de carrière van hun fietsende dorpsgenoot op de voet. In 1961 werd Jan Janssen negende in de Tour de l’Avenir. Een topklassering, vonden ze in Nootdorp, en Jan werd in een mooie bolide naar zijn huis in de Beatrixstraat gereden. Langs de kant stond iedereen te zwaaien. Jan van der Sman had er nog een mooie foto van in zijn plakboek. Later kwamen er meer huldigingen: toen Jan in 1964 wereldkampioen werd en toen hij zijn eerste Groene Trui won in de Tour.

Maar toen woonde hij al niet meer in Nootdorp. Hij was in 1964 naar Ossendrecht verhuisd. Dat lag maar honderd kilometer naar het zuiden, maar voor Jan van der Sman was het alsof zijn idool naar een ander land was geëmigreerd. Jan van der Sman vond het verschrikkelijk. Hij had gedacht dat Jan Janssen voorlopig nog wel in Nootdorp zou blijven wonen, omdat hij er net een huis had gekocht. Maar voor hij erin kon gaan wonen, had hij het ook alweer verkocht.

Hoewel je ook nog wel eens ‘De bebrilde Nootdorper’ hoorde, werd Jan Janssen daarna toch vaak een ‘Ossendrechtenaar’ en later een ‘Puttenaar’ genoemd. Daar had Jan van der Sman stevig de pest over in.

Janssen_Nootdorp

Huldiging Tour de l’Avenir

Toen Jan weg was, gingen ze in Nootdorp gewoon verder met leven zoals ze gewend waren, maar dan zonder Jan. Zijn drie broers Aad, Piet en Gerard beleefden de prestaties van Jan veel minder intens, dan toen hij nog in het dorp woonde. Ze lazen in de kranten over zijn prestaties. Maar Jan belde nooit meer, als hij had gewonnen. Als hij won, belde hij met zijn vrouw Cora, in Ossendrecht. Cora, die trouwens ook uit Nootdorp kwam.

Maar toen werd het dus 1968, en keerde Jan Janssen voor even terug in de harten van de Nootdorpers. Omdat Nootdorp snel groeide, waren er overal bouwplaatsen. En daar schalden de Tourverslagen uit de transistorradio’s van de steigers. Bij het grondbedrijf van de familie Janssen legden de broers het werk stil als rond een uur of vier de reportages begonnen. Hoorden ze de naam van hun broer, hingen ze met z’n allen over het transistorradiootje.

Jan van der Sman kwam om drie uur thuis van zijn werk in de bakkerij en miste geen seconde van de reportages op de radio en de televisie. Hij legde alles vast op band. Op de laatste dag had hij flink de zenuwen. Toen duidelijk werd dat Jan Janssen de Tour had gewonnen, danste Jan van der Sman door de kamer. Er kwam nog een broer van Jan langs, en die danste en zong mee.

Piet Janssen was in Parijs op de wielerbaan van Vincennes en daar nam hij zijn broer ’s middags op de schouders. Samen met zus Lenie en hun partners waren ze zondag vroeg met de auto naar Parijs vertrokken. Geweldig feest was het daar. In Nootdorp hoopten ze dat Jan zich misschien zou laten huldigen in zijn geboortedorp. Maar dat gebeurde niet, de officiële huldiging was in Ossendrecht, op z’n Brabants.

Jan van der Sman had geen zin ervoor naar het zuiden af te reizen. Hij bleef liever in zijn eigen dorp.

 

Dit is een fragment van het verhaal ‘Zwart-wit in oranje trui’, dat eerder in De Muur nr 21 verscheen. In de WNL Wielernacht op Radio 1 las Pieter van der Meer dit verhaal voor. 

 

Pieter van der Meer