sieberg

 

Stel: Je naam is Marcel Sieberg. Je bent een grote, sterke Duitser. Een taakbewuste stoemper. Een diesel. Je bent een man die nooit klaagt en doet wat ‘m gevraagd wordt. Jouw vaatje energie wordt iedere Tour weer opgeslurpt ten bate van een ander.

Het is dag drie van de tour. ’s Avonds op de massagetafel overdenk je de dag. Je naakte lichaam doet nu al overal zeer.  100 kilometer op kop in de Tour is zelfs voor jou niet niks en Parijs is nog ver. Heeeel ver.

Je kopman Andre Greipel brieste tijdens het diner van woede. Hij was 14de geworden. Tijdens zijn tirade dwaalde je langzaam af. Je verdwaalde in de donkere dieptes van Greipels enorme neusgaten. Het was iedere tour hetzelfde liedje. Heel hard werken, voor heel weinig succes.

Je dacht aan je vrouw Andrea en je dochter Jette.

Het leven van een tourknecht was geen vetpot. Je kon de bonus bij een overwinning van je kopman goed gebruiken.

De volgende dag sta je, na wat broodnodige uurtjes slaap, weer met frisse tegenzin aan de start van Etappe 4. Je keuvelt wat met een aantal collega’s. Het startschot klinkt. Je ziet de bui al hangen. Een aantal jonge, enthousiaste profs heeft wel trek in een zelfmoordmissie en staan klaar om uit het peloton weg te springen.

Je ziet ze gaan. Niet veel later, kraakt de stem van je ploegleider Marc Wouters in je oor:

‘Marcel, an die arbeit’.

Zuchtend peddel je naar voren.

Je begint te stoempen. Verstand op nul. Je geselt de pedalen en maalt de kilometers zwijgend weg. Iedereen weet dat het vandaag wéér voor Kittel is. Maar jouw mening doet er niet toe.

Je bent aangenomen als gedienstige stoemper. En stoempen doe je.

De (wan)hoop tegemoet.

Luuk Eliens